Hoewel Martijn van Leerdam de afgelopen zes jaar in Amsterdam heeft gewerkt (en sinds kort in Rotterdam in de Pauluskerk) en Gerrit van Dijk in 2019 is beroepen naar Driebergen, refereren ze voor dit boek uitsluitend aan de jaren (van 2010 tot 2017) dat ze allebei predikant in Maassluis waren. Ze beginnen met vast te stellen, dat niet alle geloofsgemeenschappen te maken hebben met krimp. Voor Maassluis noemen ze het voorbeeld van de explosieve groei van een Evangelische Gemeente en de Nederlands Gereformeerde Kerk ter plekke. Terecht merken ze op, dat die groei voor het grootste gedeelte niet te danken is aan bekeringen, maar aan het feit, dat veel mensen (en vooral jonge mensen en jonge gezinnen) uit de traditionele kerken overstappen naar deze behoudender gemeentes.
Ik kan dat overigens voor Amsterdam bevestigen. Jeruzalemkerk en Noorderkerk en ook nieuwe evangelische stromingen houden goed stand of groeien zelfs, terwijl de meeste overige gemeentes leden verliezen en/of vergrijzen. Jongeren hebben niet zelden het gevoel dat er te weinig gebeurt in de traditionele gemeentes en dat wat er gebeurt hen steeds minder boeit. Tot slot van hun betoog over krimp relativeren ze wel met een historische beschouwing dat er altijd al een op- en neergaande beweging is geweest.
Dat is zeker waar, maar doet niets af aan het feit, dat de kerkverlating die in de jaren zestig van de vorige eeuw is ingezet, geenszins is gestopt en dat we dus over een periode van ruim zestig jaar alleen maar neergang hebben gezien. Ik werd in 1982 predikant en schat dat de kerken in Amsterdam sindsdien de helft van hun leden hebben verloren. Tegelijk stel ik vast dat ik in de laatste twintig jaar (vanaf 2005 was ik predikant voor leerhuiswerk) op mijn cursussen niet zelden mensen trof die wel trouw naar het leerhuis kwamen, maar zelden of nooit naar de kerk. Zou het kunnen zijn, dat de gesprekken daar diepgaander zijn en dat daar behoefte aan is?
Tegelijkertijd, al zijn ze ervan overtuigd ‘dat de kerk naar de haaien gaat’ getuigen de beide schrijvers van hun enthousiasme voor het werk in de kerk en zien ze ook (betrekkelijk) perspectief op een kerk die present is bij maatschappelijke ontwikkelingen. Ik deel die mening, maar zie ook dat het veel te weinig gebeurt. Ons leerhuis hield een discussiebijeenkomst over de oorlog tussen Israël en Hamas. De algemene kerkenraad, die daarover wel geïnformeerd was, deed niet mee. Afgelopen zondag was ik bij de herdenking van de Februaristaking. Waarom leggen talloze maatschappelijke instellingen daar kransen, maar onze Amsterdamse kerk niet?
De auteurs staan voor een betrokken kerk, die niet meewaait met elke nieuwe trend, maar ruimte biedt aan mensen met vragen en hun verdriet deelt. Die niet, omdat er helaas geen jongeren komen, ook het kerkenwerk van en voor ouderen afbreekt of niet serieus neemt. Ik ben blij met dit boekje en hoop dat het in veel gemeentes die met deze problematiek worstelen, gelezen en besproken zal worden.
Gerrit van Dijk en Martijn van Leerdam. Krimp. Waarom de kerk naar de haaien gaat maar wij toch hoopvol zijn. KokBoekencentrum 2023. 160 pag., € 16,99. ISBN 978 90 435 4009 4.
Dit artikel verscheen eerder in Ophef, het ’tijdschrift voor hartstochtelijke theologie’ van de Vereniging voor Theologie en Maatschappij.