Een non-fictie boek over een heikel onderwerp leek me een grote uitdaging. Maar Safran Foer had me vanaf de eerste bladzij te pakken. Wellicht omdat klimaatverandering ook mij aan het hart gaat. Maar ook doordat hij het toch weer op een andere manier aanvliegt, en het een eerlijk onderzoek is naar de vragen: waarom doen we (doe ik) zo weinig, wat moet er gebeuren om mensen in beweging te krijgen? Hij omschrijft de ‘planeetcrisis’ (wat volgens hem de lading beter dekt dan ‘klimaatcrisis’) als een geloofscrisis: mensen zien het niet, voelen het niet, willen het niet weten, geloven niet dat het zo ernstig is als wetenschappers zeggen.
Hij onderzoekt diverse lagen in het gedrag van mensen. Hoe werkt in dit geval ons waarschuwingssysteem? Hoe komt het dat we er wel door geschokt worden, maar het ons niet zo emotioneel raakt dat we anders gaan handelen? Er zou een wave moeten ontstaan, van mensen die opstaan en anderen mee trekken. Maar er zit een rem op.
Verweven in het verhaal met veel noten en citaten, veel cijfers en onderbouwingen, is het verhaal van zijn Joodse familie. Grootmoeder, zijn kinderen, zijn cultuur en gewoonten. Zoekend naar lijnen in de geschiedenis, verbondenheid, verantwoordelijkheid, levensbepalende keuzes. Steeds weer drijft zijn eigen worsteling boven: hij wil geen dierlijke producten eten vóór het avondeten, maar waarom lukt dat zo slecht? Terwijl hij zo goed weet (wat hij ook in het boek Dieren eten omschreef) welke impact de veeteelt heeft op de toestand van de aarde. Hij tackelt gemakkelijke argumenten en vraagt om opoffering. Om collectieve actie, om transformatie van gedrag en consumptie om deze planeet en vooral het leven (van mensen, dieren en planten) te redden. Hij hekelt de ideeën van iemand als Stephan Hawking die als oplossing zag om dan met z’n allen een andere planeet te koloniseren. Nee, de aarde is ons huis, ons thuis.
Hadden we allemaal maar een overzichtservaring: dat we zoals de astronauten vanuit de ruimte onze aarde konden zien, en bevangen worden door haar schoonheid en kwetsbaarheid. Iedereen heeft het recht zich thuis en veilig te voelen op deze aarde. We moeten dat huis redden, we moeten niet wachten tot we ons betrokken of geraakt voelen: we moeten zorgen dat bomen, ijs, bergen, graden, soorten, levens gered worden ‘snel, spoedig en zonder dralen’ waarbij hij een Joods gebed voor de zieken citeert.
‘Wij zijn de zondvloed en wij zijn de ark’ schrijft hij, en dat zou een goede samenvatting van de inhoud kunnen zijn. Niemand kan de klimaatverandering herstellen, en iedereen kan de klimaatverandering herstellen. Vindingrijkheid is daarbij een belangrijke. Maar ook zelfonderzoek en opoffering. Een deel van het boek is een beschrijving van zijn gesprek met zijn eigen ziel, die vragen stelt, inzicht wil, eerlijkheid vraagt, contact blijft leggen met hart, geest en realiteit.
Zijn pleidooi voor gedragsverandering is goed onderbouwd en overtuigend. Hij bestrijdt fel de meningen van mensen die ervan overtuigd zijn dat consumentengedrag, individuele veranderingen, geen enkele invloed hebben. Hij pleit voor ethische keuzes, ethisch leven: doe jij wat nodig is? Wat voor iedereen en voor de aarde nodig is? Collectieve revolutie en transformatie wordt altijd door individuen gedragen. Laten we deze planeet behandelen alsof we maar één planeet hebben, want dat is de realiteit. Laten we stoppen met consumeren alsof er vier planeten voor handen zijn. Het beeld van de planeet als ons enige huis keert steeds terug, maar we zijn bezig onszelf en ons huis te doden omdat de keuze voor doodgaan makkelijker is dan de keuze voor leven. Geloven we het nog steeds niet? Hij hoort vaak: we moeten er iets aan doen. Maar laten we dan ook opstaan, de wave in gang zetten, ons gedrag veranderen.
Hij besluit met een brief aan zijn zonen. Om nog een keer uit te leggen wat hem drijft en weerhoudt. Bang als hij is om later verwijten te krijgen: waarom deed je niets, je wist het toch, wat heb je zelf veranderd? Laten we in gesprek blijven zegt hij. Met jezelf, met je ziel, met anderen. Om samen een thuis te maken.
Dit boek heeft daar voor mij genoeg stof toe gegeven. Safran Foer nam zich voor om na het schrijven van dit boek ook geen zuivel en eieren meer te eten (de wereld redden begint bij het ontbijt). Ik ben benieuwd. Wat mij betreft heeft hij met dit eerlijke onderzoek veel bijgedragen aan de beweging van zorg voor ons gemeenschappelijk huis (om met Paus Franciscus in Laudato si’ te spreken). Op hoop van zegen. En van keuzes.