Religie bevat alle ingrediënten om mensen te motiveren tot het goede. Maar ook tot felle onverdraagzaamheid en hemeltergend terrorisme. Theologen zeggen daarom wel eens, dat religie ‘spelen met vuur’ is: je kunt je er aan warmen, maar het is ook levensgevaarlijk.

Invloedrijke terrorismedeskundigen zien het anders. Volgens hen worden terroristen gemotiveerd en getriggerd door diverse factoren – zoals armoede, discriminatie, adolescentie en sensatiedrang, maar niet door religie. Zelfs niet de jihadisten die zich expliciet beroepen op hun religie.

Overheden nemen deze wetenschappelijke visie over om beleid te ontwikkelen tegen radicalisering en terrorisme. In dat beleid is geen of nauwelijks aandacht voor religie als mogelijke oorzaak van polarisatie, radicalisering en terrorisme. Met als gevolg dat de religieuze kweekvijver waaruit jihadisten hun nieuwe rekruten kunnen vissen vol blijft stromen.

Invloedrijke wetenschappelijke analyses van radicalisering gebruiken een fictieve versie van religie waarin wezenlijke aspecten van religie ontbreken.

Invloedrijke wetenschappelijke analyses van radicalisering gebruiken een fictieve versie van religie, waarin wezenlijke aspecten van religie ontbreken. Verdwenen aspecten zijn bijvoorbeeld, dat religie een visie biedt op hoe de werkelijkheid echt is en op hoe die zou moeten zijn. Dat religie mensen een interpretatiekader geeft voor de werkelijkheid en hun plaats daarin. Dat religie mensen richt op een grotere, overstijgende werkelijkheid, waarvan gelovigen zich afhankelijk voelen. Dat religieuze gevoelens en overtuigingen diep verankerd kunnen zijn in mensen en dikwijls aan de oppervlakte komen in de scheuren van het bestaan en op scharniermomenten in een mensenleven.

Wat overblijft is een verzonnen vorm van religie. Hoe die ‘religie’ eruit ziet, blijkt bijvoorbeeld uit het werk van de invloedrijke Amerikaanse onderzoeker Marc Sageman. Volgens hem worden jihadisten gemotiveerd door sensatie en roem, niet door religie en al helemaal niet door de islam. Sageman legt uit: harde uitspraken van radicale moslims over joden en christenen zijn geen religieuze, maar politieke uitspraken. Bovendien hebben jihadisten nauwelijks kennis van de islam en verkondigt de islam vrede, net zoals andere religies.

Zo kan ik het ook: je verzint een definitie van religie, die religie beperkt tot vredelievendheid, niet-politieke uitspraken en kennis van een bepaalde doctrine, en religie verdwijnt als sneeuw voor de zon uit je analyse van oorzaken van terrorisme.

Ook in Nederland is het standpunt populair dat we niet moeten kijken naar religie, maar naar ‘wat mensen werkelijk beweegt’. Alsof religie mensen niet werkelijk beweegt. Zo zou een recent onderzoek naar de achtergronden van diverse Nederlandse Syrië-gangers uitwijzen dat zij niet werkelijk werden gemotiveerd door religie. Merkwaardig genoeg blijkt uit alle achterliggende levensverhalen in dit onderzoek dat zij religieus waren en zich tijdens hun radicaliseringsproces op verschillende manieren hebben ingelaten met het radicale salafisme. De onderzoekers hebben in hun analyse van de levensverhalen de factor religie er simpelweg uitgefilterd.

Terrorismedeskundigen hebben besloten dat religie iets anders is dan de religie die miljoenen mensen al eeuwenlang beleven en doorgeven.

Terrorismedeskundigen hebben besloten dat religie iets anders is dan de religie die miljoenen mensen al eeuwenlang beleven en doorgeven. Ze hebben een te beperkte opvatting van religie verzonnen die ook is doorgesijpeld naar overheidsbeleid.

Toen NRC onlangs de groeiende invloed van het salafisme in Amsterdam aan het licht bracht, gaf de gemeente Amsterdam aan dat deze ontwikkeling ‘al langer de nadrukkelijke aandacht van de burgemeester’ heeft. Maar uit beleidsstukken van de gemeente blijkt dat de gemeente op basis van dubieuze wetenschappelijke conclusies heeft besloten dat religie geen echte oorzaak van radicalisering is. De gemeente wil radicalisering daarom aanpakken door meisjes te ‘empoweren’ en jongens te laten sporten, maar zegt niets over een aanpak van antidemocratische en onverdraagzame salafisten.

In de levensverhalen van veel jihadisten speelt religie wel degelijk een rol. Er is beter empirisch onderzoek nodig om te bezien hoe die invloed er precies uitziet. En een kritischer houding van de overheid jegens een groeiende groep salafisten die onverdraagzaamheid en ambivalentie ten aanzien van de gewelddadige jihad theologisch motiveren en legitimeren. Aandacht voor religie in radicaliseringsprocessen betekent nadrukkelijk niet, dat religie de enige oorzaak is van radicalisering. Of dat de islam, of religie in het algemeen, kwaadaardig is. Religie is spelen met vuur. Zolang we de gevaarlijke kanten van het vuur niet onder ogen zien, doet dat vuur al het overheidsbeleid tegen radicalisering en terrorisme in rook opgaan.

Arton van Harten

Arton van Harten

Theoloog

Arton van Harten is theoloog. Hij onderzoekt relaties tussen religie en radicalisering.
Profiel-pagina
Al 11 reacties — praat mee.