Onlangs publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de ‘religieuze kaart van Nederland’. Het feit dat in de grote steden de islam de ‘grootste’ religie is, bleek de blikvanger. De grootste groep Nederlanders, de ‘niet-religieuzen’, wordt echter stelselmatig ter zijde geschoven in dit soort onderzoeken. Erg vreemd, in een van de meest geseculariseerde samenlevingen van de wereld.
Het onderzoek van het CBS hapert op veel punten. In de gehanteerde ‘eentrapsvraag’ moesten deelnemers direct aangeven of ze tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke stroming horen, met als keuze rooms-katholiek, gereformeerd, Nederlands Hervormd, islam, hindoe, boeddhist, jood of ‘andere gezindte’.
Die religieuze indeling oogt nogal willekeurig, want waarom het christendom opdelen in katholiek, gereformeerd en Nederlands Hervormd en de islam niet in bijvoorbeeld soennieten, sjiieten en alevieten? Als de christelijke stromingen overigens worden opgeteld, zoals bij de islam gebeurt, is het christendom weer de ‘grootste’ religie in de grote steden. Waarom zo slordig?
Nog onzorgvuldiger wordt echter omgesprongen met de Nederlanders die niet-religieus zijn. In het rapport van het CBS, maar eerder dit jaar ook al in een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau, worden niet-religieuzen als een amorfe groep behandeld. Dat ook onder die groep mensen – 47 procent van de Nederlanders! – een grote diversiteit bestaat van ongebonden spirituelen, seculieren, atheïsten, humanisten, agnosten en vrijzinnigen – doet er blijkbaar niet toe.
Die ouderwetse indeling in religieuze stromingen en het negeren van de levensvisies van niet-religieuzen wordt steeds wereldvreemder. Niet alleen in Nederland, maar ook in andere landen wordt de groep niet-gelovigen groter en diverser. Uit recent onderzoek van het Pew Research Center in Washington blijkt dat na het christendom en de islam de ‘ongebonden’ wereldburgers de op twee na grootste levensbeschouwelijke groep is in de wereld, nipt voor het hindoeïsme. Steeds meer mensen zijn atheïst, humanist, agnost of ‘niets specifieks’. Ook in Amerika noemt inmiddels een derde van de burgers onder de 30 zichzelf niet-religieus, en dat is een flinke stijging.
Ondanks deze feiten lijken onderzoeksinstituten als het CBS nog steeds uit te gaan van verouderde indelingen en uitgangspunten. In de inleiding van het rapport wordt zelfs wat zorgelijk gesteld dat religie wordt geassocieerd met sociale samenhang en welzijn, waarmee wordt gesuggereerd dat dit zonder religie lastiger is. Niet alleen wordt deze aanname door de cijfers uit het rapport zelf gelogenstraft, ook wordt genegeerd hoe ook minder klassieke levensovertuigingen positief werken op sociale samenhang. Ongodsdienstige mensen hebben waardenpatronen, levens- en wereldvisies, nemen deel aan inspirerende gemeenschappen, en die doen er kwantitatief en inhoudelijk toe.
Humanisten en atheïsten hebben herhaaldelijk gevraagd naar een modernisering van de levensbeschouwelijke categorieën en aannames, vooralsnog tevergeefs. Maar voor een goed begrip van onze samenleving moeten we de werkelijkheid als uitgangspunt nemen en niet de klassieke religieuze instituties. Als de helft van de Nederlandse levensvisies stelselmatig wordt overgeslagen, levert dat scheve onderzoeksresultaten op. Het wordt tijd om de vijftig procent ‘niet-gelovigen’ een gezicht te geven.
Bovenstaande tekst staat ook op Humanistischverbond.nl en stond afgelopen zaterdag in Trouw.
Goed artikel van Van der Ham. Geeft aan dat er bij het CBS geen goede kennis is van religie.
Goed dat van der Ham dit aan de orde stelt.
En goed dat dit ook in ‘NieuwWij’ wordt gepubliceerd, want in het streven hier ‘mensen met elkaar te verbinden’ worden atheïsten meestal overgeslagen. En in hier zo populaire ‘Flexibel geloven’ wordt het tegelijk atheïst èn boeddhist c.q. christen etc. zijn genegeerd.
Anders gezegd: we moeten de atheïst in onszelf niet onderdrukken.
Het lijkt mij een goede zaak dat Boris een lans breekt voor meer/een andere diversiteit in dit soort onderzoeken. Ik kan niet beoordelen of hij gelijk heeft met zijn opmerkingen bij dit onderzoek. Want ik ken de uitgangspunten van het onderzoek niet. Ik vind het wel jammer dat zijn commentaar gevuld is met negatieve oordelen en kritiek op een zo serieus en professioneel instituut als het CBS. (het is….. In plaats van : ik vind dat, het is mijn mening dat ……) . Ik ben dan ook heel benieuwd naar de reactie van het CBS en ben benieuwd of ze “de handschoen willen oppakken”.