‘Ben ik ook een mens?’ vroeg een kind van Afrikaanse en Nederlandse ouders onlangs aan mij. Mijn antwoord ‘Zeker ben jij een mens!’ overtuigde hem niet, omdat het in tegenspraak was met zijn ervaring in de Nederlandse samenleving.
Racisme zorgt ervoor dat kinderen in Nederland in benauwdheid leven: het is een verstikkende ervaring. Als vader van drie ‘gekleurde’ kinderen en als geestelijk verzorger van ouders en kinderen die slachtoffer zijn van afwijzing, racisme en discriminatie, strijd ik voor een betere handhaving van kinderrechten. Deze rechten worden in de Nederlandse samenleving met voeten getreden.
Zorgplicht
Eigenlijk behoort de zorgplicht voor deze kinderen primair tot de taak van de overheid. Als de overheid haar zorgplicht zou oppakken, zou het voor ouders niet nodig zijn om de barricades op te gaan. Geen enkele ouder accepteert een slechter toekomstperspectief voor zijn/haar kinderen. Ook jongeren van witte ouders erkennen dit probleem: daarom nemen ze samen met zwarte kinderen deel aan demonstraties tegen racisme.
De Nederlandse overheid heeft het VN Kinderrechtenverdrag getekend en dient zich hieraan te houden, evenals aan andere mensenrechtenverdragen die ook duidelijk zijn over discriminatie.
Artikel 2 is een van de kernbeginselen van het Verdrag en betreft het non-discriminatiebeginsel. Ik citeer:
Artikel 2: Geen discriminatie
- De Staten die partij zijn bij dit Verdrag, eerbiedigen en waarborgen de in het Verdrag beschreven rechten voor ieder kind onder hun rechtsbevoegdheid zonder discriminatie van welke aard ook,ongeacht ras, huidskleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale, etnische of maatschappelijke afkomst, welstand, handicap, geboorte of andere omstandigheid van het kind of van zijn of haar ouder of wettige voogd.
- De Staten die partij zijn, nemen alle passende maatregelen om te waarborgen dat het kind wordt beschermd tegen alle vormen van discriminatie of bestraffing op grond van de omstandigheden of de activiteiten van, de meningen geuit door of de overtuigingen van de ouders, wettige voogden of familieleden van het kind.
De overheid komt deze duidelijke verplichting onvoldoende na. Dat zorgt voor radeloze kinderen en ouders. Voorts biedt artikel 19 over de bescherming van slachtoffers ook een opdracht voor de overheid.
Artikel 19: Geweld, mishandeling en verwaarlozing
- De Staten die partij zijn, nemen alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen en maatregelen op sociaal en opvoedkundig gebied om het kind te beschermen tegen alle vormen van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van sexueel misbruik, terwijl het kind onder de hoede is van de ouder(s), wettige voogd(en) of iemand anders die de zorg voor het kind heeft.
- Deze maatregelen ter bescherming dienen, indien van toepassing, doeltreffende procedures te omvatten voor de invoering van sociale programma’s om te voorzien in de nodige ondersteuning van het kind en van degenen die de zorg voor het kind hebben, alsmede procedures voor andere vormen van voorkoming van en voor opsporing, melding, verwijzing, onderzoek, behandeling en follow-up van gevallen van kindermishandeling zoals hierboven beschreven, en, indien van toepassing, voor inschakeling van rechterlijke instanties.
Beide artikelen wijzen op een zorgplicht in de Nederlandse samenleving en die zorgplicht wordt met voeten getreden. De overheid en andere maatschappelijke instanties zoals buurtinitiatieven en kerken pakken de zorgplicht niet of onvoldoende.
Racisme veroorzaakt geestelijke schade bij kinderen. De overheid is verplicht hen hiertegen te beschermen. Alle instellingen waar kinderen mee te maken hebben – van geboortezorg, onderwijs, sport, scouting, speeltuin tot kerk – moeten kinderrechten hooghouden en nakomen. Onze kinderen zijn een zorg voor de gehele samenleving. Of zoals vaker gezegd wordt: it takes a community to raise a child.
Stem van kinderen
Hoe komt het dat dit kinderrechtenaspect onderbelicht is gebleven? In het harde geschreeuw door volwassenen dreigt de zachte stem van de kinderen niet gehoord te worden. Doordat er niet met kinderen gesproken of naar hen geluisterd wordt, worden hun ervaringen niet erkend. Zelfs als kinderen duidelijk te kennen geven wat ze nodig hebben, krijgen ze geen steun, omdat dat zou betekenen dat men het probleem erkent. Hun leed wordt overschreeuwd of verzwegen vanuit angst, schuld en schaamte van de volwassenen.
Kinderen hebben volwassenen nodig die hen begrijpen en voor hen opkomen. In de Rooms-Katholieke kerk bepalen celibatair levende priesters het beleid, terwijl ze zelf geen gezin hebben. En in institutionele kerken waar voorgangers wel kinderen hebben, zijn er bijna geen gemengde huwelijken. In de politiek zie je een vergelijkbaar beeld: politiek leiders en topambtenaren zijn merendeels wit. Ze hebben geen of weinig ervaring met discriminatie van zwarte kinderen.
Kortom: onze geestelijk en politieke leiders kennen niet de ervaringen waar deze kinderen aan kapot gaan. En dan is het lastig om je in hun belevingswereld te verplaatsen en hen te begrijpen. Als angst, schuld, schaamte en wit privilege je dan ook nog in hun grip houden, komt er geen schot in de zaak.
Waarmaken
Daarom vraag ik de Nederlandse politiek: maak waar wat je op papier hebt beloofd. Behandel alle kinderen zoals je wilt dat jouw eigen kinderen behandeld worden. Deze gouden regel vormt het fundament van de rechten en het welzijn van kinderen, maar dat is niet de realiteit die kinderen in Nederland dagelijks aan den lijve ervaren. Dat moet veranderen.
Herstel van beschadigde kinderen en het bewaken van kinderrechten moeten centraal komen staan in de strijd tegen racisme en discriminatie. Alle instituten en instellingen in de samenleving moeten gezamenlijk hun verantwoordelijkheid hiervoor oppakken.
Het is nog niet te laat voor kerken, overheid en de gehele samenleving om hun zorgplicht voor onze kinderen te gaan dragen. Op deze manier kunnen we een gezonde en bloeiende samenleving in Nederland bouwen. Een Nederland waarin beschadigde kinderen kunnen herstellen.
Dit zeg ik al jaren. Na het gesprek bij Pauw en Witteman na de uitspraak van Wilders riep ik al dat dit kindermishandeling is. En in een open brief aan minister schippers zet ik dit uit een.
Niet alleen de overheid moet gewezen worden op wat er te doen staat, ook voor kinderen en ouders zelf is het belangrijk te weten wat hun rechten en plichten zijn. In het onderwijs dient er (meer) ruimte gemaakt te worden voor mensen-/kinderrechtenonderwijs.