Toen ik onlangs weer in Cairo was, post revolutionair, kon wederom niets mij mijn rotsvaste liefde voor dat land afnemen. Terwijl toch elke rit in een taxi of minibusje een regelrechte dodenrit was. Een wandeling van Tahrir naar de bazaar Khan el Khalili, ongeveer een kilometer of twee, een hindernisbaan is, waarbij opdrachten voor de deelnemers aan Spel zonder Grenzen van indertijd volkomen in het niets vallen. Je kunt geen drie stappen in de door jouw gewenste richting lopen. Ik heb weet van de ten hemel schreiende toestanden in Egypte, van de politiestaat die het land onder Moebarak was, de verstikkende sfeer, maar toch voelde en voel ik me er thuis. Dus lees ik een boek over Egypte, dan is dat voor mij meestal een feest van herkenning en dat geldt ook voor het boek van Alexander Weissink waarvan ik, en met mij een bevriende boekhandelaarster in het midden van het land, het me overigens niet kan voorstellen dat hij de vreemd allitererende ondertitel zelf bedacht heeft: habibies, helden en huichelaars. Maar boeken moeten verkopen en uitgevers doen alles om de aandacht te trekken. Bovendien liggen de grenzen niet zo strak. Ik kan zo voorbeelden geven van Egyptenaren die én habibies zijn, én helden én huichelaars, allemaal tegelijkertijd.
Toch dien ik als recensent afstand te nemen. Immers, het overgrote deel van de Nederlandse lezers van dit boek heeft geen Egypteverleden zoals ik. Toen ik daar wat dieper over nadacht, bedacht ik dat het oordeel van die gemiddelde Nederlandse lezer die geïnteresseerd in Egypte is wellicht vernietigend over het land en het volk zal zijn. Het boek van Weissink gelezen hebbend, zal niemand het dichtslaan en direct een enkeltje Cairo kopen om zich definitief in het land aan de Nijl te vestigen. Integendeel, hij zal zichzelf en zijn omgeving verbieden ooit naar dat land te gaan. Want er is niets, werkelijk niets in het land dat goed is of goed loopt.
In tien hoofdstukken behandelt Weissink maatschappelijke thema’s in het moderne Egypte waarvan het ene nog meer ten hemel schreiend is dan het andere. Het hoofdstuk met de titel ‘Zwijnen’ handelt over de positie van de christenen in het land, de Kopten, die 10% van de bevolking uitmaken, of 20%, of 15%, in elk geval heel veel. Iedereen geeft desgevraagd een ander percentage aan, waarbij de Kopten zelf de neiging hebben de percentages flink naar boven af te ronden. En er gaan verhalen de ronde dat er ook ‘heel veel’ moslims zijn die zich tot het christendom willen bekeren of dat inmiddels hebben gedaan, een kwestie die telkens weer voor veel commotie zorgt en zelfs tot rellen en doden. Maar het regime van Moebarak deed dergelijke zaken af als burenruzies, uit de hand gelopen feestjes en partijen. Nooit zou het het beestje bij de naam noemen, namelijk dat het hier om religieus bepaalde conflicten gaat. De Kopten waren evenwel een schandalig onderdrukte minderheid, ze konden nauwelijks hoge posities in het bestuur verwerven, en voor het herbouwen, repareren of nieuw bouwen van kerken hadden ze de toestemming nodig van de president zelve. Het bizarre is dat de koptische paus Shenoeda III de bescherming van het Moebarak-regime prefereerde in plaats van zich er tegen te verzetten. Rationale was dat het alternatief, een ‘vrije’ positie met op de achtergrond de eeuwig vermeende dreiging van de moslimbroederschap, tot nog meer problemen zou leiden. De paradox in het post-revolutionaire Egypte is nu dat de koptische leiding in zekere zin het nakijken heeft terwijl de Kopten, en dat is ongekend, of de Paus het nu wel of niet goed vindt, de straat opgaan om voor hun rechten te strijden.

Het boek van Weissink beschrijft de deplorabele omstandigheden waarin bedoeïenen op het Sinai-schiereiland moeten leven, gewantrouwd als ze worden als niet-echte-Egyptenaren en bondgenoten van de vroegere Israëlische bezetter (1967-1982). We lezen over de schrijnende armoede waar miljoenen en miljoenen Egyptenaren in leven, de ramadantafels die worden opgezet tijdens de vastenmaand waar armen en minder armen kunnen aanschuiven. De tafels worden gefinancierd door plaatselijke soms op onverklaarbare wijze zeer welvarend geworden mensen die hun goedheid vaak vooral om opportunistische, politieke motieven willen tonen. De verkiezingen waarvoor het regime niet eens meer de moeite deed om te verhullen dat er schandalig gefraudeerd werd. De homoseksuelen die niets anders willen dan het land ontvluchten omdat ze zichzelf niet kunnen zijn, niet alleen vanwege de onderdrukking maar ook vanwege traditie en islam. De jongemannen die zich aan de oudere westerse vrouwen aan de Rode Zeekust verkopen, letterlijk en figuurlijk. De wanhoop om een inkomen te genereren, de vernederingen die ze zichzelf aandoen maar ook het gewin dat ze uit de relaties met de dames op leeftijd halen: geld, voor familie en studie, voor een winkeltje.
Toen ik het boek uit had, was mijn gevoel voor Egypte niet veranderd. Ik houd nog steeds van het land, al blijven de taxiritten immer dodenritten. Ik schreef het al aan het begin van deze recensie: ik ben gekleurd. Maar dat heeft ook wel weer een voordeel. Want als ervaringsdeskundige heb ik weet van alle drama’s die dit land overkomen zijn, maar ik weet ook dat Egyptenaren warme, vrolijke, irritante en vooral echte mensen zijn. Daarom is het woord huichelaars onder de titel van dit boek zo onterecht. Je zou ze huichelaars kunnen vinden, maar je hebt ze altijd door, je weet waarom ze handelen zoals ze handelen, en dat kun je best dubbelzinnig vinden, maar huichelen, nee, dat doen ze niet.
Tahrir heeft alles veranderd. Moebarak is weg. Ook Weissink beschrijft zijn ervaringen. Je kunt er allerlei beschouwingen aan wijden hoe het nu verder moet, maar vast staat dat de Egyptenaren even warm en echt blijven als ze altijd al waren. En dat met de revolutie er nu kansen zijn om gerechtigheid voor iedereen te realiseren, al zal de weg lang en bochtig zijn. Hoe dan ook, het is hoog tijd voor een ieder, die wil weten hoe het toch zo ver heeft kunnen komen, dit boek te lezen en vervolgens een ticket, retour, naar Cairo te boeken om Egypte aan den lijve mee te maken.
Boekgegevens
Titel: Egypte, Habibies, helden en huichelaars | Auteur: Alexander Weissink | Uitgeverij: De Bezige Bij | Aantal pag.: 335 | ISBN: 9789023466277
Voor meer informatie/bestellingen: klik hier.
Ben al vele malen in Egypte geweest en kan De Ruiter alleen maar gelijk geven. Egypte is een bizar land, maar wel een land om van te houden. Ik zal het boek gaan lezen.
mgQWBu sjytgeijffxs