Traditioneel wordt religie gezocht op de daarvoor aangewezen plaatsen, zoals kerken en kloosters, of in specifieke symbolen en rituelen, of – zeker geldt dat voor het christendom – in bepaalde heilige teksten. Maar er zijn meer vindplaatsen van religie, die je echter pas kunt zien als je blikrichting verandert. Als je in het alledaagse leven de sporen van religie leert ontdekken.
Op die ontdekkingstocht neemt de schrijfster je mee. Ze kiest daarbij telkens haar uitgangspunt in het dagdagelijkse leven. Als leidraad gebruikt ze de metafoor van het huis. Een huis met open verbindingen is de plaats waar mensen (samen)wonen, eten, drinken, liefhebben, studeren, slapen of de tuin onderhouden. Bij elk van deze alledaagse functies staat ze stil en probeert ze de religieuze dimensies daarvan te ontsluiten.
Het is een veelbelovende benadering om op deze manier het spirituele in het dagelijkse te leren zien. De titel van het boek ontleent ze aan de musicus Theo Loevendie, die zijn muzikale autobiografie met dit beeld schetst. Het raam in diens ouderlijk huis waardoor hij voor het eerst muziek echt hoorde. Later ging hij reizen om overal waar hij kwam muziek mee te nemen en te verwerken in zijn eigen composities. Op een vergelijkbare manier wil De Haardt haar theologie opbouwen uit de impressies en fragmenten die ze overal opdoet. Dicht bij huis en tegelijk in voortdurende wisselwerking met de wereld.
Wat opvalt is dat bij elke invalshoek die ze kiest ze uitvoerig gebruik maakt van literatuur of film om tot een theologische reflectie te komen. Daarmee wordt voorkomen dat de dagelijkse ervaringen waaruit ze theologiseert te zeer het al te persoonlijke karakter van de theologe vertoont, maar tegelijk is het een wat merkwaardig aandoende verdubbeling. Als lezer krijg je bij tijden de indruk dat de besproken roman of film er eerder was en dat de verbinding met de thematiek van de spiritualiteit van het alledaagse pas daarna wordt gemaakt. Soms is de indruk dat de bespreking op zichzelf staat en achteraf in de opzet van het boek is geplaatst.
De Haardt schrijft regelmatig over glimpen of sporen van ‘goddelijke aanwezigheid’ die ze in de besproken kunstuitingen ontdekt en die haar helpen om dezelfde glimpen in het dagelijkse leven op te vangen. Haar boekje is een oproep om tot verwondering te komen, om “openheid, aandacht en verwondering voor de plaatsen waar we ons bevinden” (28).
De kracht van haar benadering is dat ze het spirituele in het alledaagse aanwijst. De zwakte is dat dit niet meer articulatie vindt dan in de wat bleke term ‘goddelijke aanwezigheid’ waarvan niet precies duidelijk wordt wat ze daarmee bedoelt. Dat roept de vraag op of theologie op deze manier geen overbodige verdubbeling van de werkelijkheid is. Voegt de theologe met haar analyses werkelijk iets toe, opent ze een perspectief op de werkelijkheid dat we omwille van ons eigen heil en dat van de wereld niet kunnen missen? In de laatste vraag schuilt een urgentie, die je in haar benadering graag wat sterker had willen ervaren. Nu blijven het interessante, maar ook wat oppervlakkige theologische excursies in en om het eigen huis.
Boekgegevens
Auteur: Maaike de Haardt | Titel: Raam op het zuiden. Religie en spiritualiteit van het alledaagse | Uitgeverij: Meinema Zoetermeer | Aantal pag.: 128 pag. | ISBN: 9789021143378 | Prijs: € 15,00