Een jaar geleden raakte ik bij toeval betrokken bij het vraagstuk van de gevangen IS-vrouwen en kinderen in Syrië. Ik was verbaasd dat een beschaafd land als Nederland zijn eigen vrouwen en kinderen daarginds aan hun lot overliet en ik besloot mij aan te sluiten bij een actiegroep die hiertegen protesteerde. Maar ondanks een lange speurtocht kon ik in heel Nederland geen enkele groep vinden die hiermee bezig was. Weliswaar hadden progressieve partijen als D66 en GroenLinks zich uitgesproken voor terughalen, maar dit had niet geleid tot verdere actie. Geleidelijk kwam ik er achter dat het overgrote deel van de Nederlandse bevolking fel gekant was tegen terughalen, en dat niemand in Nederland het op durfde te nemen voor de vrouwen en kinderen in Syrië. Toen ik een Facebookpagina opende onder de naam “IS-vrouwen en kinderen terug naar Nederland” kreeg ik een hele lading haatmail over me heen. En een KRO-interview met een teruggekeerde Syriëgangster rond Kerst 2019 leidde tot felle protesten in de Telegraaf. Eén van de briefschrijvers schreef dat de vriendelijke opstelling van de presentatrice zijn hele Kerst bedorven had.
Weerstand
Het is opvallend dat er in Nederland zo weinig steun bestaat voor het terughalen van onze IS-vrouwen en kinderen in vergelijking met de landen om ons heen. Vooral in België en Frankrijk dringen actiegroepen, journalisten en onderzoekers er al jaren bij hun regeringen op aan om de vrouwen en kinderen terug te halen. En dit terwijl in deze landen bij recente IS-aanslagen tientallen of zelfs honderden slachtoffers te betreuren waren, en er in Nederland nog nooit iemand bij een IS aanslag om het leven is gekomen.
In Nederland zelf zit de weerstand tegen terughalen op plaatsen waar je het niet zou verwachten. Rechtse partijen als PVV, FvD en VVD zijn uiteraard tegen terughalen, maar ook het CDA is een felle tegenstander. Als lid van het CDA probeerde ik afgelopen maand steun te vinden voor een resolutie op het CDA partijcongres die opriep tot terughalen van de vrouwen en kinderen. Maar van de benodigde 25 handtekening kreeg ik er met moeite slechts 10 bij elkaar, grotendeels afkomstig van vrienden in mijn plaatselijke CDA afdeling. Van de 75 CDA-leden die ik persoonlijk aanschreef buiten mijn directe vriendenkring, reageerde er slechts één positief. Een oproep op de website “Portaal voor CDA-leden en sympathisanten” leidde uitsluitend tot negatieve reacties, zoals bijvoorbeeld de opmerking: “laat ze (de IS-vrouwen) daar maar lekker helemaal kapot creperen”.
Argumenten
Het voornaamste argument van het CDA tegen terughalen van de kinderen is dat we dan via het recht op gezinshereniging de deur ook openzetten voor de terugkeer van de vaders en moeders. Daarmee zouden we terroristen binnenhalen die uit zijn op de vernietiging van de Nederlandse maatschappij. De meeste CDA’ers vinden dat Syriëgangers, inclusief de vrouwen, zich gekeerd hebben tegen de Nederlandse maatschappij en daardoor hun recht op Nederlanderschap verloren hebben.
Verder wordt het argument aangevoerd dat de vrouwen niet in Nederland berecht moeten worden maar in het gebied waar zij hun misdaden begaan hebben. Dit om genoegdoening te verschaffen aan de lokale bevolking voor het onrecht dat hen is aangedaan. Ook stelt het CDA dat berechting in de regio noodzakelijk is omdat daar het bewijsmateriaal voor de misdaden zou liggen. Soms wordt zelfs als argument aangevoerd dat het voor Jezidi-vluchtelingen in Nederland pijnlijk zou zijn om in de supermarkt IS-vrouwen te ontmoeten die hen vroeger mishandeld hebben.
Sommige van deze bezwaren zijn vergezocht, maar andere zijn begrijpelijk. Natuurlijk roept de naam IS bij veel mensen nog steeds associaties op met gruwelijke beelden die we op tv gezien hebben. En natuurlijk leeft ook in Nederland de vrees voor IS-aanslagen, zeker na de gebeurtenissen van de afgelopen jaren in België en Frankrijk. De vraag is echter waarom de angst voor IS-vrouwen sterker leeft bij het CDA dan bij andere partijen zoals D66, GroenLinks en PvdA. Deze partijen kennen ook de risico’s van het terughalen van de vrouwen, maar zij vinden dat de humanitaire plicht om de kinderen op te halen, sterker weegt dan de (in hun ogen) geringe risico’s hiervan.
Houding tegenover moslims
Het CDA is een partij die weinig open staat voor moslims. Misschien speelt de geografische verspieding van het CDA-electoraat hierbij een rol. Doordat de meeste CDA’ers buiten de grote steden wonen, zullen zij gemiddeld minder moslims in hun kennissenkring hebben dan stedelingen. Daardoor is het voor hen misschien lastiger om onderscheid te maken tussen normale moslims en moslimextremisten. Dit probleem speelt ook in landen als Hongarije en Polen die een grote conservatief-christelijke bevolking hebben op het platteland, en waar mensen ook niet staan te trappelen om moslim vluchtelingen op te nemen.
Daarnaast doet de leiding van het CDA ook weinig moeite om haar leden meer begrip bij te brengen voor de IS-vrouwen en kinderen. De verantwoordelijke Kamerleden benadrukken steeds dat alle uitgereisde vrouwen medeplichtig zijn aan genocide, en dat terugkerende vrouwen een groot gevaar vormen voor onze maatschappij. Hoewel de partijleiding toegeeft dat de kinderen niet schuldig zijn aan genocide, kan er over terughalen van kinderen “alleen gedacht worden wanneer onomstotelijk vaststaat dat beide ouders zijn overleden”. Daar moeten de kinderen dus nog even op wachten.
Moslimgemeenschap
Maar niet alleen de christendemocraten staan huiverig tegenover terughalen van IS-vrouwen; ook moslims houden zich opvallend stil op dit terrein. Pas zeer recent hebben enkele Nederlandse moslims hun leiders en organisaties opgeroepen om zich openlijk uit te spreken over de in hun ogen schandalige nalatigheid van de Nederlandse overheid bij het terughalen van de IS-kinderen.
De terughoudendheid van moslimleiders wijst erop dat ook binnen de moslimgemeenschap de meningen sterk verdeeld zijn. Syriëgangers hebben natuurlijk niet bijgedragen aan de goede reputatie van de islam, en ik kan mij voorstellen dat veel moslims hen dit niet gemakkelijk vergeven. Daarnaast bestaat waarschijnlijk de vrees dat een oproep tot hulp aan de vrouwen en kinderen een nieuwe golf van islamfobie zal veroorzaken in Nederland.
Het is jammer dat zowel christenen als moslims weinig animo vertonen om de IS-vrouwen en kinderen terug te halen; veel minder dan de niet-confessionelen aan de linkerkant van het politieke spectrum. Terughalen is een kwestie van rechtvaardigheid, menselijkheid en vergevingsgezindheid; allemaal waarden die zowel christenen als moslims hoog in hun vaandel dragen. Wat zou een mooiere manier zijn om christenen en moslims in Nederland dichter bij elkaar te brengen dan een gezamenlijke actie voor het terughalen van de vrouwen en kinderen? Het zou ook het seculiere deel van de Nederlandse bevolking laten zien dat christenen en moslims hun morele waarden niet alleen met de mond belijden, maar dat zij er ook naar handelen.
“Ik was verbaasd dat een beschaafd land als Nederland zijn eigen vrouwen en kinderen daarginds aan hun lot overliet”
Het zijn niet meer ‘eigen’ vrouwen. Het zijn vrouwen die vrijwillig ons de rug toe hebben gekeerd voor een leger dat openlijk tegen ons de oorlog heeft verklaard. Er is geen rede om de veiligheid van Nederland’s EIGEN volk in het geding te brengen om landverraders hierheen te halen (en ze een huis en uitkering te geven, natuurlijk). Een volksvertegenwoordiging zou hier niets aan moeten doen omdat het belang van het volk hierin niet wordt gehartigd. Toen er in de jaren ’30 Nederlanders vertrokken om aan de Spaanse burgeroorlog mee te vechten werd hun het paspoort ontnomen en ik zie niet waarom we nu ineens ruggengraatloos zijn. Je kan beter een voorbeeld van deze mensen maken zodat er in de toekomst mensen wel twee keer zullen nadenken voordat ze zich aansluiten bij onze vijanden.