Het was begin jaren negentig dat ik als student een boekje ontdekte van Wim Jansen dat ik nog altijd binnen handbereik heb liggen. Het verscheen in 1991 en heet ‘Moet ik dat geloven? Onderdrukking en bevrijding in geloof en kerk’. Het boekje bestaat uit vier onderdelen: De onderdrukkende God (in zes hoofdstukken), De onderdrukkende Letter (in drie hoofdstukken), de onderdrukkende Kerk (in één hoofdstuk), uitmondend in tien laatste pagina’s over Wegen van bevrijding.

Het is een zegen dat Jansen destijds op vakkundige en intelligente wijze afrekende met zoveel christelijke en kerkelijke onderdrukking (“het heidendom binnen het christendom”, noemde hij dat) en tenslotte – al was het maar kort – een poging deed tot het formuleren van een alternatief van bevrijding in de christelijke geloofstraditie. In de talloze boeken die volgden, probeerde Wim Jansen woorden te zoeken voor juist die bevrijdende ervaringen. ‘Telkens een lichtkring dieper’ is daarvan opnieuw een getuigenis.

Zelf ben ik nog altijd geneigd zijn boekje uit 1991 uit de kast te trekken als ik een dominee of zeer overtuigd christen nogal absolute, en vaak ook onbarmhartige, uitspraken hoor doen over God, Jezus of de Bijbel. Ik herlees en onderstreep dan fragmenten uit de hoofdstukjes De kankerverwekkende god of De zure god en vooral De genoegdoening-eisende god. En van Jansen leerde ik, dankzij dit boekje uit 1991, het woord biblicisme.

Het inspirerende van Wim Jansen is dat hij na de heldere en goed onderbouwde afrekening met vormen van onderdrukkend christendom, standvastig en gepassioneerd op zoek is gegaan, en ook blijft gaan, naar wat hem juist wel troost en zaligheid biedt: de ervaring gevonden te zijn en gedragen te worden door de Liefde, de innerlijke werkelijkheid van God die het menselijk verstand te boven gaat. Is Jansen misschien op de golven van een (on)zekere bevindelijkheid, vrijzinnig geworden?

Maar vrijzinnigheid lijkt voor Jansen niet zozeer een doel of programma te zijn. Het is eerder de kerkelijke omgeving waar de Geest hem onvermijdelijk heen leidde. Zo was ik op een warme zondag in de zomer van 2023 aanwezig in een viering van Vrijzinnig Hattem waar Jansen voorging. Dat was een buitenkansje voor mij, omdat hij in Zeeland woont en niet heel vaak voorgaat in mijn regio (ik woon in Zwolle).

Ik herinner me een klein maar goed gevuld kerkzaaltje waar kaarslicht zichtbaar was, liederen klonken, gebaren tot uitdrukking kwamen en opbeurende woorden werden uitgesproken. Welke boodschap er te proeven was? Dat we juist in de duisternis het licht mogen ervaren. Dat we als mens niet kapot te krijgen zijn, ook al vallen we in een afgrond. Dat de dood ons niet klein krijgt. Dat we mogen leven! Dat proefde ik in die ingetogen viering in dat kleine kerkzaaltje. Niet als een rationele exercitie, maar als een diep doorleefde en troostende ervaring.

We dronken na afloop koffie in de ruimte ernaast (Jansen inmiddels zonder witte toga en vergezeld van zijn vrouw Eliane) en ik werd getroffen door zijn vriendelijke en vooral ook nuchtere en humorvolle woorden over het leven van alle dag. Alsof we daarnet samen naar die man in die toga hadden zitten luisteren die ons even had opgetild en die ons zicht had gegeven op onze reeds begonnen eeuwigheid.

Met deze persoonlijke aanloop, wil ik nu graag wat citeren uit twee hoofdstukjes uit het boek dat ik nu bespreek. In het hoofdstuk ‘De stilte’ schrijft Jansen onder meer (op pagina 80):

“Ik ontdekte dat God een innerlijke werkelijkheid is. Ja, dat ontdek je dan een keer maar je moet het elke keer weer ontdekken.

De uiterlijke god, de meneer in het heelal, die in grijpt in de uiterlijke omstandigheden, zit diep in ons aller systeem. Dat merk ik ook bij velen die zijn afgehaakt. Het is die god met wie zij nog een rekening te vereffenen hebben. Omdat hij een leugen is.

In de stilte ontdekte ik dat God een innerlijke werkelijkheid is. Die in jou vrede en rust creëert. En Liefde. Steeds meer, steeds meer liefde.

Hoe dat dan gaat? Niet uit te leggen, niet te verklaren. Je moet gewoon de stilte ingaan. En het zelf ontdekken.”

Wim Jansen. Telkens een lichtkring dieper, pag. 80

Dit is wat mij betreft een heel typerend citaat. En Jansen refereert in zijn boek regelmatig aan bekende mystici, filosofen, Godzoekers, poëzie en hedendaagse songteksten waardoor je weet dat hij aansluiting heeft gevonden bij een breed menselijk spoor. Mooi hoe het persoonlijke en universele elkaar weten te raken en elkaar ook weten te versterken.

Tegelijk deelt Jansen ook heel persoonlijke ervaringen. Bijvoorbeeld over hoe hij als kind engelen heeft gezien, een ervaring die hem deed sidderen en die heel bepalend voor hem werd (pagina 23-25):

“Vanaf toen wist ik dat ik in mijn leven een speciale roeping zou hebben. Zoals ik overigens geloof dat iedereen die heeft. Het besef: Ik behoor die andere wereld toe. Ik ben niet van mijzelf.”

Wim Jansen. Telkens een lichtkring dieper, pag. 25

Ik beschouw de persoonlijke ervaringen die Jansen deelt als een unieke vorm van vrijzinnige vroomheid, maar dan wel in de goede zin van deze twee woorden, die immers ook weer tekort kunnen schieten of vatbaar zijn voor misverstanden.

VoorkantboekWimTelkens (1)

Ik wil Wim Jansen bedanken voor het delen van zijn spirituele ervaringen. Ook nu weer, in dit boek. Hij cirkelt rond een onzegbaar geheim en weet tegelijk met woorden te getuigen dat er niet veel te overtuigen valt, behalve dan dat we als mens kostbaar zijn, een roeping hebben en dat we mogen vertrouwen, liefhebben en hopen, in welke omstandigheden we ons ook bevinden.

Spiritualiteit gaat religieuze en ideologische waarheden te boven en overstijgt grenzen tussen mensen. En dat draagt bij aan een innerlijke en tegelijk bovenpersoonlijke vrede waarnaar wijzelf en anderen vaak zo verlangen, en die de wereld ook zo hard nodig heeft.

Naast het boekje ‘Moet ik dat geloven?’ van Wim Jansen uit 1991, heb ik nu ook ‘Telkens een lichtkring dieper’ van zijn hand uit 2024, binnen handbereik liggen om eruit te lezen en citeren als ik dat even nodig heb. Dank je wel, lichtbrenger Wim!

Wim Jansen. Telkens een lichtkring dieper – groei en voorbestemming. Paperback, 169 pagina’s. ISBN 979 90 83 1334 85. Bureau Intermonde / Morgenland Uitgeverij, 2024.

Lees ook

Wimwinter2014

Voorpublicatie ‘Telkens een lichtkring dieper’ van Wim Jansen

Boekpresentatie op zaterdag 30 maart in Vlissingen

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Theo Brand

Eindredacteur

Theo Brand is journalist en politicoloog en werkt bij Nieuw Wij als eindredacteur. Religie, levensbeschouwing en politiek zijn …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.