Net als voor de presidentsverkiezingen vorig jaar mochten ook Turken in het buitenland stemmen, en wel in het vestigingsland zelf. In Nederland was de animo vorig jaar teleurstellend voor de Turkse autoriteiten – een krappe 10 procent. Nu ligt dat percentage een stuk hoger. Ongeveer 30 procent van de circa 240.000 stemgerechtigde Turken toog naar Deventer of Rijswijk. Een deel in bussen die gratis ter beschikking waren gesteld, zo wordt alom gefoeterd dan wel instemmend gemompeld in Turkse-Nederlandse kringen.
Het is belangrijk, zeker ook voor hun positie in Nederland, om te doorgronden waarom Turkse Nederlanders in zo grote getale wél hun stem gaven aan de AK-partij, en in het verlengde daarvan aan Erdogan. Onder hun bewind werd de afgelopen jaren de ene na de andere ondemocratische maatregel op elkaar gestapeld: de pers wordt gemuilkorfd, grootscheepse corruptie waarin ook de president en zijn familie tot over hun oren zouden zitten worden onder het tapijt geveegd en mensen die de Turkse nationaliteit bezitten én Koerd, lesbisch, homo of transseksueel zijn, worden vernederd. Uitschot, noemde de Turkse president hen in een van zijn verkiezingsredes.
Net als vorig jaar hebben het Turkevi Research Centre en het Instituut voor Migratie en Etnische Studies (IMES) van de Universiteit van Amsterdam enquêtes afgenomen onder Turkse kiezers in Nederland. Vorig jaar vond de exitpoll plaats op het stembureau in Ahoy te Rotterdam en nu in Rijswijk. Het gaat om dezelfde groep kiezers waardoor de uitslagen kunnen worden vergeleken. Het onderzoeksrapport is nog niet helemaal af, maar wat nu al opvalt is dat bij deze steekproef minder respondenten op Erdogan hebben gestemd (51,3 procent) in vergelijking met de survey vorig jaar bij de presidentsverkiezingen. Toen stemde 76,6 procent van de respondenten in het zuidelijke deel van Nederland op hem. In de recente steekproef zitten dus minder AK-partij stemmers dan de werkelijke populatie, terwijl vorig jaar bij de presidentsverkiezingen de uitkomsten wel goed overeenkwamen. Een van de zaken die de onderzoekers nog eens gaan checken voor ze de resultaten eind deze week naar buiten brengen.
Andere significante resultaten zijn het verband tussen partijkeuze en geslacht. Vrouwen stemden dit jaar significant meer voor AK-partij dan mannen. Evenals het verband tussen geboorteland en partijkeuze. Respondenten geboren in Turkije kozen significant vaker voor AK-partij. En ditmaal bestaat er wel een verband tussen geboorteland en interesse in de Turkse politiek (geboren in Turkije meer interesse).
Verder laat de exitpoll wederom een verband zien in opleidingsniveau en partijkeuze. Lager opgeleide stemmers kiezen vaker voor de AK-partij dan midden- en hoger opgeleide Turkse kiesgerechtigden in Nederland. En degenen die vertrouwen uitspreken in de Turkse politiek stemmen juist voor Erdogan en zijn politieke vrienden. Tot slot: ook is er een verband tussen het wel of niet hebben van vertrouwen in de Nederlandse politiek en de partijkeuze.
Een stem op de AK-partij kan dus wel degelijk ook worden geïnterpreteerd als een reactie op de politieke ontwikkelingen in Nederland die veel Turkse Nederlanders, in groeiende mate ook de jongere en beter opgeleiden, als negatief ervaren. Er wordt over hen gesproken en niet met hen. En keer op keer kwamen Turkse Nederlanders negatief in beeld. Het Motivaction-onderzoek eind vorig jaar naar Nederlandse moslimjongeren en de Arabische Herfst fungeerde als de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen.
Het laat zien dat zowel de pro-democratische houding onder Turkse Nederlanders is gestegen, als (87 procent) het goed zegt te vinden dat groepen in naam van de Jihad in de Arabische wereld voor verandering strijden. Een onderzoek met verwarrende resultaten zonder duiding dat zo niet naar buiten had mogen worden gebracht.
Met name de jonge, beter opgeleide en maatschappelijk actieve Turkse Nederlanders voelden zich geschaad in hun reputatie. Mede omdat minister Asscher van Integratie enkel zijn verontrusting uitspraak over dat laatste, zonder vooralsnog het eerste erbij te vermelden. Turks-Nederlands Tegenluid heeft zich in het afgelopen half jaar ontpopt tot hun belangrijkste spreekbuis en heeft inmiddels verscheidene keren met de minister om de tafel gezeten. Op maandag 22 juni ook met de bewindsman en de gehele achterban in de Meervaart in Amsterdam. Excuses van Asscher voor zijn ondermijnende manier van communiceren zaten er niet in, maar het is hem wel ingepeperd dat Turkse Nederlanders juist van een minister van integratie verwachten dat hij genuanceerd communiceert over onderzoeken waar moslims en Turkse Nederlanders bij zijn betrokken.
In dit verband is het goed om terug te keren naar de exitpoll. Tenminste twee zaken die opvallen – en belangrijk zijn voor het duiden van de ontwikkelingen onder Turks-Nederlandse jongeren – is de correlatie tussen opleiding en keuze voor de AK-partij. Én die tussen een stem op de AK-partij en geboorte in Nederland. Dat betekent dat de meeste stemmen op de AK-partij in Nederland afkomstig zijn van eerste- en deels tweede generatie Turkse Nederlanders of Turken hier. En minder van de groeiende groep in de derde en volgende generaties die hier zijn geboren en opgegroeid en het steeds beter doen op school, de arbeidsmarkt en in het maatschappelijk middenveld.
Hoewel het uit de exitpoll niet valt af te leiden, zou het mij dan ook niet verbazen dat de uitslag in Nederland net zoveel zegt over de groeiende frustratie over de politiek hier ten aanzien van moslims in het algemeen en Turkse Nederlanders in het bijzonder als over de populariteit van de AK-partij. Dat een stem op Erdogan deels ook een afrekening is met het ongenoegen over de ontwikkelingen in Nederland. Gevoed door het idee dat het ook voor hen, migranten in Europa, belangrijk is dat er een partij aan de macht blijft in Turkije met een islamitische agenda die het land ook nog eens in economische zin machtig maakt. Op termijn komt dat, zo is immers de algemene redenering, ook hun positie in Nederland ten goede.
Wat deze stembusuitslag dan ook mede aan de orde stelt, is de vraag of dat daadwerkelijk zo is. Of de nadruk van de AK-partij in de afgelopen jaren niet veeleer op haar ondemocratische houding is gaan liggen om die islamitische agenda af te dwingen. Dus of je je stem, ook als migrant in Europa, wel kan geven aan een partij die jouw levenshouding vertegenwoordigt, maar tegelijk de democratie aan haar laars lapt.
Ik hoop dat dat de discussie is die nu gaat losbarsten in Turks-Nederlandse kringen. Hoe reflecteren we, in naam van de democratie, op ons eigen (stembus)gedrag?