‘Men gaat op reis om weer thuis te komen’, aldus de schrijver Godfried Bomans (1913-1971). Aan dat citaat voel je al dat Bomans geen gemakkelijke reiziger was. Ooit in Japan aangekomen beklaagde hij zich erover dat men daar geen Nederlands sprak. In de zomer pakken veel Nederlanders (maar pechvogels niet) juist hun luxe-koffers om van huis weg naar elders te gaan. Vanwege de aanhoudende regen zijn dat er nu nog meer dan anders. Zij maken deel uit van een trekbeweging het land uit, van huis en thuis weg, om regen en regelmaat te ontvluchten, naar een plek waar de zon weer gaat schijnen. Dat heet vakantie. En dat is hier volkomen normaal, maar niet voor alle mensen.

Tegelijkertijd komen er wanneer het warmer wordt mensen uit Soedan of Eritrea, uit Syrië of Afghanistan, die huis en haard, vaak in een onstabiel bootje, verlaten hebben. Ze zijn op zoek naar een huis maar vooral een thuis: dat heet vluchten. Nederland is in deze periode van het jaar een tweestromenland, waarbij de kansen ongelijk verdeeld zijn: de ene stroom gaat naar hun ‘Belvilla’ in de zon en de andere naar Ter Apel.

Er wordt gezegd en beloofd door politici: de zon gaat weer schijnen in Nederland. Maar voor wie? Als je ondergebracht wordt, ongeacht de reden van jouw vertrek, bij een groep die vaak door die politici gelukzoekers genoemd worden, is de weg naar jouw nieuwe thuis een onzekere en een langdurige. Maar als je van huis gaat om de sleur te doorbreken, om nu eens lekker te genieten blijft jouw thuis bestaan en kun je dat bij thuiskomst terugvinden.

Wanneer je op reis gaat vanwege oorlog en hongersnood, een toch wel legitieme reden, ben je meestal je oorspronkelijke thuis voorgoed kwijt. Het bestaat alleen nog in herinneringen en dromen en soms via een oude voordeursleutel. Bij aankomst in een ergens-land wordt jou de kans om opnieuw een thuis te vinden zeldzaam moeilijk gemaakt. Tussen Ter Apel, het COA, advocaten, bewijsstukken, IND en talloze opvangcentra blijven mensen eigenlijk jaren op reis en in afwachting. Zo verdwijnt het droombeeld van een nieuw en veilig thuis voor de meesten steeds verder uit het zicht.

Voor wie gaat hier in Nederland eigenlijk de zon schijnen? Voor alle gebruinde vakantiegangers die bij thuiskomst hun thuis opnieuw terugvinden of voor de mensen die geen geld hebben om op vakantie te gaan of voor de mensen die bij hun aankomst in Nederland in de regen moeten overnachten? Wie zijn de geluksvogels in die nieuwe zon, wie de pechvogels en wie de gelukzoekers? Kan de zon eigenlijk wel schijnen als er op hetzelfde moment zoveel mensen geen huis kunnen vinden en in de regen staan? Jawel, dat kan en dat gebeurt, maar dan wordt het hier wel ‘kermis in de hel’ zoals de spreuk zegt. En daar wil toch niemand van ons zijn. Of komt er toch een regenboog?

Felicia Dekkers

Felicia Dekkers

Redacteur

Felicia Dekkers is Neerlandica en studeerde later theologie. Zij werkte in het onderwijs (MO en HBO) en daarna als (beeld)redacteur bij …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.