Het kloeke boek opent met een staalkaart van religiecritici. Kritiek op de religie is er altijd geweest. Maar vanaf de 19e eeuw is de vaart er wat dat betreft pas goed ingekomen en werd door allerlei denkers de religie onder vuur genomen. Ze worden achtereenvolgens door Den Besten behandeld. Na de zoveelste religiecriticus ontkom je als lezer niet aan de indruk dat alle argumenten op een gegeven moment wel genoemd zijn.
Na deze ‘opening’ van ruim 150 pagina’s gaat de auteur vervolgens in de tegenaanval en besteedt hij de rest van zijn boek om aan te tonen dat religie best wel van waarde kan zijn. Immers, de Verlichting kent ook haar schaduwzijden (1). Religie werd (her)ontdekt als belangrijk sociaal bindmiddel (2). Het religieuze kent een eigen onherleidbaar domein, verwant aan de kunsten en andere geestelijke activiteiten (3). De rede is ook niet alles (4) en het is, tenslotte, mensen eigen religieuze ervaringen te hebben (5). Beetje kort door de bocht misschien om de rest van het boek (een kleine 400 pagina’s) in vijf zinnen samen te vatten, maar het geeft de strekking wel aardig weer.
Dit boek is een vervolg op Van animisme tot ietsisme (2007) dat volgens de achterflap een ‘standaardwerk’ wordt genoemd. Daarin wordt een overzicht van het denken over religie en haar plaats in de West-Europese samenleving geboden. Blijkens dezelfde achterflap heeft het goede recensies gekregen: “goed”, “degelijk” en “erudiet”. Ik kan me voorstellen dat een uitgever dergelijke soundbites graag benut om een nieuw boek aan te prijzen. Maar is het in dit geval ook terecht?
Daarover heb ik mijn aarzelingen. Erudiet zou het zijn als Den Besten niet slechts de denkbeelden van anderen had weergegeven, maar deze in een verklarend perspectief had geplaatst, of voorzien had van een historische interpretatie. Maar dat ontbreekt grotendeels. Hij vertelt geen verhaal. Hij somt op. Dat doet hij razend knap en met bewonderenswaardige uitvoerigheid. Maar tegelijk ontbreekt daardoor de samenhang in het boek. Het zijn keurig gemaakte overzichten. Het leest als één lange aaneenschakeling van ideeën, zonder duidelijk verband met sociale of maatschappelijke achtergronden. Alsof ideeën inwisselbaar zijn en alsof religie (en religiekritiek) losgezongen is van de materiële en historische werkelijkheid. Den Besten weet natuurlijk ook wel dat dat niet zo is. Aan het eind van de inleiding op het boek (p.18) schrijft hij: “Helaas kan ik de context waarin die kritiek (op de religie, BA) en de antwoorden daarop ontstonden niet schetsen, omdat dit boek dan veel te omvangrijk zou worden”. Aan deze keuze gaat het vervolg dus mank. Helaas, want met wat redactionele ingrepen had de weergave veel beknopter gekund zodat er ruimte zou zijn geweest tot een meer coherente benadering.
Het maken van overzichten kan natuurlijk een verdienste zijn. En als zodanig is dit boek waardevol. Maar overzichten geven geen inzicht, zoals bijvoorbeeld A Secular Age van Charles Taylor wel doet. Het is al met al een beetje Wikipedia in boekvorm. Reuze handig, maar erudiet is anders.
Voordat Den Besten predikant werd heeft hij in het onderwijs gezeten. Het is alsof in zijn manier van schrijven beiden samenkomen, de dominee en de onderwijzer. Hij heeft onmiskenbaar een talent om uit te leggen, om de inzichten van anderen op een heldere manier te presenteren, om samen te vatten en weer te geven. Dat maakt dit boek waardevol voor ieder die iets dergelijks zoekt. Misschien prikkelt het de schrijver zelf om de interdisciplinaire aanpak die hij zelf in de inleiding wenselijk acht, ook nog eens te beproeven. Voor iemand die zo graag – en makkelijk – schrijft, lijkt me dat een mooie uitdaging.
Boekgegevens
Leen den Besten, Illusie of verlichting. Kritiek op en betekenis van religie, Skandalon Vught 2011, 544 p., € 33,50
Klik hier voor meer informatie/aanschaf boek.
Dat de recensent er in slaagt al enkele dagen na verschijnen van mijn (dikke) boek een recensie te schrijven, terwijl hij intussen druk bezig was met andere zaken (aldus het verslag van zijn studieverlof), vind ik bijzonder. Hij maakt enkele rake opmerkingen. Die neem ik ter harte. Helaas heb ik sterk de indruk, dat hij slechts de inleiding en gedeelten van het eerste hoofdstuk gelezen heeft en de rest heeft doorgebladerd. In zijn samenvatting in vijf punten herken ik nauwelijks wat ik heb geschreven.