Willen theologen een functie behouden in de samenleving, dan zullen zij buiten de kaders van de christelijke traditie moeten treden en zich richten op een publieke theologie.
Vroeger lag het bestaansrecht van de theologie in haar strakke binding aan de kerk. Ze leidde voorgangers op en doordacht gelovig het eigen geloof. Fides Quarens Intellectum, FQI. Geloof op zoek naar reflectie. Niets mis mee, want geloofsgemeenschappen hebben voorgangers nodig. Het is alleen voor de wereld om ons heen volstrekt irrelevant. Zulke theologie wordt misschien getolereerd als marge-activiteit, maar komt over als vrome onwetenschappelijke navelstaarderij of stapeling van fideïstische cirkelredeneringen die enkel overtuigen wie al overtuigd is. Hoe lang houdt deze theologie haar plaats aan de universiteit?
Dat gaat me aan het hart. Voor de theologie zelf, die daarmee veel kritische interactie kwijtraakt. Voor de kerk, die steeds meer naar binnen keert. Voor de wetenschap, die ethische, existentiële en levensbeschouwelijke reflectie nodig heeft op een vaak al te rationalistische wereldvisie. En voor de samenleving die in haar zoektocht naar levenswijsheid en inspiratie niet meer weet wat oude en nieuwe tradities kunnen bieden.
David Tracy leerde ons dat de theologie drie publieken moet zien te bereiken: kerk, academie, samenleving. De uitdaging is alleen maar groter nu die drie uit elkaar groeien. Net zoals Schleiermacher bij de opkomst van de moderne universiteit een nieuw concept van theologie moest ontwikkelen, zo moeten wij een nieuwe aansluiting vinden met academie en samenleving.
Volgens mij moet dat publieke, dialogische, fragmentarische en inspirerende theologie zijn. Niet meer FQI maar theo-logia, spreken over God, over het heilige. Want dat gebeurt overal. In oude teksten en moderne films. In gebeden en vloeken. In de politiek en op school. In ontelbare stemmen die elkaar niet verstaan. Publiek dus: in de brede cultuur en samenleving het spreken over het heilige opvangen, interpreteren, verbinden en contrasteren en een heilzaam spreken stimuleren. Dialogisch: niet vanuit één traditie, niet neutraal, maar steeds op zoek naar het wederzijds kritische gesprek. Fragmentarisch: niet op zoek naar grote kloppende systemen en dogmatieken, maar naar concrete levenswijsheid. En inspirerend: creatief scheppen van een wereld, een droom, een verhaal waarin we zouden kunnen wonen en waarin ook je eigen geloofsinspiratie en de bronnen waaruit je put meeklinken.
Van zo’n theologie word ik weer warm. Maar de reis naar dat beloofde land van een publieke theologie – waarvoor ik al heel wat collega’s als reisgenoot zie klaarstaan – begint met het achterlaten van de vleespotten van Egypte waar veel verkerkelijkte theologie zich nu nog aan vastklampt.
Bovenstaande reactie bevatte een fout, gaarne wissen en vervangen met deze:
Bedankt Ruard voor dit betoog waar ik mij grootdeels in kan vinden.
Ik vind het alleen jammer dat jouw andersgelovige collega’s niet worden benoemd, want ook onder hen zal je vele vinden die het hiermee eens zijn. Theologie is niet exclusief christelijk, dat is ook nog een paradigma shift die moet plaatsvinden.
Maar ik ben het zeker mee eens dat wij geen claimers en bewakers zijn, maar begeleiders, ondersteuners en uiteenzetters van hermeneutische visies op waarheid, goedheid, vervoering en mysterie. Professionals in bestaanshermeneutiek. Dit betekent in mijn ogen niet dat metafysische concepten van waarheid en goedheid onzin zijn (Kuitert gaat hier in mijn ogen te ver in) , ze zijn onderdeel van onze existentiele ervaring en gevoelens: iets voorbij ons. We moeten ze alleen, zoals jij zegt, dialectisch/hermeneutisch benaderen. Als het gaat om God of het Heilige denk ik dat Gordon Kaufman’s uitwerking hiervan in zijn radicale negatieve theologisch concept van “ultimate mystery” ook meer gehoord moet worden. Hierdoor blijft ethiek en heiligheid dynamisch, en dat is wat gezocht wordt. Onze uitdaging ligt dan ook door het afwijzen van excluvistisch particularisme niet in pluralistisch relativisme te eindigen. Hermeneutische waarheid, goedheid en heiligheid betekent niet dat ‘anyhing goes’, logica en humaniteit moeten een rol blijven spelen. Duizenden jaren aan religieuze traditie en kennis geven ons geen claim op W-G-H, maar wel ervaring.
Jouw islamitisch collega,
Anold Yasin Mol
http://www.nieuwemoskee.nl