Vraag eens rond en je krijgt typerende situaties voorgeschoteld. “We kunnen eigenlijk geen kritiek uiten, want hij doet het ook maar vrijwillig.” Of deze: “Het werk is niet af, maar ze is vrijwilliger en je kan haar niet dwingen.” En als je vraagt naar motivatie: “het lijkt alsof het hem vooral te doen is om een stevige vinger in de pap te houden.”

Het wordt nog interessanter als je doorvraagt. “Doordat iedereen vrijwillig werkt aan het project, en het erbij moet doen, loopt de communicatie vaak stroef.” “Ze zeggen wel je moet roeien met de riemen die je hebt. Maar feit is dat vaak de juiste expertise in de commissies ontbreekt.” En dan nóg krijg je de indruk dat de meerwaarde van professionele werkers onderschat wordt. De optie van betaald werk is omgeven met ongemakkelijke situaties. “We kunnen moeilijk de één wel uitbetalen, en anderen niet.”. Of deze: “Maar je man verdient toch genoeg?”

De kerk bevindt zich momenteel niet in een luxepositie, maar eerder in een noodsituatie. Willen overleven is niet voldoende. “Maar vrijwilligers zijn onmisbaar, omdat we anders de boel moeten sluiten.” Je hoort het veel. Maar die bewering houdt niet stand; het is standje overleven. Er is moed nodig om te vernieuwen. Anders gezegd: waardeer deskundigheid. Een beetje economisering van ons denken over de kerk, kan geen kwaad toch?

Ga het debat aan, zou ik tegen bestuurders willen zeggen. Bijvoorbeeld over de vorm en vooral de duur van overeenkomsten. Het idee om te tekenen voor een kerkenraadslidmaatschap van vier jaar, terwijl een arbeidsovereenkomst voor langer dan een jaar al bijna nergens meer vergeven wordt? De kerk is gebaat bij inzichtelijke en realistische overeenkomsten. U mag, tot besluit, best weten dat ik, nadat deze column is geplaatst, een factuur stuur.

joel

Joël Friso

Programmamaker en Filmkenner

Profiel-pagina
Al 18 reacties — praat mee.