Dat einde kwam in 1974 toen premier Indira Gandhi, na een grote spoorwegstaking, gevolgd door massademonstraties in 1975, de noodtoestand uitriep. Twintigduizend kritische arbeiders werden direct ontslagen en volgens Amnesty waren er in 1976 al tachtigduizend politieke gevangenen. Voor een aantal Nederlanders die in dit land hadden gewerkt was dit de aanleiding om een steuncomité op te richten: de Landelijke India Werkgroep (LIW).

Gerard Oonk (1948) was één van hen en vanaf de oprichting heeft hij meer dan veertig jaar voor de organisatie gewerkt, eerst als vrijwilliger en vanaf 1980 dankzij een NCO-subsidie als landelijk voorman. Als gepensioneerde schreef hij onlangs het boek Een berg verzetten – veertig jaar vechten voor mensenrechten in India. Ooit waren er wel dertig landencomités ter ondersteuning van met name de onderdrukking in Latijns-Amerika en Zuidelijk Afrika. Het LIW is een van de laatste, zo niet het laatste landencomité en het is een bijzonder comité. In tegenstelling tot de hierboven genoemde comités stond het LIW niet achter één bevrijdingsbeweging en had ze ook geen droom over een toekomstige socialistische samenleving. Op pragmatische wijze ondersteunde zij organisaties van kleine boeren, vissers, arbeiders, alsmede progressieve bewegingen van vrouwen en studenten. In zijn overzichtsboek heeft Gerard alle acties uitgebreid beschreven en dat zijn er vele.

Het begon in 1980 met een succesvolle actie tegen de door Nederland geleverde moderne vistrawlers die de lokale vissers in hun bestaan bedreigden. De LIW kon middels gedegen rapporten aantonen dat deze vorm van ontwikkelingshulp de mensen alleen maar armer maakte. Resultaat: de levering werd stopgezet. Op deze wijze voerde de LIW reeksen van acties. Onder andere: ‘stop kunstmestlevering’ en ‘melk India niet uit’. Na en naast deze kritiek op – en onthulling van Nederlandse exportbelangen gefinancierd met ontwikkelingshulp – ging LIW begin jaren negentig over naar structurele thema’s, te beginnen bij ‘Stop Kinderarbeid’. In samenwerking met nationale en internationale organisaties werd kinderarbeid met name in de Indiase tapijtindustrie aan de kaak gesteld. Het geheel kreeg zijn hoogtepunt in de in 1998 gehouden ‘Global March against Child Labour’ in Den Haag. Ik heb daar met mijn kleinzoon nog in meegelopen.

Een volgend thema werd het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). MOV was eind jaren negentig een trend bij ondernemers en politieke partijen. Deze beweerden graag dat zij zeer verantwoord bezig waren of daarnaar streefden, maar in feite bleef het bij lippendienst. De hoofdstukken over MVO en het internationale MVO (IMVO) is taai en soms saai om te lezen maar tegelijkertijd indrukwekkend. Het eindeloze geduld van actievoerders, hun reeksen van aanbevelingen, degelijke rapporten, hun gesprekken met politici en daar tegenover de desinteresse van politici, de trucs om er onderuit te komen, het uitstel en vaak afstel. Draaien en konkelen en desondanks houdt LIW vol en ontstaan er uiteindelijk kleine en soms wat grotere successen.

hans beerends -Voorpg-Berg-verzetten

Gerard Oonk heeft het tot in de kleinste details beschreven en hoewel het taai leesvoer is, is het ook zeer leerzaam. Leerzaam maar tegelijkertijd droef makend is de reactie van politieke partijen. In de hoogtijdagen van MVO-acties had politiek links al niet veel meer in te brengen, dus werd het lobbyen en praten met rechts. Dat de VVD niet zat te wachten op MVO, daar maakte ze geen geheim van. Maar het CDA met een mondvol christelijke waarden over gerechtigheid deed voor de VVD niet onder. Ere wie ere toekomt, het was en is vooral de ChristenUnie die de MVO-eisen onder meer de ketenaansprakelijkheid van bedrijven volledig steunde.

Zo rond het jaar 2000 stort de LIW zich op het kastenvraagstuk in India; de afschuwelijke en vernederende situatie waarin de laagste kaste, de zogeheten Dalits of beter gezegd de ‘Onaanraakbaren’, zich bevinden. Het International Dalit Solidarity Network zette zich vanaf haar ontstaan in 2000 in om kastendiscriminatie op de VN-agenda te plaatsen. Volgens de Indiase regering is het kastensysteem een cultuurkwestie waar andere landen niets mee te maken hebben. Het Dalit Netwerk Nederland, mede opgezet door het LIW houdt in 2004 een grote campagne “Stop kastendiscriminatie”.

Ondertussen is iedereen van links tot rechts ervan overtuigd dat het kastensysteem schandalig is, maar dat leidt niet tot concrete besluiten. Of zoals Gerard Oonk in zijn nawoord schrijft: “Als Nederlandse economische belangen geschaad lijken te worden, maakt vooral Rechts maar regelmatig ook Links snel rechtsomkeert”. De ChristenUnie was de partij die in de Tweede Kamer het meest aandacht vroeg voor gevoelige thema’s als Dalits en hindoe-extremisme.

Nog een laatste opmerking: in 2019 heeft het LIW zijn werkzaamheden uitgebreid tot heel Zuid-Azië en veranderde zij haar naam in ARISA (Advocating Rights in South Asia). Arisa werkt aan verbetering van de arbeidsomstandigheden van productieketens in heel Zuid-Azië.

Oonk heeft een boeiend en leerzaam boek geschreven, leerzaam zeker voor alle bestaande en toekomstige actiegroepen die zich keren tegen het nog steeds bestaande onrecht in tal van landen. Gezien de opkomst en verbreiding van het Hindoe-extremisme onder premier Modi in India, is het bestaan van een groep die zich daartegen verzet nodiger dan ooit.

“Een berg verzetten – Veertig jaar vechten voor mensenrechten in India” is gratis te lezen als PDF (329 pagina’s) of als e-book. Op termijn komt er een gedrukte versie en die kan je voor € 20,- plus portokosten bestellen via [email protected]. Lees hier het interview met Gerard Oonk op Eyesonindia.nl.

1523533_655585974505610_1399588557_o

Hans Beerends

Bestuurder, publicist

Hans Beerends (1931) werkt vanaf eind jaren zestig als organisator, coördinator en publicist binnen de derdewereldbeweging. Hij was …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.