Voor mij is het nog nooit anders geweest: Theologie heeft een publieke functie, een inbreng in het maatschappelijk debat. Vanuit mijn Duitse achtergrond ben ik dat niet anders gewend.

Op de ‘Kirchentage’, die nog steeds zo’n 100.000 bezoekers trekken en volop in de belangstelling van de media staan, zitten politici – tot en met Angela Merkel – samen met wetenschappers en theologen rond de tafel om over de grote vragen en problemen in onze wereld te discussiëren.

Een groot verschil met Nederland, waar theologie vooral als kerkelijk wordt beschouwd en nauwelijks een eigen inbreng heeft in het publieke debat, laat staan serieus wordt genomen. Een pleidooi voor een ‘publieke theologie’ behelst ook de kritiek op een louter ‘kerkelijke theologie’.

Niet het overeind houden van waarheidsclaims is het eerste doel van een publieke theologie, maar het dialogisch meebouwen aan een wereld van vrede – het ‘koninkrijk van God’ zoals dat binnen de christelijke traditie heet. Omwille van dit visioen moet publieke theologie profetisch zijn; niet alleen gericht op het hier en nu, maar ook op de toekomst. Een maatschappelijke bijdrage leveren aan het goede leven voor allen. De publieke theoloog is niet de conservator in het museum voor dogma’s en andere kerkelijke relikwieën, maar de deskundige gesprekspartner in zaken van geloof en spiritualiteit voor mensen in een Nederland van de 21ste eeuw. Hij of zij moet beter de weg op het worldwideweb weten te vinden dan in de Heidelbergse catechismus.

In de lijn van de profetische traditie is publieke theologie kritisch en biedt ze tegelijkertijd ook een visioen in het dagelijks leven van mensen. Daar wordt verlangend naar uitgekeken in een land dat tamelijk stuurloos heen en weer zwalkt. Daarbij hoort de – al in de bevrijdingstheologie van de laatste eeuw – naar voren gehaalde optie voor de zwaksten in ons midden, de asielzoekers, de armen, de door macht misbruikten.

Bij jonge mensen zie ik op dit moment profetisch handelen, denk aan Tinkebell, de vluchtkerk, aan de Occupy-beweging en hun inzet voor duurzaamheid. Theologen moeten nieuwe wegen durven inslaan en ophouden met klagen over leeglopende kerken, afbrokkelende tradities en afdwalende schapen.

Tijdens de eerste Nacht van de Theologie heb ik het citaat van Gustav Mahler aangehaald: “Traditie is niet de aanbidding van de as maar het doorgeven van het vuur”. Bij dat vuur hoort een op het leven gerichte passie en spiritualiteit. Ik noem het ‘een nieuw wij’, waarin netwerken worden opgebouwd over de grenzen van religieuze waarheidsclaims heen, open voor dialoog en ontmoeting met de ander – met of zonder hoofdletter – als een leven gevende kracht.

mk_foto

Manuela Kalsky

Oprichter en Bijzonder Hoogleraar

Manuela Kalsky richtte Nieuw Wij op als directeur van het onderzoekscentrum van de Nederlandse Dominicanen (DSTS). Zij was directeur, …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.