Als Santing na bijna twee decennia terugkeert in Nederland, merkt ze snel hoe ook hier de samenleving is veranderd. Maar deze verandering is veel minder positief. De open, liberale, samenleving waarin de persoonlijke vrijheid en ruimte voor ontplooiing centraal stond, is vervangen door een naargeestig en bekrompen klimaat. Met name de manier waarop de allochtonen worden benaderd, in media en politiek, stuit Santing tegen de borst. Hun afkomst wordt als een probleem gezien en dus in feite ontkend. We eisen van ze dat ze volledig integreren en tegelijkertijd maakt de omgeving dat onmogelijk. Mensen van de tweede generatie, die in Nederland zijn geboren en getogen, worden steeds weer op hun afkomst aangesproken in plaats van als echte Nederlanders gezien.
Het maatschappelijk klimaat was al aan het veranderen toen Santing eind jaren negentig terugkeerde. Het verslechterde snel na 9/11 en de moord op Theo van Gogh (2004). Voor Santing reden om zich hier verder in te verdiepen. Ze zegt haar baan als journaliste op en gaat studeren. Inmiddels is ze islamoloog. Haar belangstelling gaat vooral uit naar de tweede generatie immigranten en de manier waarop zij in een moderne context hun geloof al dan niet vormgeven. Het onderzoek dat ze daarnaar verricht heeft, is een belangrijke bron voor de informatie die ze in haar boek aandraagt. Het beeld dat daaruit ontstaat is dat veel allochtonen er in slagen om hun eigen weg te vinden in het verbinden van deze twee werelden. De nieuwe generatie gelooft vaak veel individualistischer dan de generatie van hun ouders. Daaraan kun je zien dat de modernisering doorwerkt. Tegelijkertijd benadrukken ze de vrijheid om hun eigen vormgeving wat betreft religie en cultuur te kiezen. Persoonlijke vrijheid en het recht om je eigen leven naar eigen keuzes in te richten, zeg maar de idealen van de Nederlandse maatschappij die Santing in 1981 verliet, zijn daarbij leidend.
De belangrijkste boodschap van haar boek is niet nieuw. Maar het is goed om het weer eens vanuit een ander perspectief beschreven te zien, van degene die een tijdje in het buitenland heeft gewoond en gewerkt en daardoor met andere ogen naar de eigen samenleving kijkt. Haar boek heeft iets van een journalistiek pamflet, getuige ook de strijdbare titel Dwars tegen de tijdgeest. Ze is een vrouw met een missie. Daarbij gaat het minder over het Nederland dat ze aantrof bij terugkeer – inmiddels overigens ook al weer ruim meer dan 10 jaar geleden – maar meer over de verwerking daarvan bij Santing door zich in de (moderne) islam te verdiepen. Veelvuldig laat ze degenen die ze in het kader van haar onderzoek heeft gesproken aan het woord. Dat werkt verhelderend. Maar je krijgt niet precies duidelijk hoe representatief hun beleving nu is. Gaat het hier niet om een vrij selecte groep geslaagde, de elite onder de mensen met een allochtone afkomst? Dat er ook problemen zijn onder deze groep, ontkent Santing niet. Maar ze wil graag een ander beeld schetsen, dwars tegen de tijdgeest in. Dat doet ze goed en dat doet ze met reden, omdat ook wetenschappelijk onderzoek telkens aantoont dat de integratie beter verloopt dan de beeldvorming ons wil doen geloven. Alleen, die boodschap is tegenwoordig minder populair, vooral in de politiek.

Ook de wetenschap ontkomt niet aan de tijdgeest. In het hoofdstuk Blikvernauwing in de wetenschap laat ze dat zien. Uit een en het zelfde onderzoek kunnen verschillende conclusies getrokken worden. Het ligt er maar net aan met welke blik je kijkt, of je concludeert dat de religiositeit van de tweede generatie toeneemt of afneemt (136-138). Door de hausse aan onderzoek wordt de indruk versterkt dat islam en moslims automatisch gekoppeld zijn aan problemen: “Door het onderzoek te concentreren op een relatief klein aantal probleemsituaties blijft verreweg de grootste groep moslims buiten het zicht van de onderzoeker” (140).
Uiteindelijk brengt ze de discussie terug tot een kwestie van identiteit en dat blijft iets wat voortdurend in ontwikkeling is. Juist als je, zoals Santing, een tijd in een andere cultuur hebt gewoond, ben je daar sterker van doordrongen. Maar dat identiteit zich ontwikkelt, geldt eveneens voor ieder ander, ook al ben je je hele leven bij wijze van spreken nooit buiten Drenthe geweest.
Voor Nederland is het vermogen om met diverse identiteiten om te gaan altijd belangrijk geweest, maar ook altijd problematisch. Het is te hopen dat het boek van Santing bijdraagt aan de nodige relativering in het soms verstikkende identiteitsdebat van vandaag en dat we gaan erkennen ‘dat moslims zowel hun geloof kunnen belijden als loyale Nederlanders kunnen zijn’ zoals haar slotzin luidt (184).
Boekgegevens
Auteur: Froukje Santing | Titel: Dwars op de tijdgeest. Hoe ik Nederland aantrof toen ik terugkwam | Uitgeverij: De Geus Breda | Aantal pag.: 190 pag. | ISBN: 9789044520767 | Prijs: € 18,99