Verschillen tussen mensen, zichtbaar of onzichtbaar, zijn een gegeven. Diversiteit is er altijd geweest. Toch hebben er de afgelopen decennia ook duidelijk veranderingen plaatsgevonden. Zo is het aantal mensen met een niet-westerse achtergrond de afgelopen 25 jaar aanzienlijk toegenomen. Van de 17 miljoen inwoners in Nederland heeft nu ongeveer 2,1 miljoen mensen een niet-westerse achtergrond. Dat was twintig jaar geleden wel anders. Toen hadden 1 miljoen inwoners een niet-westerse achtergrond.

Hoewel niemand om verschillen heen kan en je daarom zou denken dat diversiteit de gewoonste zaak van de wereld is, laat de praktijk iets anders zien. Diversiteit lijkt vast te lopen in het groepsdenken (wij-en-zij) in plaats van dat het individu met zijn of haar authentieke verschillen de centrale plek en rol inneemt in de maatschappij en in organisaties.

Discriminatie en diversiteit

Saniye Çelik, lector diversiteit aan de Hogeschool Leiden, stelt dat het omarmen van diversiteit en de bestrijding van discriminatie vaak in één adem genoemd worden, alsof ze hetzelfde zijn. Volgens haar is dat niet zo en zijn het eerder tegenpolen van elkaar. De enige overeenkomst is dat beide de verschillen benadrukken.
Bij diversiteit valt het verschil vaak positief uit, zo zegt Çelik, en bij discriminatie negatief. Bij diversiteit staat het individu centraal en bij het tegengaan van discriminatie, de groep.
Waar diversiteit de boventoon voert en ruimte geeft aan individuele verschillen, zullen mensen minder discriminatie ervaren. Want dan is de kans groot dat het individu zich thuis voelt, beter excelleert en zijn of haar uniek-zijn beter tot zijn recht kan laten komen in de samenleving. Daarmee is diversiteit vooral een graadmeter voor sociale uitsluiting.

Van groep naar individu

Volgens Çelik zou een mensgerichte benadering een opening kunnen bieden naar meer diversiteit. Daarvoor is een kanteling nodig in het denken over diversiteit van groep naar individu. Met andere woorden: verschillen tussen individuen verdienen meer aandacht dan ze nu krijgen.
Want niet zelden richten aanhangers van diversiteit hun enthousiasme niet op het onderkennen van verschillen, maar juist op het benadrukken dat verschillen minder gewicht moeten krijgen.
Uiteraard zien ze dat er verschillen zijn, maar in plaats van deze verschillen in acht te nemen en te begrijpen hoe ze in het voordeel dan wel nadeel werken van individuen, zijn ze van mening dat het beter is om hier niet teveel aandacht aan te besteden. Er wordt dan gezegd: “Welke kleur, geaardheid, sekse of religie je hebt doet er niet toe, ik zie jou!” En natuurlijk, personen zijn complexer dan slechts een arbitrair kenmerk zoals hun huidskleur. Ware het niet dat de persoon zelf daar waarde aan kan hechten. Sommigen zijn juist heel trots op hun huidskleur en wat het betekent om bijvoorbeeld zwart te zijn.

Verschillenblindheid

Het argument dat vaak wordt aangehaald door mensen die verschillen niet willen zien, is dat deze zijn geconstrueerd. Echter, naast het feit dat zaken als kleur en sekse iets tastbaars en reëels zijn, zijn de constructies en associaties bij verschillen en de impact daarvan ook reëel. Neem bijvoorbeeld het label wit: dat wordt nog steeds, al dan niet terecht, geassocieerd met macht, schoonheid en welvaart. En dat beïnvloedt de levensloop van een individu. Verschillenblindheid negeert dit aspect van iemands persoonlijke ervaring.
Hoe goed bedoeld het ook is, het blijft nodig om verschillen te erkennen. Zeker in een context waarin een bepaalde meerderheid de normen bepaalt waaraan anderen zich dienen te houden, is waakzaamheid geboden om ervoor te zorgen dat behandeling op basis van het gelijkheidsbeginsel overeind blijft.

Dit artikel is afkomstig uit Vredesspiraal, het ledenmagazine van de vereniging Kerk en Vrede.

Tips voor een verbindende dialoog

1. Probeer elkaar niet te veranderen
Iedereen mag er zijn en mag een eigen mening hebben. Het kan juist heel mooi en logisch zijn dat jullie ergens anders over denken, elk persoon ervaart het leven namelijk op een andere manier en maakt andere dingen mee. Probeer daarom te begrijpen wáárom de ander zegt wat hij of zij zegt, in plaats van de ander te overtuigen van jouw gelijk. Laat je verassen, laat iemand anders het tegendeel bewijzen van wat jij zegt.

2. Toon interesse
Luisteren naar de ander is belangrijk, maar het is ook heel belangrijk om dat echt te laten zien. Door een open houding aan te nemen (rechtop staan of zitten met je armen langs je lijf), mee te knikken en een ander uit te laten spreken geef je de ander het gevoel dat je oprecht geïnteresseerd bent in wat iemand te zeggen heeft. Check of je de ander goed begrepen hebt en vraag door als dat niet het geval is of als je nog meer wilt weten.

3. Spreek vanuit jezelf
Wanneer jij aan het woord bent, is het belangrijk duidelijk te maken dat jij bepaalde dingen vindt vanwege jouw persoonlijke ervaringen. Probeer goed uit te leggen dat jouw mening zo verschilt van de ander omdat jullie levens simpelweg erg verschillen – en dat niemand daar iets aan kan doen. Blijf vooral rustig en schiet niet in de verdediging.

4. Ontspan!
Wanneer de emoties juist hoog oplopen bij de ander en het gesprek niet meer op een redelijke manier voor te zetten is, zet dan even een stapje terug: heb het even over wat anders of neem allebei een break. Soms doet een gesprek meer met iemand dan het misschien lijkt en realiseert hij of zij zich pas achteraf wat jij eigenlijk bedoelde. Tijd werkt helend en daarom kan je het er misschien beter op een later moment samen weer rustig over hebben.

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
Margreet-Hogeterp

Margreet Hogeterp

Margreet Hogeterp is hoofdredacteur van Vredesspiraal, ledenblad van Kerk en Vrede. Daarnaast werkt ze als verhalenverteller en …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.