De discussie rondom het preventieakkoord laat zien dat voedselland Nederland bol staat van de spanning tussen verschillende waardes van voedsel. Gezondheid staat op gespannen voet met royaal en rijk eten, bijvoorbeeld. Een groot aanbod van eten uit de hele wereld en goedkoop vlees matcht niet met duurzaamheid.
En er zijn meer spanningen: Voedselverspilling is een net zo groot probleem als voedseltekort. De opkomst van voedselbanken laat dat zien.
Ook brengt voedsel net zo sterk mensen samen als dat het mensen scheidt. Samen eten verbindt, maar wie vanwege religie of allergie, overtuiging of cultuur iets niet eet, valt altijd een beetje buiten de boot.
Dit vraagt om een manier van kijken naar voedsel die de waarde ervan uit verschillende perspectieven mee bedenkt – voedselgebruik gaat over meer dan gezond of minder gezond eten. Pas dan krijg je een goed uitgangspunt om op voedselgebruik te sturen.
Zo’n bezinning vraagt om een blik van buiten op het eigen eten. In het veelal seculiere Nederland bieden religies zo’n blik: een beetje vreemd, maar wel lekker. Religies bieden voor bezinning op eten, namelijk twee interessante tools: feesten rondom eten en vasten.
Vasten
Vasten is een laboratorium om eigen eetgedrag onder de loep te nemen. Simpelweg omdat je dan een keer uit je ritme breekt en daardoor merkt wat gewoontes eigenlijk inhouden. Wie in de vastentijd voor Pasen, de ‘christelijke Ramadan,’ geen vlees eet en ophoudt met snoepen, merkt dat aan ruimte in de portemonnee, verlichting op de weegschaal, maar ook aan vreemde blikken bij de eerste BBQ van het jaar. Eten is zo altijd meer dan zomaar voedsel, dat merk je als je het een beetje anders doet dan anders én dan anderen. Wat je eet, hangt af van hoe je voedsel waardeert – en hoe je zelf gewaardeerd wordt, hangt af van hoe je eet en wat je eet. Dit inzicht geeft ook ruimte om gezondere keuzes te gaan maken.
Religieuze feesten rondom eten
Religieuze feesten rondom eten geven ook bijzonder inzicht. Neem de christelijke feestdag ‘Witte Donderdag,’ even voor Pasen. Hier staat een maaltijd centraal, de laatste maaltijd van Jezus met zijn leerlingen – bekend als het ‘laatste Avondmaal.’ Tijdens die maaltijd pakt Jezus brood en zegt dat het zijn lichaam is dat gegeven wordt voor zijn leerlingen en vrienden. Een vreemd beeld.
Het werpt ook nieuw licht op eten en op het leven. Want wat betekent het als je je eigen leven ziet als iets dat het beste met anderen gedeeld wordt, net als voedsel? En wat doet het met de betekenis van voedsel als er vooral is om met anderen te delen? Veel luxe komt er bij Jezus niet op tafel, toch is dit de maaltijd der maaltijden in het christendom. Stilstaan bij deze maaltijd doorbreekt sommige manieren van eten, altijd snel wat snacken bijvoorbeeld, of juist vooral luxe dineren. Is dat wat eten is? Of omgekeerd: het maakt je bewust van wie alleen moet eten omdat iemand alleen is. Ook daar is eten veel meer dan voedsel alleen en doet pijn. Zo’n bredere blik op eten geeft ook lucht om gezonder voedsel te overwegen.
Wie de vraag wil toelaten wat nu de waarde van eten in Nederland is en wie hierop wil sturen voor een betere gezondheid, kan via een blik op religies een stap verder komen. Het preventieakkoord laat ook zien dat dat hard nodig is. Via inzicht in welke waardes gezond en ongezond voedselgebruik bepalen kun je verder komen dan met technische maatregelen alleen. Even afstand nemen, deze waardes gaan zien en nieuwe beslissingen nemen, kan eten nog beter laten smaken, als gezond én waardevol.
Voor wie verder wil lezen over religie/maaltijden: Mirella Klomp, Peter-Ben Smit en Iris Speckmann (red.), Rond de tafel. Maaltijd vieren in liturgische contexten (Berne: Berne Media, 2018).