Slaaprituelen. Wie het geluk heeft gehad hiermee grootgebracht te zijn houdt altijd een vaag verlangen naar die momenten. Het zijn momenten van nog ongebroken geborgenheid die ontstaat door voorgelezen verhaaltjes, samen gezongen liedjes, veel knuffels letterlijk en figuurlijk en een eindeloos herhaald muziekje uit een muziekdoosje boven het bed.
Kent u misschien nog Brahms’ Wiegelied: Guten Abend, gute Nacht. De melodie is prachtig en vertrouwen wekkend. Het tweede couplet, later toegevoegd, geeft die geborgenheid weer: engelen die waken en in je droom een blik op het paradijs:
Guten Abend, gut’ Nacht,
von Englein bewacht,
die zeigen im Traum
dir Christkindleins Baum.
Schlaf nun selig und süß,
schau im Traum ’s Paradies.
Dat lijkt op het versje waarmee katholieke kinderen gingen slapen: ‘Wanneer ik ’s avonds slapen ga, volgen mij veertien engeltjes na. Twee aan mijn hoofd eind, twee aan mijn voeteneind… Later, groot geworden, stap je in bed en dan moet je het zelf uitzoeken hoe en wanneer de slaap komt. Een oud advies is schaapjes tellen op het gordijn of een boek lezen tot je erbij in slaap valt, zachte muziek of de dag omgekeerd terugdenken. Steeds met een verlangen om te slapen zoals een klein kind slaapt, ontspannen en van de wereld (nog) geen weet. Paul van Ostayen dichtte erover in Berceuse no.2:
Slaap als een roos
slaap als een reus
slaap als een reus van een roos
reuzeke
rozeke
zoetekoeksdozeke
doe de deur dicht van de doos
Ik slaap.
Slapen is kwetsbaar zijn
Veel volwassenen hebben moeite om in slaap te komen. Op internet staan tips om niet vlak voor het slapen gaan op mobiel- of computerschermen te kijken. Slaaptraining bestaat ook. Problemen kunnen in de nacht grotere vormen gaan aannemen met als resultaat onrustige gevoelens van eenzaamheid en urenlang piekeren, in rondjes. Kennelijk heb je als mens het nodig om je beschermd of geborgen te voelen voordat je kunt inslapen. Waarom? In slaap vallen, betekent verlies van controle, kwetsbaar zijn, overgave aan iets, waar je als mens geen grip meer op hebt. In slaap vallen – let hier op het woord vallen – betekent overgaan naar een andere wereld met een ander bewustzijn. Vroeger dacht men dat er bij de slaap een risico op sterven was. Daarom heeft men lang zittend geslapen.
Inmiddels weten we dat de slaap uit vier fases bestaat: sluimerslaap, lichte slaap, diepe slaap en droomslaap. Dat zijn nu ook de vier afdelingen van de tentoonstelling Slaap!, die in Kunsthal Kade in Amersfoort te zien is. Een keur van vijftig kunstenaars brengen het onderwerp aan het licht. De fase-indeling, de intellectueel-medische uitleg van de slaapfase in elke bovenzaal geven een bepaalde richting aan de tentoonstelling. Die aanpak krijgt vervolgens vaak een intellectuele vertaling bij veel kunstenaars en in de bijschriften. Als toeschouwer is het hierna moeilijk om de stap van exacte waarneming – bijvoorbeeld bij de fotoserie van Ted Spagna (1978) met de vele variaties in slaaphoudingen en de film van Andy Warhol (1963) van zijn slapende vriend John Giorno – naar een persoonlijke beleving van de tentoongestelde kunst te maken. Toch valt er van alles te ontdekken.
Dromende vogels
Wie er de tijd voor neemt vindt bijzondere werken met name bij de afdeling droomslaap. De Oezbeekse kunstenares Saodat Ismailova vervlecht mythen, rituelen en dromen met het dagelijks leven. Voor haar bijzondere werk Zukhra (Venus, 2013) liet ze zich inspireren door het chilla-ritueel, waarbij vrouwen een veertigdaagse stilte in acht nemen. De Mexicaans-Nederlandse Daniel Godínez Nivón vond oorspronkelijk zijn inspiratie in een wetenschappelijk onderzoek naar het zingen van vogels in hun dromen en maakte Dreamwind (2020). Maar deze informatie heb je niet nodig om te kijken naar de vliegformaties van dromende vogels die in hun vlucht prachtige choreografieën en geluiden maken. Met de voice-over van zijn moeder die een inheems gedicht voordraagt, waarin de vogels vertellen over hun dromen. Prachtig! En daarna loop je bijna tegen de slaapwandelaar van Toni Matelli aan die zich in zijn kwetsbaarheid door de ruimte lijkt te bewegen.
Loslaten en ontdekken
In de grote zaal staan veel kunstwerken met bedden maar ook een houten flat met vier verdiepingen van Frank Halmans, waarin het slaapleven van heel verschillende mensen in het klein wordt uitgebeeld. De slapers zijn afwezig, maar je leest zijn of haar gedrag om in slaap te komen af aan de slaapkamer. Het zijn bedlezers: een reiziger, een insectenkenner, een melancholicus en een slapeloze. Wonderlijk hoeveel een net verlaten bed en slaapkamer zeggen over wie je bent. Je gaat je als toeschouwer afvragen wat jouw slaapkamer vertelt over je slaapgedrag en over jou als persoon.
Bijzonder, in een zaal ernaast, is ook de serie foto’s van slapende mensen in Amersfoort, gemaakt door Carla Kogelman: hier zie je ook de kwetsbaarheid van mensen. Ze hebben zich overgegeven aan de slaap, ook al is niet altijd duidelijk hoe veilig zij zich kunnen voelen. Ontroerend dit vertrouwen, ontroerend ook de vermoeidheid die voor niets anders dan de slaap meer ruimte biedt. Dat is wat kunst een toeschouwer het beste kan brengen: beleving, ontroering, verontwaardiging, reflectie op eigen gedrag en vooral even alle informatie loslaten en alleen maar kijken.
Waar een mens in de slaap, vaak met veel moeite, alle controle moet loslaten en zich overgeven aan wat gebeurt, komt de toeschouwer hier bij de tentoonstelling Slaap (onbedoeld?) in hetzelfde lastige proces terecht om alles los te laten wat hij weet of ter plekke leest en alleen maar te kijken en te ontdekken. Misschien ook wel een goede houding voor het leven buiten het museum?
Bij de tentoonstelling Slaap! de link: Slaap! – Kunsthal KAdE.