Sinds ik de cursus creatief schrijven in Bolo heb opgezet, is alles in beweging. Met getransformeerde ogen kijk ik naar mijn eigen wijk. Eerst vooral een interessant sociaal-cultureel experiment, is zij nu de speeltuin waarin mijn cursisten vrijelijk mogen spelen. Ik stuur ze erop uit om straatjongens naar de betekenis van liefde te vragen. De bakker met trots over zijn vak te laten vertellen. De Turkse keuken te proeven. Terug in de Nieuwe Boekhandel tonen ze elkaar hun literaire baby’s, veilig en beschut in de wieg van boekenkasten. Creatief Schrijven is geen schrijfcursus. Het is een artistiek experiment. Meer dan om stijl en genre, gaat het om verhalen. De verborgen verhalen van een wijk zoals Bos en Lommer en ons eigen verhaal. Niet verteld en herteld bij monde van onze ouders, maar de reeks aan anekdotes en gebeurtenissen zoals wij die hebben ervaren – met alle (verloren) hoop, dromen, liefdes, verlangens en ambities die daarbij komen kijken. Iedere dag via het papier in dialoog met jezelf. Verplichte artistieke dates met de eigen ik. Zoeken naar beeld, foto’s, film. Brainstormen over al die innerlijke stemmen die ons het creëren beletten. De angsten en onzekerheid. En valse bezwaren als “geen tijd”, “wat levert het op” en de belangrijkste van al “maar de schoorsteen moet roken”.
Toegegeven, het is een investering. Sinds ik besloten heb mijn verhalen in nieuwe (onconventionele) vormen te gieten en nog slechts mijn hart te volgen, stuit ik op nogal wat weerstand (en financiële obstakels).
“En hoe denk je daarvan te leven dan?” vragen juist zij die genoeg geld hebben om zich minstens een jaar lang op hun creatieve hobby’s te storten.
“Oh en jij denkt dat iemand die boeken leest,” vragen aspirant-schrijvers met een ongeschreven manuscript verborgen in het achterhoofd.
“De wereld van de theater, daar kom je nooit in,” merken anderen op wier leven een grote voorstelling lijkt.
Ik schrijf onverstoorbaar door. Schilder. Zing. Stof mijn gitaar op. Trek na 15 jaar de Lego uit de kast. Verslind films en boeken. Dwaal uren door de stad. Spreek nog meer vreemden aan dan ik gewend was. Zing luidkeels op straat. Dans in de regen. Zie de wereld voor het eerst zo lijkt het. Vind de weg terug naar mijn hart. Het is geen kwestie van geld of tijd, maar van prioriteiten stellen en simpelweg durven leven; die kwast oppakken, die pen na zoveel jaren weer in de hand nemen, alles doen wat net niet mag.
Mijn cursisten lijken in niets op de schuwe, enigszins verlegen volwassenen die ze tot een paar weken geleden waren. Stralende, uitbundig en luidruchtige kinderen zijn het. Die giechelen, brullen en zingen. Ze delen hun grootste dromen. Stoutste verlangens. En voeren die nog uit ook.
Ik doe net zo hard mee. Het doet pijn, het schuurt, alsof een beeldhouwer met er ijverig op los hakt in dat toch al wat onstuimige hart van mij. Maar ik heel, ik genees. Zonder richting of plan. Stijg ik op en…. zweef.