Een klein boekje, nog geen honderd bladzijden en met grote letters. Je leest het in een paar uurtjes uit, maar het is een boek van formaat. Na een inleiding met een eerste reactie op de gebeurtenissen van zeven oktober bevat het een tiental teksten die op één na allemaal eerder werden gepubliceerd in de Belgische krant De Standaard. Twee bijdragen, te weten de inleiding en de uitleiding, zijn geschreven na 7 oktober en geven blijk van de verbijstering over wat er gebeurd is, de misdadige moordpartij waarbij ongeveer duizend doden vielen, velen gewond raakten en een paar honderd gijzelaars werden gemaakt.
Het is de Israëli Grossman niet te verwijten dat hij daarover rouwt, woedend is op de misdadigers, maar bijna nog meer op de regering van Netanyahu. Hij spreekt in dit verband over een corrupt leiderschap dat bereid was het voortbestaan van het land in gevaar te brengen om een corrupte premier uit de gevangenis te houden.
“In de afgelopen negen maanden zijn, zoals bekend, miljoenen Israëli’s week in week uit de straat op gegaan om te protesteren tegen de regering en de premier” (p. 9). Maar hoe groot zijn woede over de regering ook is, hij weet heel goed: dit geweld kwam van Hamas. Misschien – zoals mij werd gesuggereerd – is het niet goed om je tegenstanders beesten te noemen; of in ieder geval “niet menselijk” (p. 10), maar als getroffene, te midden van rouwende mensen begrijp je het.
De minstens zo gruwelijke reactie van de Israëlische regering en haar leger, die inmiddels aan meer dan dertigduizend Palestijnen het leven heeft gekost, kan die misdaad niet achteraf rechtvaardigen. Maar toch, zo stelt Grossman vast, het is “de prijs die we betalen”, de prijs voor de bezetting, de prijs voor de nederzettingen, de prijs voor de muren, de prijs voor het behandelen van een groot deel van je bevolking als tweederangs.
En Grossman maakt zich grote zorgen over wat er van Israël over zal zijn na deze oorlog. Hij schrijft: “Een hypothese: Israël zal na de oorlog veel rechtser, militanter en racistischer zijn” (p. 11). Let wel, hij schrijft in de overtreffende trap en zegt daarmee dat de regering Netanyahu en haar aanhang ook al voor 7 oktober rechts, militant en racistisch was.
Op 16 november 2023 was er een herdenking voor de slachtoffers van 7 oktober. Grossman is spreker en zijn toespraak vormt de laatste tekst in dit boekje. Zonder de woede met alleen het diepe verdriet, de Bijbelse rouw na de veertigste dag. We zijn gekomen, zo schrijft hij, “om het jizkor (‘Hij gedenke’) van het officiële publieke herdenkingsgebed te veranderen in nizkor (‘wij zullen gedenken’). Wij zullen een wereld gedenken die verloren is gegaan met het verlies van onze dierbaren” (p. 91).
Tussen de hierboven geciteerde teksten uit inleiding en uitleiding, staan negen teksten van Grossman, de oudste uit 2017 de jongste uit augustus 2023, die allemaal getuigen van zijn voortdurende waarschuwingen, dat het wanbeleid van Netanyahu en zijn regering tot rampen zal leiden. Meer en meer ziet Grossman twee soorten Jodendom: het Jodendom van de regering en het Jodendom waarvan Grossman deel uit wil maken. Dat Jodendom, schrijft hij “is seculier, humanistisch. Het gelooft in de mens. Het enige wat erin heilig is, is het menselijk leven” (p. 47).
De wat mij betreft beste en ook meest kritische artikelen zijn de hoofdstukken 6 en 8. Het achtste hoofdstuk, heet ‘Geen beschaving zonder gelijkheid’. Het werd geschreven op 4 augustus 2018 en het is de eerste reactie op de in juni van dat jaar ingevoerde nieuwe natiestaatwet. Die wet heet een ‘basiswet’ (Israël heeft geen grondwet, maar door het ‘basiswet’ te noemen gaat die als een soort grondwet functioneren), waarin Israël wordt omschreven als ‘de natiestaat van het Joodse volk’ met het Hebreeuws als enige officiële taal en Jeruzalem (zonder de tweedeling van West- en Oost-Jeruzalem te vermelden) als hoofdstad. “Deze wet maakt duidelijk: de premier van Israël heeft het besluit genomen om geen einde te maken aan de bezetting en de situatie van apartheid in de bezette gebieden. Integendeel, hij heeft besloten die te verdiepen en over te brengen van de bezette gebieden naar Israël zelf” (p. 77).
Het laatste artikel voor de catastrofe (in het boekje hoofdstuk 6) is geschreven op 29 augustus 2023 en heeft als titel ‘Mijn land is een ziek lichaam’. De natiestaatwet van 2018 noemt hij nu terugkijkend een staatsgreep: “Toen kwam de staatsgreep en ontglipt ons nu gaandeweg de vrijheid van beweging en de harmonie van een gezond lichaam” (p. 57). Het protest, zegt Grossman, is onze enige kans en dat moet worden volgehouden “tot we weten of het dit heeft overleefd, of dat onze catastrofe, deze ziekte, kwaadaardig is afgelopen” (p. 61). Het antwoord kennen we nu.
Lees, huiver en huil! Ik ben bang dat het Nobelcomité in Oslo het niet gepast zal vinden om in deze tijd een nobelprijs toe te kennen aan een joodse schrijver, maar als iemand die verdient is het volgens mij David Grossman.
David Grossman. De prijs die we betalen. Amsterdam, Cossee 2023. 96 pag., € 16,99. ISBN 978 95 6452 139 9.
Dit artikel verscheen eerder in Ophef, het ’tijdschrift voor hartstochtelijke theologie’ van de Vereniging voor Theologie en Maatschappij.