“Joh, had dat tien jaar geleden gevraagd; ik ben nu 57”! Dat was mijn reactie op de vraag van de landelijke Protestantse kerk te reflecteren op de advertentie voor een nieuwe dominee op IJburg. En ik meende het. Op IJburg, een wijk vol yuppen, hoort een jonge hond die als een vliegend Evangelie met bakfiets en al over het eiland raast op jacht naar ‘prooi’. Maar het liep anders. Argumenten deden hun werk en ik schreef een brief en uiteindelijk belandden mijn vrouw en ik in juni 2010 op Amsterdam-IJburg.
In Apeldoorn, waar we vele jaren gewoond en gewerkt hadden, had men op ons voornemen te vertrekken sympathiek gereageerd. Het begrip ‘uitdaging’ werd zo vaak gebezigd, dat ik het op den duur niet meer horen kon. Men had wel gelijk. Natuurlijk hadden we de jaren tot mijn emeritaat met plezier in Apeldoorn verbleven, maar het moet gezegd: de prikkel daagde uit. Zolang ik dominee ben, zoek ik altijd naar nieuwe mogelijkheden om het Evangelie te communiceren. Vaak zonder succes, soms ineens een lichtpuntje. Sonderen en experimenteren gaan geleidelijk tot je tweede natuur behoren. Soms was je bij het werven van gemeenteleden voor nieuwe ideeën al zoveel energie kwijt, dat je nauwelijks toe kwam aan de implementatie ervan. En dan nu ineens: een wijk vol mogelijkheden en onmogelijkheden, van zoeken naar wegen, waar nog geen wegen zijn. Van een land, waar je niet kunt ploegen in klei, noch in zand, maar nu dan in water.
En dat is feest om mee te maken, om aan mee te bouwen, sterker: dubbel feest, wanneer je je leeftijd in aanmerking neemt. Want dat moet je niet vergeten, noch ontkennen. Enige keren stuitte ik op appreciaties met als bemoedigende conclusie: ”Tsjonge, tsjonge, wat een uitdaging (daar had je hem weer) en dat nog wel op die leeftijd!”. Nee, in dit werk moet je de dingen én allereerst jezelf stevig relativeren. En dus togen we aan het werk.
Vol verwachting klopte ons hart. Ja, óns hart. Want mijn vrouw had haar baantjes in Apeldoorn opgezegd en wij hadden ons voorgenomen dit werk samen aan te pakken. Zo waren we ooit begonnen en zo lijkt het: zullen we samen eindigen. Het bleek een gouden greep. Mijn vrouw bleek van onschatbaar belang. Omdat je nu ineens ‘kerkje ging spelen’ zonder een sustantiële groep gemeenteleden, waren we sterk op elkaar aangewezen. Mijn vrouw nam de hele logistiek voor haar rekening, zodat ik me kon richten op de meer inhoudelijke kant van de gemeentevorming.
En natuurlijk maak je je een voorstelling van hoe het kan gaan. En natuurlijk valt dat tegen. Ik voel nog het uitlandige gevoel op de IJburglaan, waar ik verdwaasd fietste op weg naar niemand. Ik deed maar wat en dat was ik niet gewend. Een beetje voor de vuist weg. Maar met een plan en een brok ervaring, waardoor ik een beetje gehard was en een beetje durf had gekregen. Idealen, dat is een groot woord. Je weet beter, maar ja, toch wel. Misschien wat meer volwassen idealen. Je bent toch door de wol geverfd. Je weet van de klappen én de teleurstellingen, maar dat altijd, omdat je ergens in gelooft en je je daar niet vanaf laat brengen.
Als iets mislukt, even verwerken en meteen iets nieuws verzinnen. Menige kerkenraad bleek althans voor mij een broedplaats voor een alternatief. We laten ons niet uit het lood slaan. Als je het verhaal van Jezus en niet te vergeten van een Mozes, een Jacob of de profeten of Paulus serieus neemt, dan blijf je doorgaan en volhouden.
Jeugdig elan is vervangen door volwassen verve. Je moet blijven geloven in het nieuwe en het andere en misschien soms tegen beter weten je leven vullen met hoop en verwachting in het besef, dat, inderdaad zoals het gezegde luidt, ‘leven het meervoud is van lef”.
Vreemd, waar haalt deze man nou precies zijn inspiratie uit en wat zijn zijn concrete idealen?
Mooie tekst. Het leven zélf inspireert door de weg die op je afkomt.
Mooi idealen! De laatste alinea spreekt mij bijzonder aan. Ik ben gecharmeerd van het woord elan, op mijn website en als motto gebruik ik: met enthousiasme en elan werk ik …….
En, volwassen verve kan ook met elan!
Blijf altijd geloven in het nieuwe ook voor ‘mensen met een jaartje meer’ (deklaprozen.com)