Koken noemt Jennifer Klinec “de liefde van haar leven”. Ze vindt die liefde wanneer ze in Dublin als zeventienjarige op zichzelf gaat wonen, omdat ze zich te oud vindt voor de beperkingen van de kostschool die ze daar bezoekt. Een kookboek uit de uitverkoop, getiteld Foods of the World, laat haar in haar eigen keuken kennismaken met andere culinaire werelden:
“Polo, een rijstgerecht met kip uit Irak, jachtschotel uit Szechuan, in bananenbladeren geroosterde vis. (…) Ik pelde garnalen, kookte couscous en sneed koriander en aubergines met mijn Zwitserse zakmes. Ik werd dol op pasta met knoflook, chilipeper en olijfolie en op Marokkaanse lamsstoofschotel met kikkererwten”. (p. 25)
Wanneer ze teruggaat naar Canada is het ‘t koken waardoor Jennifer en haar moeder dichter tot elkaar komen, terwijl haar moeder haar vroeger zelfs nooit in de keuken toeliet als ze stond te koken: “We kregen een band, zo teder en duurzaam als onze vingerafdrukken in de dumplings van kastanjemeel die we op zachte theedoeken uitspreidden” (p. 26). Eten maken én opeten is voor Jennifer verbonden met alle zintuigen, met ontdekken, met warmte, met delen, met het verlangen ergens toe te behoren, met hard werken en met ruwe handen van het schuren van pannen.
Het verlangen naar huiselijke warmte en een gevoel van geborgenheid wordt heel sterk wanneer ze bij toeval terechtkomt in het huis van Vahid en zijn ouders in de Iraanse stad Yazd. Ze vertrekt naar Iran vanuit Londen, waar ze een carrière in het bankwezen heeft ingeruild voor het geven van kookcursussen in haar eigen kookstudio. Dat het geen gemakkelijke reis wordt, naar Iran, weet ze van tevoren:
“Er is niets simpels en makkelijks aan de plek waar ik naartoe ga. Maar mijn koers stond al vast vanaf het moment dat ik als student mijn eerste Perzische stoofschotel at, met lamsvlees dat ik in draadjes tussen mijn metalen lepel en vork uit elkaar trok en de geur van gedroogde zwarte limoenen in mijn neus. De zoektocht naar de liefde drijft me naar Iran, een liefde die me al sinds mijn twintigste in haar greep heeft”. (p. 51)
In de keuken van Vahid’s moeder ontstaat het gevoel dat ze onvoorwaardelijk in een Iraans gezin is opgenomen. Wanneer er tussen haar en Vahid liefde ontstaat, krijgt ze echter wel te maken met voorwaarden en grenzen. Dan is er soms van haar vastberadenheid niet veel meer over.
Lezers kunnen worden aangetrokken door de ondertitel ‘Een waargebeurd verhaal over eten en liefde’. Wat er precies wel of niet ‘waargebeurd’ is, is in zekere zin niet relevant. Wat telt, is dat Jennifer Klinec een mogelijk deel van een mensenleven als een aangrijpende en ook spannend opgebouwde roman heeft gepresenteerd. In een meeslepende en beeldende schrijfstijl, waarvoor de vertaalster zeker ook een compliment verdient. Klinec zet zichzelf in de ik-vorm direct en eerlijk neer, zonder al te veel gepsychologiseer. Dat past bij het beeld dat je van haar krijgt als iemand die openstaat voor alles wat aanvankelijk vreemd is en die ogenschijnlijk geen last heeft van vooroordelen. In die zin is het een verhaal dat iedereen zou moeten lezen, niet alleen diegenen die geïnteresseerd zijn in biculturele liefdesrelaties.
Wat Jennifer ook goed kan, is zich inleven in de ander, iets vanuit een ander perspectief bekijken. Wanneer ze de laatste avond samen zijn en ze nog geen concrete plannen hebben gemaakt voor een volgende ontmoeting, denkt Jenny:
“Ik weet dat hij me misschien heel gelukkig zou maken, maar net zo ongelukkig. Ik weet niet of we het samen zouden overleven of wat ons te wachten zou staan. Misschien zouden we in Teheran een bestaan voor onszelf kunnen opbouwen. Of misschien kan hij naar Engeland komen, wat de rollen zou omdraaien. Dat zou mij dwingen zijn mentor te worden, zijn ouder. Ik zou hem moeten leiden en steunen terwijl hij probeert een nieuw leven op te bouwen. Iedereen daar zou denken dat hij geluk had, zou het als een ontsnapping uit een of andere nachtmerrieachtige woestenij zien. Alleen ik zou begrijpen hoe hij leed en terugverlangde naar alles wat hij had achtergelaten”. (p. 246)
Op Jennifer Klinec’ website typeerde een lezer haar verhaal als een verhaal over een liefde zonder grenzen. Dat wordt altijd gemakkelijk gezegd, dat liefde geen grenzen zou kennen. Het bovenstaande citaat maakt duidelijk dat Jennifer zelf weet dat er juist wél grenzen zijn, zeker in een relatie waarin je allebei al grenzen bent overgegaan, letterlijk en figuurlijk, om bij elkaar te zijn.