Terwijl ik een instemmend bericht stuur, denk ik aan mijn oma Loes. Aan haar grote liefde voor haar kinderen en hoe zij dat door haar kookkunsten liet merken. Aan de zondagmiddag in Paramaribo aan die lange tafel waar kinderen en kleinkinderen genoten van het eten en van het gezelschap. En hoe zij door haar hele persoonlijkheid haar stem en stempel drukte op ons allemaal. Hoe zij zingend de rijst waste en ons dan bij zich riep om mee te zingen en dan giechelde alsof ze een tiener was.
En ik denk aan haar moeder en de moeder van haar moeder. Sterke en indringende vrouwen die altijd weer respect wisten af te dwingen. En dat op een manier die ook best listig was. Zo riep Oma Loes op een zondagmiddag alle kleindochters bij elkaar om ons een wijze les te leren. En dat deed ze weer met van die twinkelende ogen.
“Luister, jullie zijn allemaal best goed op school en jullie moeten later mooie banen krijgen… en jullie gaan ook partners krijgen en die gaan zeuren zodra je teveel werkt.” De kleindochters keken elkaar aan: “Wat zal oma nu weer gaan zeggen?” Ze vervolgde: “Breng je partner elke dag ontbijt op bed, dan is de dag mooi begonnen en kan je de rest van de dag doen waar je zin in hebt.”
Ik weet niet of mijn nichtjes dit doen, ik doe het wel. Een geweldig advies, waarbij je wel je eigen gang kan gaan en toch ook jouw relatie met jouw partner eert.
Deze anekdote geeft voor mij zoveel bloot over de manier waarop mijn oma’s balans wisten te vinden tussen datgene wat verwacht werd en datgene wat zij zelf wensten.
Ik ben zelf een dogla, een mix van afkomsten die ik bewonder. Soms is dat een beetje raar. Ik voel mij niet direct comfortabel om te doen alsof ik de spreekbuis mag zijn van de hindostaanse vrouw en tegelijkertijd denk ik aan mijn oma’s. Alle oma’s van allerlei afkomsten die zich niet daardoor laten definiëren, wellicht zelfs niet het privilege hadden om zich daarmee bezig te kunnen houden.
Ik kan dat wel en ik kan al die verhalen omarmen en doorvertellen. Verhalen over veerkracht en over verbinding. Ik hoor bijna de stem van mijn oma: “Tanja, doe wat je moet doen en doe dat met heel je hart, dan kan niemand jou raken”. En met dit soort adviezen raakte zij mij, en met deze wijsheid wil ik bijdragen aan het uitdragen van de stem en de visie van mijn voorouders. Zij waren er zodat ik nu kan zijn. En zodat ook al die andere vrouwen en mannen kunnen zijn.
In een tijd van stevige vraagstukken over hoe wij elkaar weer kunnen vinden, is dat wellicht de inspiratie waar wij zo naar verlangen. De kracht van het kennen van het verhaal van de ander, maakt dat wij elkaar beter kennen. En stiekem hoop ik dat wij daardoor net ietsje meer van elkaar kunnen gaan houden.
Mijn oma’s kijken mee. Hun lichamen zijn niet meer hier. Hun zielen en hun wijsheid blijven zolang wij dat willen. Ik koester de omhelzing van de wijsheid van hun woorden.
Dus ja, lieve Meera, ik doe graag mee met jouw project en met al die andere projecten waar ik dankzij mijn voorouders kan vertellen wie ik ben, wie ik kan zijn en daarmee de permissie geef aan iedereen die ik ontmoet om precies datzelfde te doen.