Allereerst: van deze voorstelling gaat veel verloren indien je dit leest voor je erheen gaat. Wat ik wel aanraad – erheen gaan. Mooi zo. Even napraten dus, op zo’n manier dat anderen er toch wat van opsteken. Geen uitsluiting. We zijn onder elkaar, maar dat is wel een wij met verschillen.
Als vaudeville-artiesten werven George en Eran, twee fijne jongemannen met een Middenoosten-connectie, hun publiek. ‘Over een half uur!’ ‘Nog tien minuten!’ ‘O nee, zeven minuten!’ Een accordeonist en een klarinettiste verhogen de aandacht met klezmer. Binnen verwelkomen de heren het publiek persoonlijk. Hoewel de één als kind is gevlucht uit Syrië (George) en de ander via familiebanden is verbonden met Israël (Eran) zijn ze dikke vrienden. Zeggen ze. En vechten elkaar vervolgens nog net de bloedhete tent niet uit. Het begint met het plagerig opdissen van stereotypen – wat beiden grootmoedig lijken te ondergaan – maar toch wordt daarmee het gif al gezaaid. Wanneer Eran de zieligheidsfactor van zijn vriend afzet tegen die van zijn aan de dood ontsnapte oma, breekt de oorlog los. Hij pleegt roofbouw op andermans leed, vindt George: “Jullie joden zijn inderdaad hebzuchtig. Je hebt niet genoeg aan je eigen leed. Je pikt de shit van je oma erbij.” Echt gezellig wordt het dan niet meer. Ook niet voor het publiek, want wij zijn ook op ons nummer gezet: ‘Mensen houden van een zielig verhaal, zeker als het echt gebeurd is.’ De twee acteurs moeten echter samen verder. En nog wel in één broek. Waarom? Dat moest nu eenmaal van de regisseur. En na de voorstelling van 19.00 uur direct weer het plein op om klanten te lokken. Als twee aardige jongens. Nee. die vrede die komt er voorlopig niet. Toch apart wanneer mensen het wel samen uithouden. Hine ma tov ( Psalm 133, vers 1).
Theater Rast: ‘George & Eran lossen wereldvrede op’, Festival Boulevard Den Bosch (t/m 5 augustus); Parade Amsterdam (13-16 augustus); Fringe Festival Amsterdam(5-15 september)