De hedendaagse theologie verdwijnt steeds meer in de marge van de samenleving, terwijl belangrijke vragen en ideeën voor het oprapen liggen. Ze dreigt daarmee een reliek te worden van vervlogen tijden, alleen herkend en erkend door geloofsgenoten, maar volstrekt irrelevant voor de rest van de samenleving. De binding aan de kerk die in het verleden haar bestaansrecht was, is voor de hedendaagse theologie een groot risico. Willen theologen een functie behouden in de samenleving, dan zullen zij buiten de kaders van de christelijke kerk moeten treden en zich moeten richten op publieke theologie. Ze zullen hun claim op de waarheid moeten opgeven en binnen de veelkleurige samenleving hun plaats moeten zoeken door het gesprek aan te gaan over levenswijsheid in kunst en cultuur, politiek en economie, zorg en onderwijs, wetenschap en sport.

In dat gesprek hebben we als theologen niet alleen last van het imago van de kerk, andere religieuze instituten en de theologie. We hebben ook last van de religieuze taal en beelden. Veel van de klassieke theologische begrippen zijn betekenisloos geworden. Ze zijn buiten de orde van de wereld waarin we leven komen te staan. Andere zijn zo zwaarbeladen dat ze een sta-in-de-weg vormen voor een zinvol gesprek. Vergeving. Zonde. Het Kwaad. Offer. Heiligen. Schuld. Genade. Voorzienigheid. Bevinding. Geheimenis. Gebod. Gehoorzaamheid. Geloof. Waarheid. Wonder. Heil. Gemeenschap. Eeuwigheid. God.

Veel van deze woorden zijn wat de Duitse socioloog Ulrich Beck ‘zombie categorieën’ noemt: begrippen die ooit verwezen naar een levende werkelijkheid maar dat nu niet langer doen. Ze zijn alleen vergeten te sterven. Zeker, binnen de slinkende kring van gelovigen van deze of gene snit fungeren ze nog als codewoorden van een religieuze geheimtaal. Als ze überhaupt nog functioneren, zijn ze in de samenleving als geheel in hun diepere betekenis onverstaanbaar geworden. Ze achtervolgen ons als ‘ondode’ woorden, tenzij we ze radicaal opnieuw gaan invullen. In dat geval is er nog een kans op wederopstanding.

Deze zombie-geloofstaal is voor velen in onze samenleving irrelevant. Ze zou dat voor mij overigens ook zijn als ik niet geleerd had die taal tot in detail te begrijpen. Zonder die kennis is het moeilijk te zien naar welke vragen en ervaringen de woorden verwijzen. Die vragen en ervaringen zijn nog steeds actueel, zowel binnen als buiten de kerk. Ik ben er dan ook van overtuigd dat het nog steeds zinvol is om theologische taal te spreken. Anders dan veel andere talen – psychologische of juridische bijvoorbeeld – zoekt theologische taal naar een hogere of diepere dimensie in de vragen en ervaringen van het leven, naar iets wat ons overstijgt, naar ultieme antwoorden. Maar we moeten die theologische taal dan wel opnieuw ontdekken en ontdoen van haar in kerkelijk-christelijke tradities verankerde vanzelfsprekendheid. De samenleving en de kerk hebben het nodig dat we veel breder kijken.

Kijk eens naar het optreden van Madonna in haar Confessions-tour van 2006, waarin ze zingt over geheimen, waarheden en het schrijven op de muur, terwijl ze aan een groot, spiegelend kruis hangt en een doornenkroon draagt. En wat te denken van het muzikale performancecollectief Pussy Riot? Is hun ‘Punk Prayer – Mother of God, Chase Putin Away’ inderdaad een gebed, een protestactie of allebei? In beide gevallen gaat het om nadrukkelijk religieuze vormen, maar wat betekent dat? Hebben de artiesten een religieuze intentie? Is het voor de toeschouwer van belang om te weten dat Madonna publiekelijk de kabbala aanhangt of is dat een act? Roept de performance religieuze ervaringen op bij het publiek? Bij mijzelf? Hebben de optredens een religieuze functie en zo ja: welke? Wordt hier het religieuze repertoire gebruikt voor niet-religieuze doeleinden zoals commercieel succes of politiek verzet? Gebruiken de artiesten religieuze taal om hun publiek te motiveren maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en voor de zwakkeren op te komen? En is dat dan – hoe seculier ook – niet juist weer religieus? Of is het een vorm van imperialisme van theologen als ze zo’n cultuuruiting religieus noemen?

Vragen, vragen. Waarom vonden rooms-katholieke instanties de met theologische begrippen spelende comedy Dogma (Kevin Smith, 1999) blasfemisch terwijl ze juist een sterk evangelisatiemiddel zagen in The Passion of the Christ (Mel Gibson, 2004)? Die laatste film past namelijk vreemd genoeg aardig in het genre van de ‘splatterfilm’, waarin de nadruk ligt op geweld, bloed, verwondingen en vernietiging van het menselijk lichaam – niet echt een aanbeveling voor pauselijke goedkeuring. Beide regisseurs beschrijven hun film als een religieuze meditatie die probeert de essentie van hun geloof op het spoor te komen. Smith ziet zijn film als ‘a celebration of my faith, a psalm’, en hij laat dat geloof op lichtvoetige wijze zien. Gibson noemt zijn film ‘my own personal meditation (…) a meditation of healing myself’ en hij zoomt daarbij in op het verwonden van Jezus.

The Passion speelt met de officiële traditie, en Gibson sluit zich aan bij meer sektarisch-mystieke onderstromen. We zien in The Passion het lijden van Jezus in een zwaar getoonzette en nogal clichématige symbolisering, volledig ontdaan van zijn voorgeschiedenis of historische context (al wordt die wel gesuggereerd door de acteurs Aramees te laten spreken). God zelf is onzichtbaar maar op een belangrijk moment aanwezig in het beeld van een uit de hemel vallende traan. De kernboodschap is dat het lijden van Jezus erger was dan wij ons kunnen voorstellen. Dat roept bij mij weerstand op omdat de film het feit negeert dat talloze mensen lijden en niet ingaat op de vraag wat het lijden van Jezus te maken heeft met al dat andere leed. In deze film wordt het volstrekt unieke lijden van één mens grotesk geschilderd, zo grotesk dat het betekenisloos wordt. Het trauma dat dit lijden bij Jezus, bij de omstanders en bij ons als kijker oproept, blijkt heel erg mee te vallen. Als je Mel Gibson moet geloven, kun je het lijden namelijk zomaar onder ogen zien.

Meer lezen? Koop dan gewoon dit boekje bij uitgeverij Ten Have. Dat kan hier.

Bron: Uitgeverij Ten Have/ Spelen met Heilig Vuur

Profielfoto Ruard Ganzevoort

Ruard Ganzevoort

Hoogleraar

Hoogleraar Praktische Theologie aan de VU in Amsterdam
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.