In het dorp waar ik geboren ben, kende bijna iedereen elkaar. Aan de hand van je achternaam, wist men direct bij welk nest je hoorde. Er was veel sociale controle. Dat had zijn voordelen, maar was vaak ook erg lastig. Veel mensen kwamen de streek niet of nauwelijks uit en alles leek te kabbelen in een vast ritme. Het was gebruikelijk dat wij kinderen, familie en vrienden via de achterdeur het huis ingingen. Onbekenden en fijne lui belden bij de voordeur aan, waar ze aangehoord en bedankt werden of binnen gevraagd. De voordeur was voor het onbekende en formele, de achterdeur voor het bekende en vertrouwde.
Jaren later was ik actief in de dorpspolitiek. Met een zwaai en hoffelijk buigen werd de voordeur van het gemeentehuis opengegooid en werden wij, leden van de werkgroep Onderwijs & Cultuur, vorstelijk onthaald door B & W of een ander gremium dat relevant was voor de betreffende bijeenkomst. Er volgden keurige gesprekken met keurige heren in keurige pakken met keurige kopjes koffie met een keurig koekje erbij. We werden gehoord en af en toe mochten we ook een actieve bijdrage leveren aan het politieke discours. Toch merkte ik al snel dat de voordeur weliswaar goed zichtbaar was en uitnodigend leek, maar veel besluiten in de beslotenheid van de achterkamertjes genomen werden. Door mensen die de weg naar de zijdeur of achteruitgang wisten te vinden.
De social media vormen een digitale publieke ruimte. Vergelijk het met een marktplein, een wijk, een stad, een groot park of plein. The place to be in Webstad is Facebook. Er wordt wat gepromoot, gedeeld, verwezen, geklaagd en gemopperd. Dat laatste vooral door ouderen. De jonkies doen ‘hun ding’. De vervlakking, de veruitwendiging van de postmoderne mens van nu, de jeugd in het bijzonder is niet groter dan vroeger. Die pakken alleen wat meer de voordeur. Boeie, wat men denkt en vindt. Vanaf de vroegste tijden hebben volwassenen en ouderen geklaagd over gedrag en keuzes van jongeren. Gelukkig maar, stel je voor dat alles bij hetzelfde bleef. In tijden waarin het lastig is voor iedereen worden zondebokken gezocht voor de sores. Wat menig volwassene blijkbaar vergeet is dat film, televisie, computer, games middelen zijn en geen veroorzakers van wat dan ook.
Dat alles van iedereen door een digitale voordeur op straat wordt gesmeten is onzin. Want wie gelooft er nu dat elke Facebook’er of blogger het allerachterste van tong, hart en ziel laat zien? Er bestaan nog steeds zijdeuren en achteringangen, zoals dat ook in het ‘gewone leven’ aanwezig is. De mensen die klagen dat er te weinig menselijk contact in de wereld is, hebben zelf bijgedragen tot de wereld die nu is zoals die is. Ik heb zelf ervaren, dat het ‘op de grond’ toch wat genuanceerder ligt. Misschien moeten we maar kiezen voor draaideuren. Allemaal een rondje maken voor we ergens in of uit stappen. Tijd voor reflectie, tijd om even tot tien te tellen. Ik word moe van het geklaag en gewijs naar anderen. Ik wil niet terug naar vroeger, maar kijk nieuwsgierig uit naar wat komt.
En net zoals de kat van de ashram het middelpunt werd, denk ik dat we door dat geklaag en gemopper, het beschuldigend wijzen naar anderen en naar de jeugd van tegenwoordig, teveel afdwalen van de essentie: hoe maken we het zo leefbaar mogelijk met zijn allen? Volwassenen denken nog te vaak in termen van links en rechts, progressief en conservatief, rood-blauw-groen, in allochtoon en autochtoon, in voor- en achterdeuren. Ze komen er wel uit, de volgende generatie redt het wel. Misschien zetten ze de bekende wereld op zijn kop. Ze zullen andere keuzes maken dan wijzelf waarschijnlijk, maar dat is prima. Ik heb er alle vertrouwen in.
Goed geschreven en klagen en zeuren is beslist niet produktief of positief. Soms even klagen heeft wel een functie natuurlijk.
En wat er komt is ook het belangrijkste, in de jaren 60 was ik ook rebels etc en werd er ook door ouderen over mij gekletst en werd na gewezen met de vingers. Met die komt het nooit goed, nou ja het is toch wel goedgekomen. Men moet wel eerst wat meemaken en beleven in het leven om tot gefundeerde keuzes te komen. En uiteindelijk beslist een ieder voor zichzelf wat men er mee wil. Deelnemen en op de bres staan en je roeren en laten horen en luisteren in de maatschappij is van essentieel belang.
Wat is ons geloof toch bont. Niks eentonig of saai. En iedereen is welkom in de herberg van het leven. Wel moet je je een beetje netjes gedragen, eerlijk zijn en niet roddelen. Zelf nadenken is een pré en heb je goed gestudeerd, dan kan er iets/veel van je verwacht worden. Als je dan nog aangesloten bent bij een grote wereldfamilie en door deze geest gedragen wordt, dan heb je alles in huis om tot een goed mens uit te groeien, zoals God jou bedoeld heeft.
In het begin van je artikel dacht ik onmiddellijk aan “Knielen op een bed violen”-Jan Siebelink, ze kwamen door de voordeur, de keurig hoge heren…. en maakten veel meer kapot dan er lief was…
De sprong gaat ineens naar nu, nu komt het via het web, gaat over andere zaken, bereikt veel meer in één keer.
De “donkere kant” waardoor er mensen zijn die het idee hebben dat internet niet deugd.
Vaak willen ze er dan ook niets van weten.
Maar zoals met alles wat er bestaat zijn er twee kanten, voor mij overheerst de goede kant.
FB als een kring van mensen op een plein waar je van de een naar de ander gaat en iets vertelt, danwel deelt, iets moois wat je gezien hebt, of van een ander kreeg, juist óm te delen.
Natuurlijk zijn er lelijke, angstige, zelfs gevaarlijke dingen, met een goed verstand kun je de juiste keuze maken, zoals je dat vroeger in een dorp, tussen mensen, ook moest doen.
Voor velen breidt de wereld zich uit, contacten worden gemakkelijk onderhouden, nieuwe vriendschappen kunnen erdoor ontstaan.
Ik geloof niet dat mensen minder in het echte leven aanwezig zijn door “Webstad”, contacten onderhouden verandert, niet de mensen veranderen daardoor.
Uiteindelijk denk ik dat “Webstad” meer verbindt dan afstoot.
De kinderen van nu groeien in een totaal andere wereld op dan 50 jaar geleden en zeker zal het over 50 jaar opnieuw weer heel anders gaan.
Nieuwsgieriger dan ooit naar alles wat er ontstaat, ben ik blij dat ik een stukje van deze nieuwe ontwikkelingen kan meemaken.
Ik kijk dan ook met verwondering naar alles wat het web ons te bieden heeft, tezamen met alle technologie die daarbij hoort en wat nog komt.
Het world wide web heeft mij in de afgelopen 10 jaar met mensen in elke uithoek van de wereld in contact gebracht. Van China (Beijing) tot Zuid-Afrika (Johannesburg), van Hongarije tot in de USA. Dat wil zeggen, dat heet het WWW niet gedaan, maar ikzelf. Ik nam het initiatief en gebruikte als communicatiemiddel Internet.
Gedurende de jaren heb ik met vele honderden mensen min of meer persoonlijk contact gekregen en nog nooit werd ik onheus bejegend, beledigd, bedreigd of anderszins lastig gevallen. Ik kwam in contact met politici, bestuurders, coaches/trainers, (ex)gedetineerden, lotgenoten, docenten, collega’s. Bijna allemaal mensen die ik daarvoor nog nooit had ontmoet of gesproken.
Tegelijkertijd zie ik ook de andere kant van Internetgebruik. Maar ook daar treft het Internet geen enkele blaam. Het zijn de gebruikers zélf die dit doen. Wat je geeft, krijg je terug. Of je dat direct van persoon tot mens doet of tegenover de hele wereld via het WWW.
Geklaag en gezeur zegt iets over de personen die dit doen, Internet is de onschuld zelve.
@Bertus, een ander behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden, is al een heel eind in goede richting naar goed samenleven
@zuster Voskuilen, de diversiteit maakt de wereld zo mooi. En, bereid zijn van een ander te leren, niemand is perfect
@Anne, we delen de mening, dat alles aan verandering onderhevig is en het aan een mens zelf is hoe hiermee om te gaan, dat kan twee kanten uit. En dat ligt niet aan de middelen.
@Jacques, met jou deel ik al een tijd mijn ervaringen en visies. Ook wij hebben elkaar digitaal ontmoet, al meer dan 6 jaar terug. We leven ons eigen leven, maar zijn verbonden geraakt en in bewondering geraakt voor ieders eigen manier van omgaan met verandering.