Nu is het 31 december en heb ik voor het eerst in mijn nieuwe woning geslapen. De meubels staan, een klein kerstboompje en een kerstgroep sieren mijn vensterbank en de fruitmand staat op de keukentafel. Ik heb nog niet overal licht en de muren zijn nog kaal, maar ik noem mijn nieuwe woning al mijn thuis.
Dit heb ik te danken aan heel veel mensen. Het eerste weekend hebben Leon en Femke, twee goede vrienden, me geholpen met het sausen van de muren. De woning knapte er enorm van op, maar dat niet alleen, ze brachten ook een hoop arbeidsvitamine het huis binnen. Femke weigerde te werken zonder een klusradio, dus die werd bij de kringloopwinkel direct op de kop getikt. Die klusradio is blijven staan totdat mijn spullen over waren en het was mijn gezelschap in eenzame klusuren. En nu staat hij bij Leon en Femke om hen bij te staan als ze verhuizen.
Daarna was het tijd om alles te schuren en te verven. Muren had ik al wel eens gesausd, maar ik had nog nooit een huis geschilderd. De hulp viel echter zomaar uit de lucht. Op een zondag vertelde ik na de kerkdienst aan twee kapelgangers dat ik een woning had gevonden en spontaan boden ze aan om me te komen helpen. Ik kon een schuurmachine lenen, heb samen met twee vriendinnen alles geschuurd en kreeg vervolgens een cursus schilderen. Op dinsdag 15 december schilderde ik voor het eerst een huis en leerde dat schilderen helemaal niet moeilijk is.
Er moest echter zoveel geschilderd worden, dat Jhon, de kapelganger, en ik het alleen niet af konden. Jhon verzuchtte dat hij zo graag de hulp van Jan, een andere kapelganger, zou willen. Maar ja, hij had zijn telefoonnummer niet. Ik kon daar echter wel achter komen en ’s avonds regelde ik hulptroepen. Op donderdag waren we met vier man aan het werk. Op wat plinten na was aan het eind van de dag alles geschilderd. En gezellig dat het was.
In het weekend gingen mijn keukenspullen over. Ik mocht de auto van een huisgenoot lenen en mijn moeder heeft geholpen alles af te wassen wat mijn vader van zolder had getild. Daarna zou het rustiger moeten worden: de vloer zou gelegd worden en de wasmachine en koelkast zouden geleverd worden. Maar helaas: een gaslek en een totaal verkalkte geiser gooiden roet in het eten. Maar dat het gaslek werd ontdekt, had ik te danken aan de oplettende mensen van de BCC. Zij roken een gaslucht en hoewel ik zei dat dat waarschijnlijk kwam doordat er eerder die dag aan de geiser was geknutseld, inspecteerden ze de gasleiding nogmaals. En jawel, ze vonden het lek. Diezelfde dag werd het nog gedicht door een monteur die net voor zijn kerstverlof helemaal uit Ulft naar Arnhem kwam.
Tijdens de kerstdagen was ik aan het inpakken en wat was het fijn dat ik in het klooster woonde. Als ik de deur van mijn kamer achter me dicht trok, leek het leven normaal. Maar nu kwam ook het besef dat ik het kloosterleven en de gemeenschap waar ik drie jaar in heb geleefd, los ga laten. Ik heb met overtuiging hier gewoond en hoewel het mijn eigen keuze is om op mezelf te gaan wonen, ga ik ook met pijn in mijn hart weg. Toen het me even te veel werd, klopte een van mijn huisgenoten zachtjes op de deur…
En eindelijk was het zover dat mijn spullen overgingen. Met een van de kloosterlingen haalde ik het verhuisbusje op, met een vriend, oud-collega en een medelid van mijn muziekgroep huisde ik alles over. En die huisgenoot die zachtjes op mijn deur had geklopt, verzorgde de lunch. We waren een fantastisch team.
Toen ik de sleutels kreeg, wist ik echt niet hoe ik deze verhuizing rond ging krijgen. Er moest zoveel gedaan worden. Ik had zoveel hulp nodig. Waar zou ik die hulp kunnen krijgen? Maar uiteindelijk kreeg ik hulp van allerlei mensen. Soms kwam de hulp uit totaal onverwachte hoek en soms kreeg ik veel meer hulp dan ik had gevraagd, maar die zo welkom was. Ik ben al deze mensen zo dankbaar dat ze me geholpen hebben.
Dit is het eerste artikel in de serie “Blonde meid integreert in multicultiflat”.