Een van de doelen van Code Rood is om een sterke klimaatbeweging op te bouwen, en daarin ook veel aandacht te besteden aan diversiteit en verbindingen aan te gaan met activistische groepen op vlakken als dekolonisatie en anti-racisme. Daarom ging de eerste paneldiscussie van dit weekend over de samenhang van klimaatverandering, (neo)kolonisatie en discriminatie.
De panelleden waren Phoenix van de University of Color, Talissa van de Code Rood diversiteits-werkgroep, Osman van Wij Zijn Hier en Arwen van de klimaatgroep binnen de FNV.
Aaibaar en ongevaarlijk
Uit de discussie kwam naar voren dat je op verschillende manieren radicaal kan zijn. In je analyse, en in hoe je die analyse naar buiten brengt, en in je actie. Beide vormen van ‘radicaal zijn’ hebben invloed op de mensen die je bereikt met je beweging. Uit de discussie bleek echter dat de analyses vaak niet radicaal genoeg zijn om mensen te bereiken, en de geplande actie misschien juist een dusdanig radicaal karakter heeft dat deze mensen buitensluit.
Wat duidelijk werd tijdens de discussie is dat de analyse van de klimaatbeweging zich naar buiten toe vaak aaibaar en ongevaarlijk verpakt. “We moeten de wereld redden voor toekomstige generaties!” Wat niet gezegd wordt is: klimaatdestructie is gevolg van het kapitalisme en (neo)kolonisatie. En, zoals Phoenix in haar openingsstatement sterk neerzette, het probleem is niet iets voor toekomstige generaties, het probleem is nu al heel groot voor mensen in andere (lees armere) delen van de wereld.
Indigenous people zijn vaak de grote verliezer van de manier waarop de wereld werkt, maar staan nu aan de frontlinie van het verzet (zie bijvoorbeeld de opstand bij Standing Rock tegen de DAPL). Dat klimaatverandering vooral vaak als een probleem wordt beschouwd op het moment dat het mensen in West-Europa en/of de VS en er over de problemen elders heen wordt gekeken, toont aan dat wit suprematisme een belangrijke rol speelt in de discussie over klimaatverandering.
Amsterdam en de wereld
Talissa wijst erop dat die manier van omgaan met mensen elders in de wereld ook terug te zien is in de Amsterdamse haven. Daar komen veel kolen uit Colombia binnen, die gewonnen worden in mijnen waar mensenrechtenschendingen aan de orde van de dag zijn. Ook wordt er ‘dirty diesel’ (brandstof die te vies is voor de Europese markt) gemixt en naar Afrika vervoerd om daar – waar milieunormen nauwelijks aanwezig zijn- verstookt te worden.
Omdat Nederland met de Amsterdamse en Rotterdamse haven – de twee grootste steenkool havens van Europa – een sleutelpositie heeft in de handel in fossiele brandstoffen, is er een uitgelezen mogelijkheid om verandering van het systeem te eisen. In plaats daarvan kiezen de overheden en bedrijven ervoor weg te kijken en deze zeer schadelijke praktijken doorgang te laten vinden, om het eigen economisch gewin veilig te stellen.
Daarnaast wijzen de panelleden er op dat veel ‘problemen’ als losstaande situaties gezien worden, terwijl er juist veel samenhang is. De onrustige situatie in het Midden-Oosten is bijvoorbeeld niet los te zien van klimaatverandering en de fossiele industrie. Enerzijds omdat er oorlogen gevoerd worden om oliebelangen veilig te stellen, anderzijds omdat de toenemende droogte in bepaalde gebieden mensen dwingt hun huis te verlaten en op zoek te gaan naar een leefbaar bestaan elders. Vaak wordt de vinger echter niet op de zere, koloniale en kapitalistische plek gelegd. Je wilt immers geen mensen afschrikken. In de tent vraagt iemand naar de diversiteit van politieke achtergronden. Zouden de panelleden kunnen samenwerken met groen-rechtse mensen of partijen? Enerzijds geven zij aan dat ze altijd willen proberen overeenstemming met mensen te vinden, maar als de ogen gesloten worden voor de grote overkoepelende systemen die ten grondslag liggen aan de huidige problemen, dan wordt het onmogelijk om met deze mensen of partijen samen te werken.
Werknemers
Arwen wijst erop dat zij het vanuit de vakbond vooral belangrijk vindt om draagvlak bij de werknemers te creëren. Zij werken vaak al jaren bij een bepaald bedrijf, zijn daar trots op en ontlenen daar een deel van hun identiteit aan. Je kan niet van deze mensen verwachten dat ze dat van de ene op de andere dag vaarwel zeggen, en al helemaal niet als ze er geen goed alternatief voor in de plaats krijgen. Zij ziet een belangrijke rol in het betrekken van deze mensen, het begrip opbrengen voor hun positie en het uitleggen van de standpunten van de klimaatbeweging. Vanuit de zaal komt de opmerking dat het voor de volgende actie wellicht een idee is om de werkplek van de directieleden van bedrijven te bezetten, in plaats van de werkvloer van de werknemers. Hier wordt enthousiast op gereageerd.
Bezetten dus, dat hoofdkantoor van Shell! Het is belangrijk om ook mensen buiten de universitaire bubbel te betrekken, het liefste arbeiders die meedoen aan een stevige bezetting.
Maar ook in de radicaliteit van de acties blijkt juist dat opnieuw vooral gefaciliteerd wordt voor witte, hoogopgeleide, able-bodied mensen. Mensen zonder papieren, mensen die niet roomwit zijn, mensen die niet geleerd hebben wat hun rechten zijn, mensen die niet vrij kunnen krijgen van hun werk: voor hun is het allemaal al een stuk moeilijker om mee te doen aan ‘radicale acties’. Dat betekent niet dat ze minder stoer zijn of minder willen strijden voor waar ze in geloven, het betekent dat ze veel meer moeten riskeren dan sommige meer geprivilegieerde klimaatactivisten. Een actie als een blokkade in de haven betekent dat heel veel mensen bij voorbaat niet mee kunnen doen. Dat is niet per se erg, wordt ook in het panel gezegd, maar betekent wel dat niet iedereen mee kan doen.
Het bezetten van de haven is dus makkelijker voor ons, schrijvers deze, dan voor mensen met minder privileges. Het zij ons vergeven: als wij ons privilege in kunnen zetten om de fossiele brandstoffen industrie ter verantwoording te roepen, dan moeten we dat vooral doen. Maar dan is het én én. En dan moet zeker niet ook nog water bij de wijn worden gedaan in de analyse. Want een harde analyse doen, vraagt misschien wel meer dan een dagje haven blokkeren: dat vraagt je om serieus te kijken naar hoe het koloniale verleden nog steeds doorwerkt in het heden. Doe mee, sluit aan, en check your privilege dus.
Westerse bedrijven verkopen vieze brandstof aan Afrikaanse landen die geen of nauwelijks milieuwetgeving hebben. De auteurs rekenen dit de westerse bedrijven aan. Dit is vreemd. De oorzaak van dit probleem ligt toch heus in Afrika. Ook al zijn de bewindspersonen in deze landen zwart, de schrijvers mogen de regeringen daar heus wel voor vol aanzien en hen doelwit van hun acties maken. Milieucriminaliteit discrimineert óók niet!
Heeft Nieuw Wij een nieuwe scapegoat gevonden in dat verfoeilijke kolonialisme? Het lijkt wel of je er alles mee kunt verklaren, dit zag ik ook vaak in Suriname en Afrikaanse landen gebeuren. Bedenk wel dat het een fase in de geschiedenis was (al spoken er nog wel resten van door natuurlijk) waarbij het al te makkelijk achter verschuilen is.
Dirk, houd je svp bij het artikel en richt je vragen aan de auteur.
Dirk houdt zich zeker dit keer wel degelijk aan een thema in het artikel, namelijk kolonialisme.
Een thems op een modieuze manier aan de orde gesteld, zoals het hele artikel artikel modieus is.
Alleen de titel al: alsof een groepje linkse jongeren zich tot DE Nederlandse klimaatbeweging kan benoemen. ’t Is gewoon een Amsterdams grachtengordel groepje op zoek naar een doel.
Dan de engelstaligheid, met een nieuwe term als ‘able bodied’ als hoogtepunt.
En als men dan toch gewichtige elitetaal wil gebruiken, doe het dan correct en spel ‘schrijver dezes’ en niet fout ‘schrijver deze’.
PS De vraag uit de titel hebben de auteurs zelf beantwoord: anderen hebben wel wat beters te doen.
Ik zie een aantal artikelen voorbij komen die wel heel erg tendentieus en modieus “links” zijn.
Dit artikel is daar een fraai voorbeeld van.
De auteurs stellen (zonder het geringste spoortje van rechtvaardiging) dat: “Wat niet gezegd wordt is: klimaatdestructie is gevolg van het kapitalisme en (neo)kolonisatie. ”
Enige kritische reflectie op het gestelde laat zien dat een dergelijke strijdkreet simpelweg niet houdbaar is, en daarom misleidend. Tendentieus was het al.
De ontwikkeling van alternatieve energiebronnen vindt hoofdzakelijk plaats in het Westen (kapitalisme plus voormalige koloniale machten).
Weliswaar vindt in het Westen in absolute zin de grootste uitstoot plaats, maar dat komt omdat de welvaart (en daarmee energiegebruik) nu eenmaal in het Westen is geconcentreerd. Niet omdat het Westen per saldo zo verspillend met zijn milieu omgaat.
China (sterke nadruk op economische productie; sterke kapitalistische elementen, maar uiteindelijk een dirigistische economie) heeft in zijn eentje verreweg de grootste bijdrage ter wereld geleverd in bestrijding van armoede en ontwikkeling van zijn achtergebleven bevolking. (Dat is een feit waar de collectieve Afrikaanse landen zich over achter de oren mogen krabben. Waarom kan China het wel en zij niet?) Dat gaat inderdaad gepaard met een hogere belasting van het milieu. China is nu een goede tweede in alternatieve energiebronnen (na het Westen), maar legt zich traditiegetrouw toe op copiëren van ideeën en dumping van industriële producten in het Westen.
De bekende Chinese kolencentrales, die een erg grote bijdrage leveren aan de CO2 uitstoot en de beroerde luchtkwaliteit in China kunnen met geen mogelijkheid aan “kapitalisme” (China is een dictatuur van de Communistische partij met een economie die nog sterk dirigistische trekjes vertoont, zeker qua energievoorziening) of “neokolonialisme” worden toegeschreven.
Weliswaar is de VS de grootste consument van energie per capita, maar doet ook veel op het gebied van alternatieve energiebronnen en b.v. hybride of electrische auto’s. Het is zeker geen homogene maatschappij (denk aan de strenge energie-wetgeving in Californie), dus het gaat niet op om de negatieve gevolgen toe te schrijven aan “het kapitalisme”.
De kap van oerwoud in b.v. Brazilie en Indonesie (vrij substantiele impact) ligt deels aan de falende overheden aldaar (regels genoeg maar geen handhaving), deels aan het geringe belang dat de bewoners hechten aan natuurbehoud in vergelijking met economisch belang (politieke onwil om natuur doeltreffend te beschermen).
In Afrika kiest de bevolking nog steeds grotendeels voor gebruik van de schaarse bomen t.b.v. voedseltoebereiding (in weerwil van de beschikbaarheid van kookpotten op zonne-energie). Ongetwijfeld op basis van (vanuit hun situatie bezien) rationele argumenten. Het excuus van neokolonialisme is m.i. inmiddels wel voldoende afgetrapt om niet meer als verklarende factor te kunnen worden gebruikt. Economische achterstand is lang geen product van “neokolonialisme” maar eerder van egoisme, onkunde, corruptie, wanbeheer, en stammendenken.
Al met al: de bovengenoemde strijdkreet lijkt me een vergaande oversimplificatie, in feitelijk opzicht niet gerechtvaardigd, en daarom misleidend.
Door het als uitgangspunt te gebruiken dient het artikel vooral als stemmingmakerij. Inhoudelijk van hetzelfde niveau als de artikelen op b.v. GeenStijl. Maar dan met minder direct taalgebruik.
In dit opzicht is er nog een betekenis waarin je “radicaal” kan zijn: namelijk door ongeïnformeerdheid en ideologische vooringenomenheid.
Het feit dat onder de schrijvers geen ingenieurs, beta-wetenschappers, of economen voorkomen is m.i. debet aan het gebrek aan inzicht in de onderliggende maatschappelijke, gedragsmatige, economische, en technische achtergronden. Het ligt eenvoudigweg buiten het gezichtsveld van lieden die de wereld zuiver door hun ideologische bril wensen te zien.
De oproep om wederrechtelijke “radicale acties” (waaronder bezetting) leidt m.i. vooral tot het wegzetten van (overigens gegronde bezorgdheid) als onverantwoordelijk hobbyisme en gekrakeel van beroepsactivisten.
Jodocus, reacties svp kort houden anders gaan we redigeren.
Enis,
Je zou me kunnen helpen door een voorbeeld van hoe mijn reactie geredigeerd kan worden. Ik mijn redactie misschien te snel geschreven, en kwam daardoor niet goed uit het aangeven van wat ik als inhoudelijke nonsens beschouw, en het aspect van stemmingmakerij en ideologische vooringenomenheid.
Heel eenvoudig: lange teksten leest niemand. Korte teksten wel. Aan jou uiteraard om je reacties compact te houden. Tip: reageer op max een punt en stel een wedervraag.
Ik ben bang dat het aan de universitaire of beroeps-opleiding van de schrijvers ligt, die is sterk eenzijdig gericht, eigenlijk precies het tegenovergestelde van waar de maatschappij zelf op leeft, en op af stevent! Raar maar waar. In de beta-opleidingen ligt het anders, maar daar schrijven ze alleen technische of wetenschappelijke artikelen, zonder enige ideologie.