Bijna een jaar nadat kabinet Rutte III aftrad vanwege de toeslagenaffaire waarbij tienduizenden onschuldige burgers gedupeerd werden, staat Rutte IV alweer bijna op het bordes. Rutte IV, nog altijd bestaande uit dezelfde partijen als Rutte III, belooft een kabinet met een nieuw elan en een nieuwe bestuurscultuur. En in het coalitieakkoord wordt de belofte gedaan om te werken aan het geschonden vertrouwen en bestaanszekerheid. Het kon ook niet anders want het vertrouwen van Nederlanders in de politiek is niet eerder zo laag geweest met cijfers die niet boven de 30 procent uitkomen volgens een meting van EenVandaag aan het einde van het politieke jaar 2021.
Er zijn veel redenen voor, maar het komt erop neer dat een groot deel van de bevolking geen verbetering ziet in het eigen leven en dat van hun kinderen. De pijn zit met name bij mensen met een migratieachtergrond, mensen met een lager inkomen en lager opleidingsniveau. Zij zien ondertussen wel hoe de rijken steeds rijker worden. Toch best wrang als jouw zoon van 30 nog bij jou inwoont omdat hij met zijn flexcontract geen betaalbare huurwoning kan vinden om dan te horen dat de koopwoningen in de wijk aan de overkant elke dag met ruim 300 euro in waarde toenemen.
Een samenleving waarin de rijken rijker worden en de rest achterblijft is vragen om problemen. Met name als mensen zien dat die ongelijkheid gefaciliteerd wordt door een politieke elite. De eerste stap is dat burgers de overheid gaan wantrouwen, haar de rug toekeren en bijvoorbeeld niet meer stemmen. De volgende stap is dat ze in opstand komen en de straat opgaan. Met de intrede van sociale media vroegen we ons als samenleving nog af wie bereid was om nog de straat op te gaan en te demonstreren. In de afgelopen jaren is het aantal demonstraties niet meer te tellen. Of het nu tegen racisme en discriminatie is, voor het klimaat, betaalbare woningen of tegen het coronabeleid: het is bijna elke week wel raak. Dit is een signaal dat niet meer valt te negeren of weg te lachen.
Voorheen konden we nog zwaaien met lijstjes van landen waar het goed gaat, waar de burgers gelukkig zijn waarop Nederland steevast in de top tien stond. Ook dat werkt niet meer. Te veel mensen voelen niet dat het goed gaat. Ze voelen het geluk niet meer. De basis is niet meer op orde. Niet iedereen in Nederland is verzekerd dat aan de primaire levensbehoeften wordt voldaan: een dak boven je hoofd, eten, drinken en een warme jas voor de kinderen als de winter aanbreekt. Het voelt wrang omdat we allemaal dondersgoed weten dat in een rijk land als Nederland geen plek hoort te zijn voor armoede.
De coalitie heeft het ongenoegen goed aangevoeld, maar komt het ook met de juiste maatregelen? Het coalitieakkoord ziet er op het eerste oog veelbelovend uit, maar zijn de maatregelen fundamenteel genoeg? Is het een breuk met het gevoerde beleid van de afgelopen decennia waardoor deze ongelijkheid en dit ongenoegen is ontstaan?
Nederland krijgt voor het eerst een minister voor Armoedebeleid en Participatie. Dat is een mooie stap, maar de eerste vraag die zich daarbij opdoet, is: krijgt die minister een eigen budget en een stevige positie binnen het kabinet om fundamenteel andere keuzes te maken? Voorlopig moeten we het doen met beloften zoals vermindering van de kinderarmoede met de helft, lastenverlichting en stapsgewijze stijging van het minimumloon. Maar hoe, wanneer, met welk budget en wetgeving blijft nog even spannend. Dat volgt hopelijk in de uitwerking. Als het maar meer wordt dan een eenmalige tegemoetkoming van 100 euro aan minima ter compensatie van de gestegen energiekosten. Dat was een mooi gebaar maar niet meer dan een doekje voor het bloeden omdat de energiekosten al maandenlang achter elkaar hoger uitvallen voor minima die in slecht geïsoleerde corporatiewoningen zitten waar de schimmels uit de muren groeien.
Met een nieuw elan en een nieuwe bestuurscultuur reken je helaas geen brood af bij de bakker. Noch koop je daarmee traktaties voor jouw dochter zodat zij niet gedwongen thuis hoeft te blijven op haar verjaardag. De gezinnen en huishoudens die van een minimuminkomen of een bijstandsuitkering rond moeten komen en daarnaast misschien wel problematische schulden hebben, zijn hard toe aan fundamentele maatregelen van het kabinet. Armoede is allesbepalend. Het beheerst jouw leven en zorgt er zelfs voor dat je eerder sterft dan iemand die geen geldzorgen heeft. Zo hard en meedogenloos is armoede nu eenmaal.
Te veel mensen leven in Nederland in armoede en het wordt tijd voor een ommekeer. De basis van de ellende van deze mensen is het eenzijdige economische mensbeeld die de basis vormt van politiek handen en beleid in afgelopen decennia. Het is een mensbeeld waarbij de mens uit beeld is en de focus ligt op productie, kosten en opbrengsten. Mensen zijn sociale wezens, gericht op verbinding, interactie, liefde, geluk en zingeving. Dit klinkt boterzacht, maar het is keihard nodig. Zonder dit kan de mens niet leven. Als er één ding is wat we moeten leren uit de coronacrisis, dan is het dit wel. Nederland heeft behoefte aan politici die regeren op basis van een sociaal mensbeeld en die bereid zijn dit om te zetten in beleid.
Gezien het gemak waarmee het vorige kabinet zichzelf opnieuw heeft gekloond heb ik hooggespannen verwachtingen. Ik hoop wel dat het kabinet hiervoor de tijd krijgt en dat een aantal grote hobbels die nog genomen moeten worden, waaronder een parlementaire enquête over de gasboringen in Groningen en een over de toeslagenaffaire, geen roet in het eten gooien. Het huidige coalitieakkoord moet meer zijn dan een verzameling mooie woorden en zinnen bedacht door professionele tekstschrijvers. Het nieuwe kabinet heeft een aantal belangrijke beloften waar te maken en gemaakte fouten uit het verleden te herstellen. Door die fouten te herstellen kan het vertrouwen weer terugkomen. Daarom moet dit kabinet een succes worden. Ik wens de bewindslieden daarbij veel succes en wijsheid. Op naar een armoedevrije samenleving in 2025.