Wie ingelezen is in het veld van diversiteit en inclusie, termen die vooral gebruikt worden in de organisatiewereld, en wie onderdrukking en marginalisatie aan den lijve ervaart, weet dat Luyendijks boodschap niet nieuw is. Naar aanleiding van het interview in de Volkskrant deelde ikzelf mijn gedachten op de social media, namelijk dat het intersectionaliteit is wat Luyendijk beschrijft zonder het zo te noemen, en dat hij doet waar hij zelf over schrijft. Na dit gedeeld te hebben, sprong ik vrijwel meteen op mijn fiets naar de boekhandel om het boek te kopen en lezen om zo een geïnformeerd oordeel te kunnen vellen over de details en nuances die in het interview niet tot uitdrukking komen.

Het boek had ik binnen twee dagen uit. Het is prima geschreven en goed te volgen. In het laatste hoofdstuk genaamd Verantwoording, waarin Luyendijk een aantal gemaakte keuzes uitlegt, meldt hij dat hij bewust koos om een inclusief geschreven en toegankelijk boek te schrijven om zoveel mogelijk mensen te kunnen bereiken. Een mooie en goede keuze.

Dat gezegd hebbende, is dit boek niet geschreven voor de meeste mensen die gemarginaliseerd zijn, zich hiervan bewust zijn en zich hierover ingelezen hebben. Het boek is geschreven voor de mensen die geprivilegieerd zijn, de mensen voor wie ongelijkheid en onderdrukking een ver van hun bed show zijn, de zeven-vinkjes mensen dus. Dat laatste is overigens wel een geinig aspect aan het boek. ‘Zeven-vinkje’ is een nieuwe benaming om geprivilegieerde cisgender witte heteromannen mee te omschrijven. Een gebbetje moet ook kunnen.

Halverwege het boek erkent Luyendijk dat hij zijn vele inzichten en voorbeelden te danken heeft aan de gesprekken met zogeheten diversiteitscommissies op de plekken waar hij al zijn lezingen gaf. Het was fijn om te lezen dat hij deze mensen en hun werk erkent en credits geeft. Ook schrijft hij relatief veel over klassenmigratie en klassen in het algemeen. Hij erkent dat Sinan Çankaya het daar vaak over heeft gehad in Nederland in onder andere het boek Mijn Ontelbare Identiteiten.

Maar er is wel het een en ander aan te merken op het boek. Zo haalt hij Leijten en Omtzigt aan als de blootleggers van het Toeslagenschandaal terwijl Azarkan en Siderius ook een belangrijke rol hebben gespeeld. Ook schrijft hij over “hoe bijna elke samenleving al eeuwenlang vrouwen en lhbti’s discrimineert.” Wat betreft lhbti’s is dat niet waar. Dat is een overblijfsel van kolonialisme, zoals ik eerder heb betoogd.

In een andere passage schrijft hij over hoe zeven-vinkjes zich moeten inzetten voor gemarginaliseerde mensen en groepen. Elk zeven-vinkje heeft namelijk een moeder, een zus, een dochter, vrienden die lhbti of van kleur zijn, ga zo maar door. Wellicht is dit waar, maar hiermee worden gemarginaliseerde mensen gereduceerd tot een eendimensionaal aanhangsel van een zeven-vinkje, zodat dat zeven-vinkje en zijn belevingswereld weer het centrum van de wereld is.

Luyendijk, die kort erna zijn Twitter-account gedeactiveerd heeft, twitterde dat de centrale gedachte van zijn boek gebaseerd is op de ideeën van hoogleraar Gloria Wekker. In het boek noemt hij weliswaar Wekker en legt hij haar concept van ‘witte onschuld’ uit aan de hand van haar boek. Maar in zijn boek schrijft hij niet wat hij twitterde: dat haar werk het fundament is van de boodschap van zijn boek.

Aan het einde van het boek beschrijft hij intersectionaliteit (p.172) en in de Verantwoording noemt hij dit woord expliciet. Maar hij heeft termen die hij zou moeten uitleggen geprobeerd te vermijden om de tekst inclusief en toegankelijk te maken. Daar valt wat voor te zeggen, want de boodschap mag en moet goed overkomen. Maar begrippen als ‘intersectionaliteit’ of ‘code switching’ hebben een belangrijke lading en het expliciet benoemen van deze termen maakt dat beter zichtbaar. Het concept intersectionaliteit is bijvoorbeeld in het leven geroepen door Kimberlé Crenshaw, een Zwarte vrouw. De term zelf en haar naam zijn nergens terug te vinden, los van het verantwoordingshoofdstuk. Vervolgens schrijft hij: “Wel kan zo de indruk ontstaan dat ik alles in dit boek zelf heb bedacht. Dat is totaal niet het geval.” Hij erkent het, maar noemt de gedachten-moeders waarop hij voortbouwt niet.

Het boek is een goede toevoeging aan het maatschappelijke debat over ongelijkheid en onderdrukking, ook omdat het – zoals het lijkt – voor een ander publiek is geschreven, namelijk de zeven-vinkjes. Maar zoals Clarice Gargard twitterde: hoe nu verder? Er ontbreekt een call to action. Wat gebeurt er hierna? Wat gaat Luyendijk nu doen? Hoe gaan we dat Lubach-effect wat hij noemt doorbreken? We hebben een beschrijving van het systeem waar we allemaal in opereren. En nu?

Eerlijk is eerlijk, het boek voegt zeker wat toe aan het debat. Maar de informatie is al vaker gedeeld in de afgelopen decennia, vooral door Zwarte vrouwen. En voor een groep mensen in Nederland onder wie ikzelf, voelt dat wrang.

De zeven vinkjes. Hoe mannen zoals ik de baas spelen. Joris Luyendijk. Paperback, 200 pagina’s. Uitgeverij Pluim, 2022.

Rocher_3 2

Rocher Koendjbiharie

Schrijver, spreker, podcaster en publicist

Rocher Koendjbiharie is schrijver, spreker, podcaster en publicist. Hij is oud-hoofdredacteur van online LHBTQIA+-platform Expreszo.nl. …
Profiel-pagina
Al 4 reacties — praat mee.