De grote handelscompagnieën van de Republiek maakten gebruik van gereformeerde voorgangers, voor hun eigen personeel overzee op de diverse handelsposten en in de koloniale bestuurscentra. Dezen kregen natuurlijk ook te maken met de inlandse bevolking en met de daar gehouden slaven. Later volgden ook andere kerkgenootschappen en vanaf de negentiende eeuw waren er in de koloniën ook onafhankelijke zendingsverenigingen actief.

Tot nu toe is dit deel van de kerkgeschiedenis weinig belicht geweest. In de koloniale geschiedschrijving is daarnaast de rol van kerken nauwelijks voorwerp van onderzoek. Deze bundel wil daar verandering in brengen en de beide vakgebieden bij elkaar brengen. Dat gebeurt door de diverse manieren waarop kerk en kolonie vervlochten zijn geweest aan de hand van steeds één casestudy uit te lichten. Zo wordt bijvoorbeeld ingezoomd op de praktijk van dank- en biddagen in Batavia in de achttiende eeuw, gaat het over de rol van de zendingsmissie voor de vrijheidsstrijd van slaafgemaakten in Suriname, of over de manier waarop de zendingsorganisatie vanuit de negentiende-eeuwse Reveilbeweging in Nieuw-Guinea opereerde.

Het levert een caleidoscopisch beeld op, waardoor je des te meer beseft dat de begrippen uit de titel van het boek, kerk, kolonialisme en slavernij, stuk voor stuk te eendimensionaal zijn om de werkelijkheid te dekken.

De kerk manifesteerde zich in verschillende gedaanten. De Gereformeerde Kerk (later de Nederlands Hervormde Kerk geheten) was nauw verstrengeld met de koloniale politiek van de Republiek, maar er waren ook predikanten die een tegengeluid lieten horen en opkwamen voor de situatie van het inlandse personeel en/of de slaafgemaakten. Soms kon de kerk ook plaats zijn waar christenen van kleur zichzelf konden ontwikkelen. Hét voorbeeld dat in de bundel een aantal keren wordt genoemd is de eerste zwarte predikant Jacobus Captein (1717–1747), die in Leiden werd opgeleid.

Kolonialisme vertoont door de eeuwen heen verschillende verschijningsvormen, al blijft de kern natuurlijk de volstrekt ongelijke en onrechtvaardige verhouding tussen de westerse elite en het gedomineerde gebied, de kolonie als economisch wingewest.

Slavernij is in de kern ook getypeerd door onrechtvaardigheid en ongelijkheid, maar het is verkeerd om hiernaar te kijken vanuit een frame van passief en actief. Ook slaafgemaakten, vrijgelatenen en lokale bevolking hebben handelingsmogelijkheden (agency). In nieuwer onderzoek wordt daarom het belang van hun perspectief meer benadrukt, waardoor je anders gaat kijken en waarderen.

Het belang van dat laatste is duidelijk. In de diverse artikelen blijkt hoezeer de (kerk)geschiedkundige afhankelijk is van beperkte en vaak eenzijdige bronnen. Die bronnen hebben interpretatie nodig, om ze een verhaal te laten vertellen. Welk verhaal vertel je? Om recht te doen aan de multiperspectiviteit en aan de meervoudige verstrengeling van kerk en kolonialisme, is het soms nodig je gegevens aan te vullen met verbeeldingskracht en tussen de regels van je bronnenmateriaal door te lezen.

Een mooi voorbeeld daarvan is de beschrijving van de praktijk van Sri Lankaanse ‘bekeerlingen’, die in de ogen van Nederlandse predikanten in hun visitatierapporten onzuiver was. Geheel volgens de eigen cultuur combineerden zij verschillende rituelen uit meerdere religies: “In de zeventiende en achttiende eeuw waren er dan ook Sri Lankaanse ouders die zowel hun kind ten doop hielden, als met het advies van de astroloog het ritueel uitvoerden voor het eerste vaste voedsel voor de baby. Voor Nederlandse predikanten was dit een onmiddellijk teken dat de doop zelf een onoprecht uitgevoerd ritueel was, terwijl dit vanuit Sri Lankaanse cultuur dus niet zo uitgelegd had hoeven worden” (p. 78).

550×806

In de epiloog reflecteert de Amerikaanse historicus Danny Noorlander, expert in koloniale studies, op de diverse artikelen. Interessant is dat hij vraagtekens zet bij de mate van agency die wordt toegeschreven aan de zwarte predikant Captein, die zelf de slavernij bleef verdedigen. “Mij lijkt zijn loopbaan eerder een voorbeeld (…) van gebrek aan agency als het om slavernij gaat. Zelfs een voormalig slaafgemaakte was niet in staat om de morele verbeelding van de mensheid te verbreden, of om een ander geluid te laten horen dan de meerderheid van de predikanten over dingen die we vandaag afschuwelijk en beschamend vinden” (p. 157). Noorlander wijst er ook op dat Capitein de slavernij niet alleen verdedigde omdat hij aan een christelijke universiteit had gestudeerd: “.. wie dat beschouwt als de enige invloed op zijn visie kent ten onrechte alleen belang toe aan christelijke, Europese opvattingen en tradities. Capitein kwam uit de Akan-cultuur op de Goudkust, waar slavernij en andere vormen van onvrijheid door iedereen als normaal en legitiem aanvaard werden. Hij had geen enkele aanleiding om daar opeens van mening over te veranderen, te meer omdat zijn nieuwe geloof dat niet vereiste” (p. 160).

Het maakt goed duidelijk dat de meervoudige verwevenheid van diverse perspectieven van belang is om de geschiedenis goed te kunnen duiden. Dat doen we natuurlijk altijd ook nog eens vanuit ons eigen perspectief, met een – gelukkig – verscherpt gevoel voor het systematische onrecht dat eeuwenlang mensen is aangedaan.

In de diverse artikelen wordt regelmatig opgemerkt dat ‘nader onderzoek’ nodig of gewenst is. Dat is met de aard van deze publicatie gegeven, maar ook met het thema dat we nu pas goed in het vizier krijgen. Voor het actuele gesprek in de kerk (en de samenleving) is het nodig én gewenst, om ons, ook na dit herdenkingsjaar, te blijven verhouden tot deze donkere geschiedenis, om te erkennen wat er is gebeurd, de schade en de schande die tot vandaag doorwerken. Dit boek levert daar een belangrijke bijdrage aan.

Bente de Leede en Martijn Stoutjesdijk (red.). Kerk, kolonialisme en slavernij. KokBoekencentrum, Utrecht 2023, 168 pag.

bert altena 2024 – kopie

Bert Altena

Predikant

Bert Altena (1963) is als predikant werkzaam in de Protestantse Gemeente Oost-Groningen. Hij promoveerde in de theologie en geeft …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.