Maar weinig mensen scheppen van nature plezier in geweld of het doden van andere mensen. Wel kan het aangeboren gevoel van empathie worden onderdrukt – bijvoorbeeld door het scheppen van afstand of door het ontmenselijken van de ander – of juist verder worden ontwikkeld door het beoefenen van compassie.
Structureel bevorderen van vrede begint dan ook bij de opvoeding. Als een kind opgroeit in een liefderijke en open omgeving, kan het zelf later ook liefde en openheid uitstralen. Het is belangrijk dat kinderen leren hun agressie te hanteren, te luisteren naar anderen, hen te begrijpen, mededogen te voelen en samen te werken. Het gaat om emotionele intelligentie als communicatieve vaardigheden en conflictoplossing. Duurzame vrede in de buitenwereld is pas mogelijk als ook je binnenwereld vreedzaam is, aldus Thomas D’Ansembourg en David van Reybrouck in ‘Vrede kun je leren’.
Feminiene strategieën
De empathie die er is tussen mensen onderling, ontwikkelt zich bovendien sterker als je (samen) in actie komt en mensen publiekelijk aanspreekt op compassie met het leed dat door geweld of verwaarlozing veroorzaakt wordt. Daar is moed voor nodig. In oorlogssituaties kan het geweld zó escaleren dat je, naar het lijkt, niets meer kunt doen. Dat remt weer de ontwikkeling van empathie, je sluit je af van ellende.
Juist vrouwen hebben in zulke situaties een andere keuze gemaakt. Met veel moed hebben ze eigenzinnige acties ondernomen en volgehouden. Evertzen en Oranje noemen in het artikel ‘Feminiene strategieën’ een aantal voorbeelden van strategieën waarbinnen deze acties aantoonbaar effectief waren.
Zo zijn de dwaze moeders van Argentinië het bekendste klassieke voorbeeld van de strategie van het zichtbaar maken van slachtoffers van geweld. Hun voorbeeld werd gevolgd door familieleden van verdwenen gevangenen in Guatemala en Mexico en later ook in andere landen. In Ciudad Juarez in Mexico, de stad met het hoogste percentage vrouwenmoorden in de wereld, hebben vrouwen roze kruizen neergezet op plekken waar vrouwen op gewelddadige wijze om het leven zijn gekomen.
In Syrië zijn de ‘White Helmets’ bekend geworden, die slachtoffers van bombardementen uit het puin halen en naar een ziekenpost brengen, met gevaar voor eigen leven. In Liberia werd in 2013 een mars gehouden tegen seksueel geweld. Onderdeel was een actie van vrouwen die achter kleine doodskisten zaten. De kistjes vertegenwoordigden de meisjes die gestorven waren aan de gevolgen van een verkrachting. Het kenmerk van deze acties is dat onzichtbaar geweld zichtbaar gemaakt wordt.
Seksstakingen
De strategie van schaamteloosheid om schandalige machtsverhoudingen te trotseren is bekend in Nederland door de actie van de ‘Dolle Mina’s’ die hun blote buik lieten zien met de tekst ‘baas in eigen buik’ erop geschreven.
Seksstakingen door vrouwen is ook een beproefde methode om geweld te stoppen. Bekend is de Oekraïense groep Femen, die topless opriep tot seksstakingen om hun protest tegen seksueel geweld kracht bij te zetten. Tijdens de burgeroorlog in Liberia reisden vrouwen mee naar Ghana waar vredesonderhandelingen plaatsvonden en blokkeerden – zittend en gehuld in witte kleding – de kamer waar de onderhandelingen plaatsvonden. Als iemand de kamer wilde verlaten, dreigden zij zich te ontkleden, wat in Liberia een vervloeking is. In navolging vonden ook in Ivoorkust verschillende vreedzame protesten plaats tijdens de burgeroorlog, waarbij vrouwen gekleed in het zwart, bedekt met bladeren of ongekleed meededen, ook als vervloeking.
Oorlog leidt vaak tot wraakgevoelens vanwege alle geweld dat mensen elkaar aandoen. Die wraakgevoelens kunnen gemakkelijk weer tot oorlog leiden. De strategie van het activeren van sociaal gevoel via creatieve verbeelding wekt andere gevoelens op (zoals verdriet en verlangen naar rust en saamhorigheid) en helpt bij het begrijpen en verwerken van conflicten. Vooral muziek heeft een sterke emotionele werking via theater, muziekevenementen, protestmuziek, concerten, muziektherapie en film.
De verwerking via film en literatuur maakt het mogelijk de ellende van de oorlog te voelen en zelfs bespreekbaar te maken als een les voor de toekomst. Een voorbeeld is het filmproject van de tweelingzussen Femke en Ilse van Velzen over seksueel geweld. Niet alleen maakten ze films, maar ze vertoonde ze ook in de dorpen met ‘mobile cinema’ apparatuur, om een discussie op gang te brengen over menselijke relaties tijdens de oorlog. Gehuld in kleurrijke jurken, panty’s en bivakmutsen protesteerde de Russische punkrockband Pussy Riot in de kathedraal tegen president Poetin en corruptie in Rusland. Dit sloot aan bij de wereldwijde online beweging die ‘grunge’ muziek maakte tegen censuur. Ze werden opgepakt en veroordeeld maar kregen ook veel bijval. De groep treedt niet meer op, maar heeft zich omgevormd tot een mensenrechtenorganisatie om politieke gevangenen te helpen.
Verder ook huisnijverheid: een Japanse traditie is het vouwen van kraanvogels als vredeswens. Sinds een slachtoffer van de atoombom op Hiroshima er duizend vouwde voor haarzelf en andere kind-slachtoffers, wordt dit symbool ook internationaal ingezet als vredeswens.
Bemiddelen in conflicten
Het ‘behoudende’ werk van vrouwen lijkt vaak niet zo heldhaftig en het valt niet altijd op. Maar de strategie van het behoud van sociale saamhorigheid vraagt wel degelijk moed en is essentieel voor het behoud van menselijkheid.
In Darfur, Soedan, hebben vrouwen zich georganiseerd om hulpgoederen van internationale organisaties uit te delen aan mensen in vluchtelingenkampen en verarmde dorpen. Bij het uitdelen zorgen ze ervoor dat vrouwen van verschillende stammen met elkaar overleggen en samenwerken in het verkopen van producten van de landbouw en handnijverheid. Deze vrouwen hebben in 2013 besloten om samen op te treden als bemiddelaars in lokale conflicten. Waar gewapende strijd losbarst gaan ze direct naar de dorpshoofden en praten net zo lang tot er op dat niveau een eigen vredesakkoord komt zonder inmenging van bovenaf. Behalve dat, stimuleren ze de vrouwelijke volkszangers om vredesliederen te zingen in plaats van oorlogsliederen, en houden ze rouwceremonies voor overleden jonge mannen van beide groeperingen die slaags zijn geraakt.
Evertzen en Oranje komen in hun artikel onder andere tot de conclusie dat dat feminiene strategieën tegen oorlog en geweld gericht zijn op publiciteit, het mobiliseren van gevoel en het versterken van empathie. Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat geen van deze strategieën gericht is op het vernietigen, vernederen of buitensluiten van een menselijke vijand. In gewapende conflicten nemen vrouwen het voortouw met acties die ontwapenend werken en gezamenlijkheid bevorderen. We zien dat ook mannen deelnamen aan deze meer feminiene strategieën, die net zo goed door mannen kunnen worden toegepast en door hen kunnen worden gesteund.
Bron: Joke Oranje en Annette Evertzen, ‘Feminiene strategiën tegen oorlog en geweld’, in Gender en duurzame vrede 2018, nummer 1. Dit artikel komt uit Vredesspiraal (september 2021), kwartaalblad van de vereniging Kerk en Vrede.