In bijna alle straten wordt het rustig nu. Ook in de scholen. Alleen het zonlicht beweegt over de tafels in de hoek, de stoelen opgestapeld. Op het bord een laatste opmerking: ‘Fijne vakantie allemaal!’ en onderaan een half uitgeveegde som. In de hoek staat een lege ladekast, want alle werkstukken zijn mee naar huis gegeven. En verder stilte, kinderstemmen klinken elders op campings, op pleinen en aan grote meren. Het lokaal neemt bezit van zichzelf, een ruimte zonder doel nu. De kinderen en de ouders, de leraar en de lerares komen even aan zichzelf toe, aan wie ze zijn, aan wie ze willen zijn…
Zei Rilke niet in een gedicht: ‘Du musst dein Leben ändern’? Onbedoeld komt er toch een vraagteken achter deze zin. Is dat nu zo: je leven moeten veranderen? Voor wie geldt dat dan: een kind, een puber, een jong volwassene of misschien in elke leeftijdsfase telkens weer? Geldt het voor leraren, of misschien geldt het ook voor mij?
Juist in de leegte van een tussentijd komen onze vragen op. Vacare betekent immers onbezet zijn, leeg zijn. Wat we weggedrukt hebben in de drukte, wat we liever wilden vergeten schuifelt langzaam de leegte binnen. Ook nemen ongemerkt wat oud verdriet en boosheid hun positie in, vragend om hernieuwde aandacht.
Maar je hebt vakantie, helemaal geen zin in moeilijke zaken en toch is dit het moment. In de ontstane leegte is misschien ruimte te vinden, ruimte voor schoonmaak en verandering. Bekijk aandachtig wat zich in die leegte aandient: kun je ervan leren of verkrampt het je leven steeds? Veroorzaakt het stilstand of geeft het groei?

Bezie de mogelijkheden en plaats elk in een van de laden van jouw levenskast met stickers erop zoals ‘voorbij’, ‘onbehandelbaar’, ‘kansrijk’, ‘nog onduidelijk’, ‘hoopvol’. Sommige laden gaan stevig dicht, andere staan half open omdat je er vast nog wel iets aan kunt hebben. Dan blijven je levensvragen over, ook in een lade: het waarom van verdriet, van pijn, van eenzaamheid waar (nu) geen antwoord op is. Rilke wist dat ook vaak niet en vraagt aan de zo door hem bewonderde leermeester Rodin: ‘Leer mij hoe te leven’. Of hij van Rodin een duidelijk antwoord gekregen heeft weet ik niet. Maar Rilke, wiens leven zo vol vragen zit, is ook een leraar.
Hij geeft zelf op die vraag een beroemd antwoord in zijn brief aan de jonge Franz Kappus. Het is veel geciteerd maar kan blijvend herhaald worden: ‘Leef nu uw vragen. Misschien leeft u dan gaandeweg, ongemerkt, op een dag in een ver verschiet het antwoord binnen’ (vert. Th. Duquesnoy). Rilke verbindt die opdracht hier met geduldig en wachtend in het leven staan en de vragen zelf lief te hebben tot er ooit, het leven levend, ergens vandaan antwoorden komen. Misschien ook wel voor die ene lade vol levensvragen.