Zijn invalshoek is origineel, maar niet nieuw. De Wijer legt een soort romantisch verlangen aan de dag naar dominees van een vorige generatie, die nog onbekommerd en onbeschroomd de belangrijkste culture uitingen van hun tijd van theologisch commentaar voorzagen. De predikant die relevant is en geen onzin verkoopt (p. 10). Zo wil hij ook zijn. De vraag is, of hem dat met dit boek is gelukt.

De Wijer verkoopt geen onzin. Bij elk van de besproken boeken heeft hij heel wat te melden. Telkens volgt hij daarbij hetzelfde procedé. Tegenover de betreffende bestseller worden een of meer Bijbelse verhalen geplaatst met een vergelijkbare thematiek. Zo staat tegenover de familieroman Bonita Avenue het boek Genesis waarin de onderlinge verhoudingen tussen vaders en zonen, moeders en dochters zo mogelijk nog complexer is dan bij Buwalda, waar in zijn familiedrama de hoofdpersoon/vader uiteindelijk grandioos te gronde gaat. Naast deze overeenkomst (familie = drama) noemt De Wijer als verschil tussen Bijbel en Buwalda, dat de laatste geen hoger plan in de gebeurtenissen erkent, waar de eerste dat wel doet namelijk door ‘ het geloof in de goede afloop van de dingen’ (p. 88). Dat geloof is gebaseerd op de roepstem van God (hoewel De Wijer tegelijk stelt dat daarmee ‘de ellende pas begint’) en op het vermoeden dat er voor de mens ergens ‘zegen’ te vinden is, zo begrijpen we van de auteur op dezelfde aangehaalde pagina. Ik zal niet beweren dat dit onzin is, al blijft het wat oppervlakkig, maar de vraag is of het relevant is om ons inzicht in de besproken literatuur te verdiepen.

Dezelfde vraag komt op bij lezing van de overige hoofdstukken. Het diner van Herman Koch wordt geconfronteerd met het profetenboekje Jona. De Wijer verklaart deze verrassende vergelijking door de hoofdpersoon van Koch een angry young man te noemen, vol met half onderdrukte weerzin tegen de mensen om hem heen, iets waar Jona ook aan lijdt. Rancuneuze types. Dat de hoofdpersoon in de roman op het laatste een psychopathische patiënt blijkt te zijn – een gegeven dat de hele roman ontwricht – valt buiten het punt van vergelijking want Jona’s woede wordt verder niet gediagnosticeerd. Alhoewel? De bijbelschrijver neemt zijn toevlucht niet tot de psychopathologie (daarmee was hij natuurlijk ook niet bekend), maar houdt de mogelijkheid open dat de houding en mentaliteit van Jona iets vertelt over onze eigen woede en vernietigingsfantasieën. De vraag van God wordt dus ook aan ons gesteld: is onze woede terecht? (p. 105).

Ook dit is geen onzin. De vraag is echter wel, of een vergelijking met Jona hier relevant is. Werpt het een nieuw licht op de roman? Begrijpen we daardoor beter waar woedegevoelens vandaan komen? Is dat trouwens met het oog op de roman van Koch nog wel een werkelijke vraag, als de hoofdpersoon psychisch gestoord blijkt te zijn? Immers, met een ‘doorgedraaide gek’ hoeft de lezer zich niet meer te identificeren.

God-boekenbal
Beeld door: Bol.com

De vergelijkingen tussen bijbel en literatuur zijn soms verrassend maar doen ook wat willekeurig aan. Ze helpen niet echt om de besproken romans beter te begrijpen. Ook het belang van de genoemde Bijbelfragmenten wordt niet vergroot door ze met eigentijdse romans te verbinden. Wat voegt een vergelijking tussen God is gek van Kluun (overigens geen roman maar een essay t.g.v. de Maand van de spiritualiteit in 2009) en koning Saul toe, zowel aan het begrip van de een als de ander? Hetzelfde geldt voor de vergelijking tussen de Bijbelse Jefta en Van der Heijden. Beiden verliezen een kind, maar de omstandigheden waaronder dat gebeurt verschillen fundamenteel.

Uiteindelijk behandelt De Wijer slechts een paar boeken. Aan zijn literatuurbesprekingen voegt De Wijer een hoofdstuk over de film Avatar toe, alsmede een in de opzet van zijn boek wat verdwaald stuk over Geert Wilders. Daarin neemt hij de gelegenheid uitgebreid in te gaan op de boeken Ezra/Nehemia die nog niet zo lang geleden op het oecumenisch leesrooster stonden. Dat voedt mijn vermoeden dat de analyses van de Bijbelboeken er eerder waren dan de confrontatie met de ‘literatuur’. Kortom, dat de literatuur, naar goed predikantengebruik, weer eens dienst doet als illustratie en niet zozeer als inspiratie.

De manier waarop hij zichzelf in de besprekingen opvoert, inclusief cursief gedrukte inkijkjes in zijn pastorale praktijk, wekt op den duur een zekere irritatie. Het idee om vanuit een theologisch perspectief moderne literatuur te bespreken kan vruchtbaar zijn. Maar dan liever niet alleen op bestsellers focussen. Er is buiten de lijstjes vaak interessantere literatuur te vinden. Ook voor dominees die relevant willen zijn.

Voor boekgegevens/bestellingen: klik hier.

bert altena 2024 – kopie

Bert Altena

Predikant

Bert Altena (1963) is als predikant werkzaam in de Protestantse Gemeente Oost-Groningen. Hij promoveerde in de theologie en geeft …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.