De conferentie had als doel de interreligieuze dialoog tussen moslims en christenen, maar ook tussen Nederland en Indonesië en tussen academici en niet-academici, te bevorderen en om zo kennis over inclusief religieus onderwijs uit te wisselen. Men wilde van elkaar leren en tot nieuwe inzichten komen.
Eilanden van koningen
De conferentie werd op een bijzondere plek georganiseerd, namelijk in de periferie van Indonesië, op de Molukken. De keuze voor de Molukken is echter niet zomaar gemaakt: deze eilandengroep ging nog niet zo lang geleden gebukt onder een heftige religieuze burgeroorlog tussen christenen en moslims. Interessant is dat de naam Molukken een Nederlandse verbastering is van het Indonesische Maluku, wat weer een verbastering is van het Arabische Muluk uit “Djuzur al-Muluk” (“de eilanden van koningen”). Nadat Arabische zeevaarders voet aan land hadden gezet werd de eilandengroep vanwege de specerijen en met name nootmuskaat een belangrijke bron van rijkdom voor Nederland in het koloniale VOC-tijdperk. Na de dekolonisatie emigreerde een deel van de Molukkers (die meegevochten hadden in het Nederlandse leger) naar Nederland, in afwachting van de onafhankelijkheidsverklaring van de Molukken. Dit bleef echter uit, waardoor een groot deel van de Molukkers in Nederland zich in de steek voelde gelaten door Nederland en in opstand kwam. In de jaren 1970 werden terroristische aanslagen gepleegd, zoals de treinkaping in 1977. Van 1999 tot en met 2004 woedde er een heftige religieuze burgeroorlog tussen de moslims en christenen die er in evenredige aantallen aanwezig zijn. Deze oorlog begon met een conflict tussen een christelijke buschauffeur en een islamitische passagier en verspreidde zich al snel over vrijwel de hele eilandengroep. Aan dit conflict lagen verschillende factoren ten grondslag, maar de meest doorslaggevende was de ophitsing van de bevolking jegens elkaar door religieuze leiders die hun macht wilden vergroten.
Onderwijs en inclusivisme
De driedaagse conferentie in Ambon besloeg presentaties en lezingen van islamitische en christelijke academici en activisten uit zowel Nederland als Indonesie. De academische lezingen gingen nader in op de kansen en uitdagingen in pluriforme samenlevingen, terwijl de activisten ‘good practices’ van ‘peacebuilding’ en vreedzame co-existentie toonden. De hoofdvraag van de conferentie was: Hoe kan religieus onderwijs bijdragen aan de bevordering van een inclusivistische pluriforme samenleving?
Deze vraag werd gesteld in de Molukse context, waar moslims en christenen (in evenredige aantallen) lang vreedzaam samen hebben kunnen leven, maar toch in de jaren 1990 in conflict raakte op het vlak van religieuze scheidslijnen. Tijdens de conferentie kwam ter sprake dat religie vaak het nieuws haalt als bron van geweld, maar zelden of nooit het nieuws haalt als bron van vrede. De conferentie was van dat laatste een sprekend voorbeeld. Zo namen vertegenwoordigers van de islamitische en christelijke universiteiten deel aan een traditioneel-cultureel verzoeningsritueel en werden er christelijke en islamitische gebeden uitgesproken. Dit in combinatie met gebruiken en concepten uit de Molukse traditionele cultuur die worden aangewend om de broederschap te versterken. Prachtige uitdrukkingen geven belangrijke waarden uit de volkscultuur weer, zoals “Ale rasa beta rasa” dat vertaald kan worden met: “wat jij voelt, voel ik ook” en “Pela”, dat voor “broederschap” staat.
Provocateurs
De conferentie staat niet op zichzelf. Al jaren worden er bruggen gebouwd tussen de gemeenschappen. Zo vinden er uitwisselingen plaats tussen christelijke en islamitische scholen met gesegregeerde leerlingenpopulaties en werken activisten samen onder de prikkelende naam van ‘Peace Provocateurs’ (provocateurs van vrede). Deze vredesactivisten – bestaande uit moslims en christenen – bouwen bruggen tussen beide bevolkingsgroepen en doen er alles om vrede en verzoening te bevorderen. Zo initiëren zij jongerengroepen waarbij zij met christen- en moslimjongeren frequent samenkomen op basis van een gezamenlijke hobby en daarmee vriendschappen en onderling vertrouwen in de hand werken. Een ander voorbeeld is wanneer er incidenten tussen een moslim en een christen plaatsvinden, de peace provocateurs er alles aan doen om escalatie te voorkomen. Zo achterhalen zij wat er precies is gebeurd en gaan zij verspreiding van misinformatie op social media tegen door met ooggetuigenverslagen en fotobewijs aan te tonen wat er werkelijk is gebeurd. Op deze wijze werken zij hard aan het indammen van spanningen.
Het is nog niet zo lang geleden dat de oorlog is geëindigd op de Molukken. En al lijkt het voor een buitenstaander er vredig en ontspannen, uit de verhalen blijkt dat er nog veel onderhuidse spanningen in de samenleving aanwezig zijn. De volharding van het grootste deel van de bevolking en de vredesactivisten om vreedzaam samen te leven is echter groot. Zij weten namelijk als geen ander wat een grote ellende stigmatisering en uitsluiting van de ander in een samenleving teweeg kan brengen.
‘Pela’: broederschap
Naast de presentaties en lezingen bezochten wij ook ‘good practices’ in de praktijk, zoals een joint-project van een islamitische en een christelijke school. De kinderen van deze scholen gaven ons een voorstelling met veel zang en dans rondom thema’s als saamhorigheid en vertrouwen, oftewel ‘Pela’. Zij vierden de pluriforme samenleving. De aanwezige Indonesiërs waren zichtbaar ontroerd: van kinderen moest men leren vreedzaam samen te leven. Dit prachtige spektakel van de kinderen gaf ook goed aan waar de Indonesiërs goed in zijn: het middels rituelen, bestaande uit muziek en dans, interpreteren van maatschappelijke onderwerpen. Het is voor ons onduidelijk gebleven of zij hiermee ook tot de kern kunnen komen van de zaak door de spanningen en wrok naar uit elkaar te spreken. Ons verblijf was daar te kort voor. Waarschijnlijk zou meer vertrouwen naar ons als buitenstaanders daarvoor nodig moeten zijn.
Niet alleen voor ons als Nederlanders was het bijzonder en leerzaam om aan deze conferentie deel te nemen, ook voor de Ambonezen zelf was het bijzonder om de conferentie te mogen organiseren: de conferentie zelf was een extra stapje naar een vreedzame samenleving. Andersom gaven wij onze eigen Nederlandse context mee, waarin enerzijds verschillende culturen en religies tot uiting komen, maar anderzijds ook uitingen van maatschappelijke verharding zoals racisme, radicalisering en islamofobie.
In Nederland zijn we goed in het benoemen en bespreken van de minder mooie kanten van onze samenleving, echter schieten we daarmee ook gemakkelijk in een hard debat waarin alles gezegd mag worden. Onze belangrijkste les op Ambon was dat wij onze veelzijdige Nederlandse samenleving ook wel eens mogen vieren. Niet via woorden, maar met veel muziek, zang en dans.
Polderen op z’n Moluks, dat zouden ze moeten exporteren naar Nederland.