Hoewel humanisten vandaag vaak een moeilijk gezicht trekken bij de woorden ‘kerk’ en ‘christendom’, is een hogere kijk op de mens niet denkbaar. De aardse menselijke waardigheid is verankerd in de hemelse God. Vergeten we dit, dan kunnen mensen als een ding behandeld worden. Neem de humanist Bertrand Russell die het enige overzicht van de filosofie schreef dat je gezellig in bed kunt lezen. Hij zocht een atheïstisch argument voor de waardigheid van de mens en vond die in het feit dat we allen deel uitmaken van ‘dezelfde biologische soort’. Maar dat belette Bosnische Serviërs niet om na de val van Srebrenica zevenduizend (islamitische) soortgenoten als dieren af te maken.
Als mensen niet meer als een plaats van God worden gezien, kunnen ze gemakkelijk ondergeschikt worden gemaakt aan een ideologie of eigenbelang. President Trump vindt populariteit bij zijn achterban belangrijker dan de gewonden en doden die er sinds zijn erkenning van Jeruzalem als de hoofdstad van Israël vallen. In Azië worden mensen behandeld als machines die in sweatshops zestien uur per dag knopen aan hemden naaien. In ons land worden vluchtelingen als misdadigers gearresteerd omdat hun menselijke waardigheid zou zijn weggewaaid met de papieren die ze niet kunnen tonen.
Zoals mensen doen, groeide ook Jezus op. Hij wordt een verhalenverteller die zwerft over de wegen en velden. Opvallend is dat hij zich radicaal verbonden weet met iedereen, ook met mensen die buiten de sociale, morele of religieuze lijntjes hinkelen. Hij weigert normen en wetten belangrijker te maken dan de mens. De sabbat is er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat, zegt hij. Want elk mens is een plaats van God. Christenen die ongelovigen of aanhangers van andere godsdiensten de maat nemen, vergeten dit.

HUMANISME
De gepassioneerde dichter Petrarca is de vader van het humanisme geworden. Hoe? In 1336 beklom hij de Mont Ventoux. Op de kale top aangekomen, pakt hij de Belijdenissen van bisschop Augustinus en leest:
En dan gaan mensen erop uit om de hoge bergen te bewonderen, de machtige golven van de zee, de brede stromen van rivieren, de wijde oceaan en de banen van de sterren. Maar zij gaan bij zichzelf weg.
Petrarca is ‘met stomheid geslagen’. Hij ziet in dat de weg naar binnen een nog veel wonderlijker reis is dan zijn bergtocht, een reis naar de mysterieuze aanwezigheid van God in hem. Die is de bron van de menselijke waardigheid, een innerlijke ruimte waardoor we ‘de ander’ die van ons verschilt kunnen verwelkomen. Niemand is zo menselijk als God.
Vandaag zijn humanisten ver van Petrarca afgedwaald. Voor hun inspiratie kijken ze liever naar de klassieke oudheid, waarvan zij een romantisch beeld hebben. Hoewel schrijvers als Cicero en Plutarchus op hun lommerrijke landgoed mooie dingen over de ouderdom schreven, stak de maatschappelijke werkelijkheid daar schril bij af. Wie oud en afhankelijk van hulp werd, kon alleen terugvallen op de eigen kinderen en slaven. Hoogbejaarden moesten achter gesloten deuren uit het zicht blijven, want ze zouden ongeluk oproepen. Het bezit van mensen als slaven die weinig meer rechten hadden dan dieren, was vanzelfsprekend. In het oude Griekenland werden gehandicapte kinderen standaard gedood.
Deze schrale mensvisie dreigt in onze seculiere cultuur een comeback te maken. Door bijvoorbeeld de manier waarop gediscussieerd wordt over de kosten van de ouderenzorg, krijgen ouderen soms het gevoel dat ze een last voor de samenleving zijn zodat ze sneller richting de uitgang gaan denken. Dit speelt zeker mee in de kwestie rondom ‘voltooid leven’.
Hoe anders klinkt het kerstverhaal. Jezus is ‘de tweede Adam’ in wie de hele mensheid wordt samengevat. In Bethlehem liggen alle mensen in het stro – van skinheads tot staatssecretarissen, van atheïsten tot asielzoekers. De zorg voor zieken en ouderen is dan ook een christelijke uitvinding. Want als God mens wordt, hebben gewone mensen een goddelijke waardigheid zoals Petrarca besefte. Hij dicht in ‘Il Canzoniere’:
(God) wilde niet
in Rome maar Judea geboren worden:
Hij houdt er altijd van om eenvoud
naar zo’n grote hoogte te tillen
dat vanuit dat nietige dorpje
een zon schijnt waardoor die plaats,
en de hele wereld, zich gelukkig prijzen
De goddelijke waardigheid van elk mens roept eerbied op, zodat in het kerstverhaal de herders voor Jezus buigen. En generositeit, zodat de wijzen geschenken aanbieden. En vreugde, zodat de engelen zingen.
En angst en geweld bij hen die hun eigenwaarde proberen te ontlenen aan iets anders dan God. Ze moeten hun waardigheid bewijzen door die van een ander te ontkennen. Koning Herodes probeerde het kind Jezus te doden.
Onlangs verscheen van Jean-Jacques Suurmond het boek God zijn, een oefening in bescheidenheid (uitgave Meinema).
“De zorg voor zieken en ouderen is dan ook een christelijke uitvinding.”
Ik zou zeggen dat het een joodse uitvinding is. Geen christelijke.
Ik ben van mening dat we als christenen, en zeker de Kerk ( in de breedste zin van het woord) als instituut, ons heel bescheiden moeten opstellen. De gruwelijkste vormen van uitbuiting en volkerenmoord om maar twee voorbeelden te geven, hebben plaatsgevonden in het Christelijke Europa: de 12- tot 14-urige werkdagen voor fabrieksarbeiders tijdens de Industriële revolutie met zijn mensonterende werkomstandigheden en tegen betaling van een hongerloon en de massamoord op de Joden in de Tweede Wereldoorlog. We hebben ons mooie sociale stelsel mede te danken aan de angst voor revolutie, vanuit het atheïstische marxistische denken. Overigens was Karl Marx wel een jood en zijn ideeën over het kapitalisme en de socialistische revolutie zijn niet uit de lucht komen vallen. Het is ook niet toevallig dat de meest ontwikkelde en meest beschaafde samenlevingen te vinden zijn in het zo geseculariseerde noordwesten van Europa. Weliswaar speelt de christelijke moraal nog steeds een grote rol, maar het is juist het baanbreken van wetenschappelijke inzichten en gezond boerenverstand dat middeleeuws en uit de Oudheid afkomstig bijgeloof hebben uitgeroeid en o.a. Nederland zo’n fijn land maken om in te wonen, al geef ik onmiddellijk toe dat er ook hier nog steeds heel veel valt te verbeteren.
Dat ben ik met beiden oneens, en dat is niet om op een andere groepering te wijzen, want daarop zou ik hetzelfde zeggen.
Beiden baseren hun mening in ieder geval niet op de oprichters van het eerste ziekenhuis en ook niet op de nog eerdere eerste uitkerende instantie voor zieken en gehandicapten, en dat zou ook al niet terecht zijn, want dit waren institutionaliseringen van iets wat kennelijk al bestond. Natuurlijk zijn er vergelijkbare voorbeelden te vinden die het wel kunnen doen lijken dat christenen of joden eerder kwamen met de zorg voor zieken en zwakkeren, maar de simpele waarheid is dat we eerst en vooral God mogen danken voor deze eigenschap in de natuur die Hij creeerde. Dit kunnen we niet toeschrijven aan een groep mensen, gelovigen of niet.
Paleontologisch onderzoek heeft aangetoond, dat Neanderthalers soms tientallen jaren overleefden na ongelukken die het onwaarschijnlijk of zelfs praktisch onmogelijk maakten, dat zij zelf in hun voedselbehoefte konden voorzien. Het zal moeilijk vallen om aannemelijk te maken dat hun vrienden of familie joden of christenen waren. Toch overleefden zij waarschijnlijk door hun goede zorg. Toch verdienen ook zij de titel niet om uitvinder te zijn van dit principe.
We zien in de wilde natuur indrukwekkende voorbeelden van deze eigenschap in diverse dieren. Zoek op youtube eens naar “a lioness adopts a baby antelope” of naar “leopard kills mother baboon but adopts the baby” en kijk naar deze wonderlijke voorbeelden van het zorginstinct. Dat is buitengewoon indrukwekkend, maar misschien toch minder uitzonderlijk dan we soms denken.
Nee, daarin zijn wij niet zo apart, maar dat maakt het niet minder wonderlijk wat mensen voor elkaar krijgen. Misschien zijn we wel kampioen in ritualisering en institutionalisering en zijn er onder verschillende volkeren inspirerende voorbeelden van te zien die veel navolging kregen, soms zelfs een nieuwe norm gezet hebben. Afhankelijk van de voorbeelden die we noemen kunnen we volkeren uitlichten als ‘zij die de aanzet gaven voor bepaalde toepassingen’, maar ‘de uitvinders van zorg voor zieken en zwakkeren’ zijn we allemaal niet.
Hiermee wil ik niet afdoen aan de wonderlijke zaken die verricht zijn her en der, integendeel zelfs. Moge velen goed voorbeeld volgen. Het ligt in onze natuur en daar hebben sommigen, dank God, grootse dingen mee bereikt.
Het zorginstinct beperkt zich, zoals bij dieren, vooral tot de eigen groep. Dat gold ook voor de joodse zorg. Het nieuwe van christenen was dat zij ook omzagen naar zieken en ouderen buiten hun eigen kring van geloofsgenoten. Deze ‘caritas’ droeg in belangrijke mate bij aan de aantrekkingskracht van de jonge kerk. Zozeer zelfs dat de christenvervolger keizer Julianus die (tevergeefs) probeerde te kopiëren.
Een eventuele onderbouwing daarvan zou een mooi vervolgartikel kunnen opleveren. Wellicht een idee, als u daar tijd voor heeft…
Jean-Jacques, je hebt het toch echt een beetje mis volgens mij.
Ja, de “Werken van Barmhartigheid” … Wie kent ze niet!
Maar … in het goede, oude joodse boek (en toen was er nog geen christen (laat staan een katholiek of protestant) te bekennen, staat toch heus dat er voor “weduwen, wezen én vreemdelingen” zorg gedragen moest worden.
Dat staat écht in de Wet. En laten diezelfde “weduwen, wezen én vreemdelingen” nu ook in de Qur’an genoemd worden, als mensen die zorg nodig hadden.
Het lijkt dus een algemeen geaccepteerd menselijk principe te zijn onder ethisch handelende mensen.
Mensen -ongeacht ras of geloof- hebben “van nature” de mogelijkheid in zich om het leven te hoeden (=herders en wijzen), maar ook om het leven te vernietigen (=Herodes).
Dat maakt ons de eigenaardigste en onberekenbaarste diersoort. Om ideeën kunnen wij volkeren uitmoorden. Om gewin kunnen wij stukken aarde vernietigen.
Wat klein, kwetsbaar en onschuldig is, roept bij bijna iedereen “een knuffel – en bescherm instinct” wakker.
Beter dan het vernietigenste wapen of de grootste schreeuwer, is -als opponent- de weerloze baby. De baby, nog geheel verbonden met de Oerbron. (Scheppingskracht, Energie… God)
Uit het vroege Perzië komt een verhaal van een verstoten koningsbaby, door de mythische vogel Simorg (=Foenix) opgevoed en uitgegroeid tot de stoere, mythische Rostam. Een eeuwig verhaal, want nog steeds gekoesterd. De trots van een volk, ondanks alles.
Onze baby Jezus is het stralende Licht bij geboorte. Licht in een tijd van verwarring, vernietiging en angst. Zèlf wordt Hij gekruisigd, maar Hij leeft nog steeds in de harten van christenen (èn moslims).
Zolang wij ons de mythe(?) blijven herinneren, kan Hij het rolmodel bij uitstek zijn. En ook
in andere culturen heb je zulke mooie rolmodellen.
Maar zoals gezegd: mensen blijven eigenaardig en onberekenbaar! En heel hardleers!
Mededogen is belangrijk misschien wel voor het in stand houden van de soort?
Over de caritas (praktische naastenliefde) is veel geschreven, ook in ons land. Bekend is het boek van de socioloog Rodney Stark, ‘The Rise of Christianity’. Hij verklaart de snelle opkomst van de jonge kerk in de Grieks-Romeinse wereld o.a. uit het feit dat christenen zorg verleenden aan ieder die dit nodig had, zonder uitzondering – iets nieuws in die tijd. Later werden vanuit de kerk talloze ziekenhuizen en verpleeghuizen gesticht (de oude namen herinneren daar nog aan, zoals Diaconessenhuis of Albert Schweitzer ziekenhuis). Onze huidige verzorgingsstaat gaat terug op Florence Nightingale die daarvoor, gedreven door caritas, de basis legde (zie mijn boek ‘De spiritualiteit van Florence Nightingale’).
Wat een ouderwets christelijk triomfantalisme van Suurmond.
En wat gênant om juist om de Kerst de tegenstelling g christenen-humanisten zo te benadrukken.
Trouwens er zullen best humanisten zijn die naar de oudheid kijken maar kenmerkend lijkt mij dat niet (ik ben trouwens geen humanist maar atheïst, mag dat ook?)
Joop, ik ben het met je eens wat dat “ouderwetse christelijke triomfantalisme” betreft.
Suurmond doelt waarschijnlijk op “de Nobele Werken van Barmhartigheid”.
Dat hief dan natuurlijk de ellende (van kruistochten, sexueel misbruik, het- onder- de-mijter- houden van allerlei onzuiverheden e.d.) door “de dienaren van de Heilige Roomse Kerk”(?)weer een beetje op.
(Maar Joop…toch even…we weten allemaal nu wel dat je atheïst bent, hoor.)
Wat geeft dit artikel een interessant inkijkje in het hedendaagse christelijke superioriteitsdenken. Dat overigens heel defensief ingesteld is. Het punt dat Suurmond probeert te maken over een andere wijze van denken dan in termen van economisch rendement, valt daarmee helaas een beetje weg. Ik zou hem op dit punt graag bijvallen, maar voel me niet uitgenodigd.
Christelijk triomfantilisme? Superioriteitsdenken? Nou nou. En dat terwijl met kerst God zich bescheiden in een stoffige stal verschuilt. Is die verborgenheid de reden waarom de oorspronkelijke christelijke bezieling van het humanisme en de zorg voor velen onbekend is? (zonder bv. Nightingale was er niet eens een Rode Kruis geweest). Misschien moet God zich wat triomfantelijker gedragen, meer aan PR doen zoals de goden van de Olympus.