In de Koran zelf wordt bitter weinig gezegd over sharia, het stenigen als straf voor zware misdrijven of het oproepen tot een heilige oorlog. Het woord sharia komt maar één keer voor en dan in de betekenis van ´helder pad´, namelijk de weg die de profeet moet volgen om aan water te komen (Soera 57:25).

Deze rechte weg is in latere tradities uitgewerkt tot de sharia-wetgeving zoals wij die (denken te) kennen. Zo vinden we in de Koran ook geen voorschriften voor het dragen van de boerka of een duidelijk verbod om vrouwen een hand te geven. De man mag zijn vrouw slaan maar pas als andere middelen niet helpen en de meest pacifistisch ingestelde apologeten menen dat het alleen maar met een heel klein voorwerp mag gebeuren, bijvoorbeeld een tandenborstel! (´The hitting verse ´, Soera 9:5; Garry Wills, What the Qur´an meant 2017, blz. 189).

De voornaamste rol van de profeet is die van een waarschuwer; diegenen die niet willen geloven in de wederopstanding wacht een straf in het hiernamaals. Over het algemeen raadt Mohammed de gelovigen aan om beleefd te zijn en niet in discussie te gaan met twijfelaars en ketters, maar om alle aandacht te richten op het ware geloof.

De overleveringen van gewoonten en gezegdes van Mohammed die door de eeuwen vastgelegd zijn onder de naam Hadith, borduren verder op de beknopte stijl van de Koran. De Soenna (levenswijze) en de Hadith zijn verzamelingen van teksten die buiten de lijnen kleuren, wat niet betekent dat ze voor veel moslims van ondergeschikt belang zijn. Maar hoe vaak hoor je niet de stellige uitspraak: ´Het staat in de Koran´, terwijl dat net zo vaak niet het geval is?

‘Geen dwang in religie’

Akyol is correspondent voor onder meer The New York Times en Hurriet Daily News en in de inleiding van Reopening the Muslim Minds  beschrijft hij zijn abrupte arrestatie in Kuala Lumpur. Na het geven van een lezing op uitnodiging van het Islamic Renaissance Front werd hij opgepakt door de zedenpolitie (religion police).

In zijn toespraak over het gevoelige onderwerp afvalligheid in de Islam, pleitte hij voor het liberale standpunt dat een bestraffing slechts averechts werkt. Het bekende citaat ´er bestaat geen dwang in de religie ´ (soera 2:256) wordt vaak aangehaald door liberale moslims (en seculieren!) om het vreedzame karakter van de islam te benadrukken. Akyol erkent dat het meestal uit zijn verband getrokken wordt en dat de werkelijkheid niet zo rooskleurig is. De Deense geleerde Patricia Crone (†2015) heeft een opsomming gemaakt van zes uitzonderingen die de uitspraak relativeren. In de praktijk kwam er niet al te veel van terecht. In sommige vertalingen van de Koran werd het woord ´islamitische´ vóór het woord ´religie´ geplaatst. Er is geen dwang in de religie – zolang het over de islam gaat.

9781250256065

Hoe dan ook, Akyol werd opgepakt en moest een nacht in hechtenis doorbrengen. Dankzij diplomatieke druk en een bekende vader werd hij snel op vrije voeten gesteld.

Hij kan van geluk spreken dat het niet in een nog orthodoxer land dan Malaysia gebeurde; in onder meer Saudie Arabië, Sudan, Somalië of Yemen is de doodstraf voor afvalligheid in elk geval in theorie nog steeds van toepassing.

De exegeet Tabari (839-923), waarop Kader Abdolah zijn Koranvertaling baseert, vond ook de doodstraf passend voor degenen die beweren dat de Koran ´gecreëerd´ is en niet via de engel Gabriël op de Profeet neergedaald zou zijn (zie Crone, God´s Rule 2005). Maar volgens Akyol is er geen Hadith te vinden die geweld tegen blasfemie propageert.

Liberale traditie

Mustafa Akyol laat zien hoe de stagnatie van de ontwikkeling van de islam het gevolg was van de opkomst van een theologisch/politieke hydra die de bevolking steeds meer in een ijzeren greep hield. In de eerste eeuwen na Mohammed was er sprake van een intellectuele tweestrijd tussen de meer vrijzinnig ingestelde Mutazalieten en de orthodoxe Asharieten. De groei en bloei in de beginperiode kwam langzaam maar zeker tot stilstand en het gedachtegoed van de Mutazalieten leefde alleen in plaatselijke verzetshaarden. Het voluntarisme van God werd tegenover de vrije wil van het individu geplaatst met fatalisme en onderwerping als gevolg. De baanbrekende hervormer van de islam Fazlur Rahman (†1988) beschrijft het gevolg van de goddelijke beveltheorie van de Asharieten als een ‘intellectuele zelfmoord’.

De beroemde wijsgeer en theoloog  al-Ghazali wordt ook tot de Asharieten gerekend. In het onlangs uitgegeven boek Verlost van onzin, de autobiografie van al-Ghazali, vertaald en ingeleid door Cornelis van Lit en Gerko Tempelman, wordt een poging gedaan om de middeleeuwse denker van zijn negatieve imago te ontdoen. In de inleiding lezen we dat al-Ghazali in het Westen ‘bijna zonder uitzondering’ gezien wordt als ‘een gevaarlijke gek’. Net als Salman Rushdie en Ayaan Hirsi Ali zien velen al-Ghazali als ´een godsdienstwaanzinnige van wie je een rechte lijn kunt trekken naar het hedendaagse islamitische terrorisme´.

Ik weet niet wie dit zou onderschrijven maar ongetwijfeld staat Ibn Rushd (Averroës) in hoger aanzien. Tempelman en Van Lit beweren dat het enorme werk De herleving van de religieuze wetenschap (veertig delen) van al-Ghazali een positief boek is en geen aanval op de ketters. Dit staat in schril contrast met de lezing van Akyol: hij schrijft dat het volgens al-Ghazali de plicht is van elke rechtzinnige moslim om zonde te voorkomen bijvoorbeeld door muziekinstrumenten van lawaaierige buren kapot te slaan en naar binnen te lopen om glazen wijn om te gooien. Akyol wijst erop dat al-Ghazali niet de enige klassieke jurist was die pleitte voor religieuze politiebewaking (religious policing).

Ibn Rushd in de moskee

Ibn Rushd (Averroes) was één van de eerste moslimgeleerden die zich positief over vrouwen uitliet en als gevolg van deze en andere liberale ideeën werd hij gedwongen om zich door passanten te laten bespugen in de moskee van Córdoba – ongetwijfeld een geschikte locatie. Ondertussen werden zijn boeken op de brandstapel gegooid. Daarna werd hij verbannen naar een klein dorpje en raakte hij in vergetelheid tot in de dertiende eeuw toen de eerste universiteiten in Italië, Frankrijk en Engeland gesticht werden. In de Islamitische wereld verdween Ibn Rushd spoorloos en pas in onze tijd wordt hij aarzelend herontdekt als een ´verloren bron van wijsheid´. De familienaam van Salman Rushdie is aangenomen als eerbetoon aan de stadgenoot van Maimonides.

In zijn afsluitende opmerkingen is Akyol voorzichtig optimistisch. Hij maakt zich geen illusies dat veranderingen zich snel en gemakkelijk zullen voltrekken. In het nieuws wordt het onderscheid tussen islam en islamisme vaak terzijde geschoven en positieve ontwikkelingen worden zelden of nooit belicht. Wie heeft er bijvoorbeeld over de Marrakesh Verklaring uit 2016 gehoord, waarin honderden islamitische geleerden zich hebben uitgesproken tegen religieus fanatisme, vervolging en discriminatie met het doel om gelijk burgerschap voor iedereen te garanderen? Good news is no news.

Voor Mustafa Akyol is het noodzakelijk om terug te grijpen op de liberale bronnen. De enige richting waarin de islam zich kan ontwikkelen is de weg naar redelijkheid, vrijheid en tolerantie. Zijn droom van een toekomst waarin de mens en niet het dogma centraal staat zal zeker niet zonder slag of stoot in vervulling gaan.

Mustafa Akyol. Reopening Muslim Minds. St. Martins Essentials, 2021. 308 pagina’s. Het boek is (nog) niet vertaald in het Nederlands.

Literatuur
Patricia Crone – God´s Rule: Governement and Islam. Six Centuries of Medieval Islamic Political Thought – 2005.
Kader Abdolah – De Koran, een vertaling – De Geus 2008.
Seyyed Hossein Nasr, ed. – The Study Quran – Harper Collins 2015.
Garry Wills – What the Qu´ran Meant – And Why it Matters – Penguin 2017.
Al-Ghazali – Verlost van onzin – vertaald en ingeleid door Cornelis van Lit en Gerko Tempelman – Boom Klassiek 2021.

Niklas2

Niklas Anderberg

Niklas Anderberg studeerde filosofie aan de universiteit in Gotenburg en studeerde van 1976 tot 1983 aan de Kunstacademie van Kopenhagen. …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.