‘Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de schoonste in ’t hele land’. Het sprookje van Sneeuwwitje geeft op allerlei manieren te denken in deze tijd. ‘Ze had zwarte haren en een huid wit als sneeuw, kennelijk het ideaalbeeld voor de gebroeders Grimm. Maar de spiegel is het belangrijkste personage dat de boze (!) stiefmoeder steeds als antwoord geeft dat zij de mooiste in het land is. Eigenlijk helemaal geen verhaal voor kinderen als je de volledige tekst terugleest, en anno 2022 ook nog vol clichés.

Toch kijken vrouwen vaak in een spiegel, in vensterruiten, op hun telefoon of naar de reactie in de ogen van een man. Kunstenaars hebben vanuit de vroegste tijden vrouwen geschilderd en gebeeldhouwd, veelal vanuit de mannelijke blik, omdat de kunstenaars veelal mannen waren. Maar wat zagen zij dan precies in het model dat voor hen stond: de vrouw zoals zij was of hun ideaalbeeld van de vrouw als een verleidelijke Venus, een sfinx of een vamp? Die blik wordt ook wel genoemd de ‘male gaze’, een term in 1975 bedacht door een Brits feministisch filmcriticus Laura Mulvey die vond dat veel films gemaakt werden vanuit een mannelijke blik, louter om mannelijke kijkers te plezieren via een vrouwbeeld dat die behoefte bevestigde.

In haar boek Wie ben ik als niemand kijkt (2021, pag 81) heeft Liesbeth Woertman het over drie persoonsperspectieven: 1: van binnenuit (wat voel ik?); 2: intersubjectief, empathisch; 3: het lichaam als object via de spiegel en de ogen van anderen, als object in de medische wereld en de mode. Het derde perspectief is vergelijkbaar met de ‘male gaze’, een object denken waar elke mens last van heeft (en niet alleen mannen).

Paula Modersohn Becker – Selbstportrt – (MeisterDrucke-29616)

Ook andere cultuurproducten laten die ‘male gaze’ zien. Laten we eens twee schilderijen vergelijken: Manet met Dejeuner sur l’herbe (1863) en Paula Modersohn-Becker met een zelfportret (1906). Op het eerste schilderij zitten twee volledig geklede mannen in het gras (geen boordknoopje zit los), tijdens een picknick naast een naakte vrouw. Het schilderij was een sensatie maar om heel andere redenen (Modern! Vernieuwend!) dan wat een kritische beschouwer nu zou vinden. Het is namelijk niet eens een erotisch schilderij maar een uitbeelding van een krankzinnige situatie waarbij de vrouw een soort uithangbord en object wordt voor de veronderstelde viriliteit van de geklede heren. Ondanks de stijlvernieuwing een bevestiging van de wijze waarop menige toeschouwer toen keek. Paula Modersohn-Becker heeft in haar werk zichzelf en andere vrouwen vaak uitgebeeld, maar dan zoals zij zijn, eenvoudig en soms kwetsbaar, dus niet volgens een schoonheidsideaal. Haar schildersblik gaat niet over DE schoonheid van een vrouw of over ‘Kijk eens hoe mooi ik ben’, maar over ‘Kijk eens wíe ik ben’. Zij laat ons opnieuw kijken. Dat noem ik een ‘female gaze’.

Ook op straat kun je getuige zijn van de ‘male gaze’: mannen die vrouwen keuren als object, ze nafluiten en lastig vallen. Reclame en sommige kunstwerken ondersteunen dit gedrag met de manier waarop een vrouw wordt uitgebeeld. Onlangs werd in Utrecht deze houding afgestraft via een scherm van waaruit een langslopende man nagefloten en nageroepen werd. Wordt het niet eens tijd dat we allemaal naar een vrouw en vooral naar elkaar kijken vanuit interesse in wíe zij of hij is, vanuit de ‘female gaze’?

Felicia Dekkers

Felicia Dekkers

Redacteur

Felicia Dekkers is Neerlandica en studeerde later theologie. Zij werkte in het onderwijs (MO en HBO) en daarna als (beeld)redacteur bij …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.