Ik betwijfel of ik het boek ga aanschaffen, als de Nederlandse vertaling in mei in de schappen ligt. Niet zozeer omdat mijn vizier met het klimmen van de jaren toch iets minder openstaat. Mijn ongemak zit zeker ook niet in het onderwerp, maar in de ketting van clichés waaruit het verhaal lijkt te zijn opgetrokken. Alsof het angstscenario van de opmars van de Islamitische Staat (IS) in delen van Irak en Syrië zich plotsklaps ook in het hart van Europa kan voltrekken. Het is een vorm van literair realisme dat aanschurkt tegen fantasy. Een genre waarbij ik mij niet bijster thuis voel.

Toen ik mijn ongemak probeerde te beschrijven, schoot mij een antwoord te binnen van James Wood, de invloedrijkste recensent ter wereld, in een interview onlangs tijdens zijn bezoek aan Amsterdam. De vraag was of literatuur in het centrum van de wereld moet staan? “Het moet over de wereld gaan. Ik ben geobsedeerd door het echte, wat iets heel anders is dan literair realisme, dat het echte juist vaak lijkt te verpletteren.” Wood argumenteert dat in realisme gegoten fictie de aandacht afleidt van “echte aandacht, echte politiek, en echte interactie”.

Ik snapte ongeveer wat hij betoogde, maar het kwartje viel pas goed toen ik het verbond met wat ik las over Soumission, het zesde boek van Houellebecq. Dat ik het interessanter had gevonden als hij zich voor zijn verhaal over de toekomst van de islam in Frankrijk had laten voeden door wat er onder de druk van de tijdgeest in de hoofden en harten van Franse moslimmigranten gebeurt. Hun variëteit aan interacties met zowel de Franse als de internationale context.

In meer huis-tuin-en-keuken-taal zou je kunnen zeggen dat het nieuwste werk van Houellebecq gaat over mensen die losgezongen zijn van de werkelijkheid. De proteststem van meer extreme moslims, jihadisten, klinkt wel degelijk luid en duidelijk. Dat beseffen we dondersgoed met de dodelijke aanslagen begin deze maand in Parijs nog zo vers op het netvlies. Maar dat die niet zo omvangrijk en zeker niet zo machtig en invloedrijk is als de schrijver ons laat geloven. Dat het naar duimzuigerij riekt dat in 2022 een man, genaamd Ben Abbes van de Moslimbroederschap, een partij die dan nog maar enkele maanden bestaat in Frankrijk, Marine Le Pen van het uiterst populaire rechts-nationalistische Front Nationaal verslaat bij de presidentsverkiezingen.

Abbes is, in de manier waarop Houellebecq in interviews over zijn hoofdpersoon praat, een groot politiek talent. Hij smeedt het brede palet van moslimgemeenschappen in Frankrijk aaneen. Een ongekende krachttoer, en hij slaagt er eveneens in om in een mum van tijd een nieuwe infrastructuur in Frankrijk op te trekken. Vergelijkbaar met hoe bijvoorbeeld de Moslimbroederschap in Egypte te werk is gegaan: lokale netwerken, liefdadigheidsinstellingen, culturele centra, gebedshuizen, vakantieparken.

Soumission2

Houellebecq zegt dat een moslimpartij het enige voor de hand liggende idee is hoe immigranten van niet-Westerse komaf zich in het politieke spectrum kunnen mengen. Hij realiseerde zich dat zij zich eigenlijk in een “totaal schizofrene situatie bevinden”. Geen enkele bestaande partij vertegenwoordigt hen. Volgens hem interesseren moslims in de hele wereld zich nauwelijks voor economische onderwerpen en houden ze zich vooral bezig met maatschappelijke thema’s. Daarin staan ze niet alleen heel ver af van linkse partijen, denk bijvoorbeeld aan het homohuwelijk, maar ook van rechtse en extreem rechtse partijen die niets van moslims moeten hebben.

[Als president van bijvoorbeeld Turkije zou ik dat als een belediging opvatten en Houellebecq uitnodigen om ter plaatse zijn ongelijk onder ogen te zien. De economische ontwikkeling is de belangrijkste kurk waarop het succes van de regende religieus-conservatief en nationalistische AK-partij al sinds 2002 draait.]

De fictie waar we wat de toekomstige rol van de islam in Europa betreft naar hunkeren, is niet dat het verhaal waar hoeft te zijn, maar wel waarachtig. Het klopt, zoals Houellebecq aanvoert, dat de terugkeer naar religiositeit niet zomaar een kreet is. Er is ook in Frankrijk, de Westerse wereld, een werkelijke behoefte aan God. Maar of dat zich op de manier en met de snelheid voltrekt als hij schetst in Soumission lijkt vooral inlegkunde. Alsof je de islam enkel kunt verbinden met radicalisme.

Want is juist na de aanslagen in Parijs niet een andere moslimstem krachtiger gaan klinken: die van de meer assertieve tweede en derde generatie immigranten. Zij benadrukken dat de cultuur waartoe ze worden gerekend, iets anders is dan hoe ze over zichzelf denken. Zij zijn, in tegenstelling tot hun (groot)ouders, niet naar Europa gekomen voor werk. Hun identiteit is verbonden met Europa en ze combineren dat met hun eigen ideeën en gevoelens over religie en/of etniciteit. Dat is de reden waarom ze weigeren gehoor te geven aan de oproep, elke keer opnieuw, om zich als moslim te distantiëren van die islamitische terreurdaden. Om zich uit te spreken voor vrijheid en democratie. Waarom zouden ze?

Dat is een ander beeld van de islam dan de naargeestige stem, de sfeer van lijdzaamheid, die Soumission aankleeft. Een boek met bovenal een provocatieve lading. Nee, zegt Houellebecq op besliste toon: ik versnel enkel de geschiedenis. Niet om de lezer nerveus te maken, maar omdat hij denkt dat hij een ontwikkeling schetst die hij waarschijnlijk acht. Vooralsnog zet ik mijn kaarten op het tegengas vanuit de moslimgemeenschappen in Europa zelf.

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
santing-1

Froukje Santing

Journalist / Onderzoeker / Islamspecialist

Froukje Santing was 7 jaar in Turkije werkzaam als correspondent voor o.a. NRC Handelsblad. Ze schreef o.a. Dwars op de tijdgeest
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.