Ik moest aan die reportage denken toen ik afgelopen vrijdag meedeed aan een debat van de Jonge Socialisten (PvdA) in Leiden over de Hollandse Droom. De eregast van de avond was burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam, van Marokkaanse origine en uitgeroepen tot ‘bestuurder van het jaar 2014’. Hij was die morgen teruggekomen uit de VS, waar hij in Washington had deelgenomen aan een internationale top over islamitische radicalisering. De afspraak daarvoor was al gemaakt voor de aanslagen begin dit jaar in Parijs op het cartoontijdschrift Charlie Hebdo en een joodse supermarkt. Aboutaleb had zich in een reactie hierop scherp geprofileerd als bestuurder én als moslim. Hij zei dat extremisten die zich niet thuis voelen in de Nederlandse samenleving maar beter kunnen gaan. En vervolgens: “Als je het niet ziet zitten dat humoristen een krantje maken, ja… mag ik het zo zeggen: rot toch op!”

Van der Laan, Asscher en Aboutaleb zijn momenteel de meest gezichtsbepalende politici van de PvdA. Ze opereren op verschillende manieren. De eerste is temperamentvol en kan daardoor soms intimiderend overkomen, zoals Margalith Kleijwegt beeldend in De Groene Amsterdammer beschrijft. Asscher heeft een wat houterige motoriek en stelt zich gouvernementeel op. De inhoud van hun boodschap aan minderheden is evenwel identiek: spring over je eigen schaduw heen en neem verantwoordelijkheid. Ga niet klagen, maar doe mee.

Aboutaleb, zo ervoer ik in een tjokvolle zaal in Leiden, gaat een behoorlijke stap verder. Op de begeesterende en tegelijk licht autoritaire toon van een generaal die zijn leger voorgaat in een gevaarlijke operatie, riep hij immigranten met een moslimachtergrond op om publiekelijk afstand te nemen van IS. Waarom zouden we dat stelselmatig moeten doen, wierpen tweede en derde generatie immigranten in de zaal hem verontwaardigd tegen. “Omdat het werkt”, sprak Aboutaleb. “Zie het als een medicijn, dat een kwaal bestrijdt.” De kwaal, zo begreep ik gaandeweg de avond, is dat moslims als de veroorzakers van de huidige maatschappelijke problemen in Westerse landen worden aangemerkt. Hierdoor neemt de polarisatie toe. En wie hebben daar het meeste last van, vroeg Aboutaleb aan de morrende zaal. Hij gaf zelf het antwoord: de moslims zelf.

Met zijn optreden legde de Rotterdamse burgemeester ook een andere breuklijn bloot: die tussen de eerste generatie immigranten die naar Nederland kwamen voor een beter leven voor hen en hun kinderen, en de tweede en derde generaties. Assertieve en steeds beter opgeleide individuen die hier geboren en getogen zijn en het Nederlandse staatsburgerschap bezitten. Zij vragen zich wanhopig af hoe lang ze nog dankbaar moeten zijn voor wat het vrije en relatief rijke Nederland hen biedt. Ze zijn al lang geen gast meer zoals hun ouders, maar actieve burgers van dit land. Voor hen gaat het om andere zaken: dat ze als gelijkwaardig in Nederland worden gezien en aangemerkt.

Zij benadrukken al een tijdje dat de cultuur waartoe ze worden gerekend, iets anders is dan hoe ze over zichzelf denken. Nederland is, in tegenstelling tot hun (groot)ouders, hun geboorteland, hun identiteit. Ze combineren democratie en vrijheid met hun eigen ideeën en gevoelens over religie en/of etniciteit. Menigeen is moderner, liberaler en seculierder in religieus opzicht dan de nadruk op een kleine groep religieuze militanten wil doen geloven. Starters op de arbeidsmarkt en actief in de politiek en de maatschappij. Ze noemen zich moslim én leiden een modern en kosmopolitisch leven.

Aboutaleb negeerde hun klacht bewust. Net als Asscher en Van der Laan hamerde hij keer op keer op het mantra van zelfstandig leren denken en zelf verantwoordelijkheid nemen. “Zie jezelf niet als een slachtoffer.” Maar dat is het nu juist: meer en meer, vaak beter opgeleide immigranten nemen hun lot wel degelijk in eigen hand. Ze ontkennen niet dat islamitische radicalisering voorkomt en dat moslimgemeenschappen een belangrijke rol hebben in het tegengaan daarvan. Tegelijk merken ze dat diversiteit nog steeds wordt geproblematiseerd in Nederland. Zij hebben dringend behoefte aan een ontvoogdingsproces: de erkenning dat het raar is dat meer dan de helft van de burgers in de Randstad nog steeds allochtoon wordt genoemd, terwijl ze er al heel hun leven wonen. Dat er minder paternalistisch naar moslims wordt gekeken. Of geëmancipeerd zijn en een hoofddoek dragen niet te verenigen zijn.

Die Hollandse Droom die Aboutaleb heeft waargemaakt door het tot burgemeester van Rotterdam te schoppen, koesteren ook zij. Maar ze worden, vijftig jaar na het op gang komen van de massamigratie naar Nederland, nog steeds niet beoordeeld op wat ze doen en zeggen, maar op iets waar ze geen greep op hebben en wat ze niet kunnen uitvlakken: hun afkomst. Velen voelen zich thuis in Nederland, maar er is nog steeds geen inclusief beeld van ’thuis’. En met de donkere wolk van het oprukkende islamitisch fanatisme boven onze Westerse hoofden lijkt het of geen enkele politieke partij het aandurft om juist ook hun klacht op de agenda te zetten.

santing-1

Froukje Santing

Journalist / Onderzoeker / Islamspecialist

Froukje Santing was 7 jaar in Turkije werkzaam als correspondent voor o.a. NRC Handelsblad. Ze schreef o.a. Dwars op de tijdgeest
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.