Intimidatie als een manier om mensen de mond te snoeren en ze te doen zwijgen is eigen aan niet-democratische vormen van dwang en onderdrukking. Dictaturen houden van het stilzwijgen van burgers en laten deze slechts aan het woord komen wanneer ze de kunst van het acclameren moeten uitoefenen. Acclamatie betekent: ‘algemene instemming op bevel’. Natuurlijk beweren dictaturen dat deze algemene instemming spontaan en uit innerlijke overtuiging gebeurt, maar het tegendeel is het geval. Een antwoord op de vraag of men met het instemmen, de acclamatie, heeft ingestemd, is niet voorzien. Alleen al die vraag geldt als onbetamelijk. Kritiek wordt evenmin geapprecieerd. Kritiek is wel welkom, omdat deze het privilege van de machthebbers is. De dictatuur aanbidt het eenheidsdenken en verwerpt of verbant het veelheidsdenken. Dictaturen zijn manifestaties van eenheid, marmeren gestaltes van volkomen eenheid – tenminste in de fantasie van de dictator. Beroemder dan de dictaturen zelf zijn vaak hun oorden van verbanning, de kerkers van het opgelegde zwijgen, de gevangenissen van de dissidenten waar het vrije woord is verstikt. Angst is in deze context het middel van disciplinering bij uitstek en zelfs wanneer de dictator lacht (en kinderen kust), gaat de angst om. Deze angst wordt vaak gecompenseerd door het dwepen met de dictator – een soort van verschuiving van het angstpotentieel naar een geëmotioneerd maar redeloos juichen en jubelen. Of door onverschilligheid en manieren van emigratie naar het innerlijke, het onzichtbare ‘forum internum’, de onbereikbare maar ook onmachtige subjectiviteit.

Er zijn religies die groot belang hechten aan het recht van de permanente interpretatie (zoals grote delen van het jodendom). Er zijn religies waarin de gedeeltelijke identificatie van de gelovigen en aanhangers getolereerd wordt en codes van ortodoxie nauwelijks bestaan. Veelheid is dan geen probleem, maar eerder een teken van vitaliteit en religieuze creativiteit. Vrijzinnigheid hoeft geen anti-religieuze houding te zijn en vrijzinnige religiositeit is op haar beurt geen onmogelijkheid. Toch hebben religies vaak grote moeilijkheden met de niet al te enthousiasten in hun midden, met de twijfelaars en afwijkelingen. Het rooms-katholicisme vertoont steeds meer dictatoriale trekken. Het Grote Eenheidsideaal vooronderstelt permanente technieken van angstproductie: De gelovige vreest na het nachtelijke relaas onder vrienden en vrij sprekenden als ongelovige wakker te worden. De theoloog vreest baan noch aanzien te krijgen en in de doofpot van de wetenschap te worden gestopt. De priester vreest paria te worden. Angst begint de bereidheid tot zwijgen te mobiliseren: diffuse angst leidt tot diffuus zwijgen (en dus tot zelfgecensureerd spreken en schrijven), expliciete angst leidt tot veinzen en tot het spreken met gespleten tong, tot zelfbedrog en tot een dodelijke stilte in het huis van God. Het schreeuwerige lawaai in enkele gelederen van dat huis kan deze dodelijke stilte niet toedekken. Conformisme wordt nu een kardinale deugd. En wie tegen de angst niet gewapend is, wordt een atleet van de onverschilligheid. Een beroemde film van Rainer Werner Fassbinder droeg de grammaticaal incorrecte, maar beklemmende titel: ‘Angst essen Seelen auf’.

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.

Jean-Pierre Wils

Hoogleraar Praktische Filosofie aan de Radboud Universiteit

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.