Ik zit te shaken, allereerst vanwege datgene waar deze gewapende revolutionaire strijdkrachten voor stonden. Ontvoeringen als instrument in de gewapende strijd, – lees er de verhalen van Ingrid Betancourt, Zelfs aan de stilte komt een eind, en Gabriel García Marquez’ Ontvoeringsbericht maar op na -, maar vooral hoe ze levens van miljoenen mensen verwoest hebben.
Ooit was ik op werkbezoek in Colombia en op de Nederlandse ambassade sprak ik een groepje jongeren, de oudste was 17, die uit de FARC bevrijd waren. Met hulp van Nederland werd hen een traject voor re-integratie in de samenleving aangeboden. Ze vertelden hun verhaal, hoe ze als negen- of tien-jarigen broertjes en zusjes zodanig moesten verwonden dat die levenslang gehandicapt zouden blijven. En hoe het doden van je vader of je moeder het ultieme bewijs aan de comandantes van de FARC was, dat je het in je had, om combatiente, mede-strijder, te worden. Ik keek deze kinderen in de ogen en zag dat het niet meer goed zou komen, welk traject er ook op hen werd losgelaten.
En nu is er dus een historisch vredesakkoord, na vier jaar onderhandelen op het allerhoogste diplomatiek niveau. In een feestelijke bijeenkomst is het getekend, door een groot aantal in smetteloos witte overhemden geklede mannen. De wereld stond er ontroerd bij stil: “Aan de langste en wreedste oorlog van Zuid-Amerika is een eind gekomen”, kopte The Economist. Maar we staan met lege handen: de bevolking van Colombia heeft het akkoord naar de prullenbak verwezen.
Waarom? Het kan zijn dat ze niet willen dat de FARC ruimte krijgt een eigen politieke partij te beginnen, het kan zijn dat ze tegen de amnestie zijn die de FARC-leden conform dit akkoord zouden krijgen, het kan zijn dat de onderhandelingen te ver weg, namelijk in Cuba, van hen af plaatsvonden. Maar het kan ook zijn dat ook dit referendum weer gebruikt is voor een stem tegen de regering. Want hoewel dit referendum misschien niet één op één vergeleken kan worden met referenda over Brexit of Oekraïne, is ook hier weer sprake van een regering die de sentimenten in de samenleving net niet helemaal goed heeft ingevoeld.
De ellende met referenda is dat ze complexe zaken reduceren tot een eenvoudige vraagstelling waar de bevolking ‘ja’ of ‘nee’ op moet zeggen. In onze complexe wereld zijn problemen helaas niet te reduceren tot welk simplisme dan ook.
Waarom hebben we een democratisch stelsel met een volksvertegenwoordiging, als we dergelijke vragen aan de bevolking voorleggen?
De kern van democratie zou toch moeten zijn dat de bevolking zich vertegenwoordigd, gekend en gerespecteerd voelt door de politici die hen vertegenwoordigen? Het tegendeel is blijkbaar het geval. Burgers grijpen iedere kans om een stem tegen de regering en de gevestigde orde uit te brengen. In Europa en de VS zien we dat de kloof tussen volksvertegenwoordigers en burgers zo groot is, dat het de komst van populisten in de hand werkt.
Wat dan ook de reden van de Colombianen is om tegen het Vredesakkoord te stemmen, ook deze uitspraak van het volk maakt duidelijk dat niets meer een gelopen race is. Dat het ‘gezond verstand’ van de burger niet meer iets is om blind op te vertrouwen. Want de meningen over wat gezond en verstandig is, lopen steeds meer uiteen.
Zo kan het dus zomaar gebeuren, dat we straks in 2017 een wereld hebben met Trump aan de macht in de VS, Le Pen in Frankrijk, Wilders in Nederland en Petry in Duitsland.
Gelukkig zijn er ook hoopvolle ontwikkelingen en hoeven we niet helemaal lijdzaam toe te zien dat dit gebeurt. Hier in Hong Kong hebben we het goede voorbeeld van hoe het kan gaan als de bevolking actief wordt. Niet door stampvoetend boos en overal tegen te zijn, maar door zich te organiseren en netwerken te vormen. En door bij verkiezingen strategisch te stemmen. Dat heeft men hier in Hong Kong gedaan met als resultaat dat, tegen alle verwachtingen in, bij de verkiezingen van 4 september j.l. studentenleiders van de Paraplubeweging in de gemeenteraad gekozen werden. Ze zullen zich nog moeten bewijzen, maar Hong Kong heeft wel laten zien dat eigen initiatief van de bevolking tot verrassende resultaten kan leiden.
Zie het als een sprankje hoop in tijden van referenda en verkiezingen.