Als je zes films op één avond ziet, ook al zitten er vier korte bij, gaan de films onvermijdelijk op elkaar inwerken. De vier korte films die worden vertoond laat ik even buiten beschouwing. Veel interessanter is het om de twee vertoonde lange films I Am Slave en When Monaliza Smiled naast elkaar te zetten, hoe verschillend ze ook zijn.
I Am Slave (Gabriel Range, 2010) is een bloedserieuze film, gebaseerd op het leven van Mende Nazer. Het vertelt het verhaal van de Soedanese prinses Malia (Wunmi Mosaku) die als slaaf bij een rijke (diplomaten)familie in Londen terecht komt. Dit is zo’n film die niet iedereen kán, maar toch iedereen móet zien. Thuis mag Malia dan prinses zijn, de chauffeur van de familie die haar gevangen houdt vertelt haar dat ze niets is. Niet eens de moeite van het straffen (of redden?) waard.
Dan de titel… I Am Slave. Op het eerste gezicht lijkt het een beetje gebrekkig Engels. Maar door het wegvallen van het voorzetsel krijgt Slaaf de status van identiteit en wordt impliciet de vraag gesteld of slaven iets zijn. Als Malia de woorden van de titel uitspreekt, wordt de lading ervan duidelijk en valt het contrast met haar thuis als een blok in je maag.
In Londen zijn zo’n 5000 slaven zijn. In Nederland, recht onder onze neus, is slavernij ook aan de orde van de dag, terwijl bijna niemand het ziet (zie www.fairwork.nu en hun rapport). Waarom kan dat nog in deze tijd?
Ik moet lang zoeken naar iets anders dan de Arabische setting wat I Am Slave en When Monaliza Smiled bindt. Een grotere verscheidenheid tussen twee films is nauwelijks voor te stellen. De ene drukt je met je neus op een van de grootste mislukkingen van het moderne Westen, de andere is ‘gewoon’ een romantische komedie. Ze vinden elkaar in de kracht van je identiteit en de invloed hiervan in je leven. Of je nu Monaliza heet of Slaaf.
When Monaliza Smiled (Fadi Haddad, 2012) leent een paar trucjes van Amelie maar houdt die sprookjesachtige sfeer niet in de hele film vast. Ik vind het door een naar binnen gekeerde, afstandelijke en nederige waardigheid eerder Japans aandoen dan Frans, maar dat terzijde.
Monaliza (Tahani Salim) is, net als haar naamgenote, mysterieus. Er ligt een verhaal nét onder de oppervlakte en we hebben er geen toegang toe. Ze praat nauwelijks en lacht nooit: “Daar komt nooit iets goeds van.” En dan wordt ze verliefd op de Egyptische Hamdi (Shady Khalaf). Er wordt neergekeken op Egyptenaren in Amman, en dat levert een heerlijk drama op. Hoe leuk en luchtig het ook was, het voelt niet op z’n plaats vlak na de vorige film.
De mevrouw naast mij vertelt dat ze het wel even nodig had, zo’n luchtige film. Maar ik vraag me af of op deze manier de impact van de boodschap van beide films wel tot zijn recht komt. Maar, zoals een wijs man ooit zei: “The good does not erase the bad, nor the bad the good.”
Het filmfestival duurt nog tot en met morgen. Klik hier voor een aantal foto’s van dit festival.
Is er nog plek voor morgen? Waar kom ik dat te weten?
Beste Anja,
Ik denk door even contact op te opnemen met de organisatie of de locatie.
Laat je weten wat je vond van de films?
Met vriendelijke groet,
Gauwain