Modi is de huidige premier van India en hij is sinds 2014 met absolute meerderheid gekozen en herkozen. India was het land van Mahatma Gandhi, geweldloosheid en een niet-religieus staatsburgerschap. Religieuze minderheden in India waren tot voor kort relatief veilig. Maar nu zijn hindoe majoritarisme, populisme, haat en hetze tegen religieuze minderheden (moslims en christenen), en de adoratie voor de sterke leider, steeds sterker voelbaar.

Er vinden lynchpartijen door hindoes plaats, de slachtoffers zijn meestal moslims, bijvoorbeeld moslim veehandelaren die ervan worden beschuldigd koeien te hebben gedood. Vervolging van christelijke minderheden door hindoe-radicalen is in sommige deelstaten al jaren aan de gang. Voor goed onderbouwde onderzoeksjournalistiek over India zie onder meer de websites van thehindu.com, scroll.in, thewire.in, indianexpress.com.

Het huidige regime probeert de oude iconische figuren uit de Indiase onafhankelijkheidsstrijd (1900-1947) zich toe te eigenen. Daarom is het nodig om te zien wat zij werkelijk voorstonden. Een van de bekende figuren uit die periode is de dichter Rabindranath Tagore (1861-1941). Hij schreef aanvankelijk in zijn moedertaal, het Bengaals, maar na 1912 ook in het Engels. In 1913 ontving hij als eerste Aziaat de Nobelprijs voor literatuur. In zijn talrijke gedichten, toneelstukken, korte verhalen, romans en vele essays beschrijft hij hoe hij de nieuwe Indiase cultuur voor zich ziet. Tagore is bovendien de auteur van het huidige Indiase volkslied evenals van het volkslied van Bangladesh.

Hieronder volgen twee van zijn Bengaalse sonnetten in Nederlandse vertaling. Hij schreef ze tussen 1899 en 1900 en publiceerde ze in 1901 in de uit honderd gedichten bestaande bundel Naivedya (Offergave).

Achter bloed bevlekte wolken, gaat de zon
Van deze eeuw ten onder; angstaanjagend
Klinkt heden op het feest van grof geweld
De kranke melodie van dood door vele wapens.
Meedogenloos serpent van de beschaving richt
Opeens zich op, de huif gekromd, giftanden
Gevuld met scherp venijn.
 
Eigenbelang voert oorlog,
aangevuurd door brute hebzucht.
De barbarij gekleed in keurigheid
Rijst uit haar modderbed omhoog en doet
De wereld schudden op haar grondvesten.
Het harde onrecht noemt zich schaamteloos
De liefde tot de natie, verdrinkt
Gerechtigheid in golven van geweld.
Een meute dichters blaft dreigende gezangen
Vol roof, op het crematieveld.

(vertaling uit het Bengaals: Victor van Bijlert)

Daar waar het hart van angsten vrij is en het hoofd niet buigt;
daar waar het weten onbelemmerd is; de muren van het huis
niet steeds de aarde in een kleine binnenplaats
gevangen houden; waar de woorden uit het hart
spontaan opwellen; waar de stroom van goede daden
ongehinderd over alle landerijen vloeien kan
totdat het duizendvoudig goede vruchten geeft;

daar waar de waterstromen van het zelf nadenken niet
verslonden worden door het dor woestijnzand van
tradities, en de menselijke moed in honderd stukken breekt;

daar waar Jij ons kastijdt en doen en denken leidt in vreugde;
naar dat paradijs, mijn Vader, breng ons en wek India op!

(vertaling uit het Bengaals: Victor van Bijlert)

Het eerste gedicht slaat op de wereldwijde oorlogen die Westerse mogendheden (maar ook Japan) in het laatste decennium van de negentiende eeuw voerden: in Zuid-Afrika, op de Filippijnen, in Cuba, in Atjeh, in China, en in Korea. Het was een decennium van mondiaal geweld opgezweept door economische roofzucht en nationalistische trots.

Tagore was waarschijnlijk een van de weinigen die openlijk protesteerde tegen agressief nationalisme en onbegrensde hebzucht, de leidende motivaties achter veel koloniaal geweld. Zijn afkeer van nationalisme gold in eerste instantie dat van koloniale grootmachten waaronder Groot-Brittannië. Hij beschouwde dit nationalisme als het overduidelijke morele failliet van de koloniserende machten die altijd morele en culturele superioriteit claimden. Bovendien predikte dit nationalisme openlijk wit racisme en minachting voor niet-witte mensen. Tagore was ook een van de weinigen die waarschuwde dat nationalisme – ook als het zich tegen een buitenlandse kolonisator keert zoals in India – irrationeel kan worden, gewelddadig en autoritair.

Tagore was een uitgesproken voorstander van Indiase onafhankelijkheid. Hij wilde die echter eerst in culturele zin bereiken door een brede en intensieve herbezinning op de humanistische tendensen in de Indiase beschaving. India kende veel humanistische tradities zoals verwoord in de poëzie van de Upanishads en in de compassie van de Boeddha. Ze waren volgens Tagore de noodzakelijke bouwstenen van een moderne Indiase cultuur die een ethisch voorbeeld zou moeten zijn voor de door kolonialisme gecorrumpeerde wereld. Die nieuwe Indiase cultuur moest eerst onder brede lagen van de bevolking worden gerealiseerd. Pas daarna kon politieke onafhankelijkheid volgen. Tagore stond met deze opvatting alleen: de meeste Indiase nationalisten wilden snelle politieke onafhankelijkheid. Dit was ook wat Mahatma Gandhi (1869-1948) wilde, een goede vriend van Tagore.

Rabindranath_Tagore’s_bust_at_St_Stephen_Green_Park,_Dublin,_Ireland
Borstbeeld van Tagore in Dublin Beeld door: Wikipedia

Het tweede gedicht benoemt de idealen die Tagore voor ogen stonden. Het denken en handelen moeten vrij zijn; beperkende tradities horen ieders persoonlijke zelfontplooiing niet in de weg te staan; de wijde wereld zou men niet op moeten delen in kleine ommuurde stukjes land. Tagore heeft dit gedicht zelf herschreven in Gitanjali: Song Offerings (1912), de bundel die Tagore internationale bekendheid gaf. In Song Offerings 35 begint het met de woorden: ‘Where the mind is without fear and the head held high’.

De Engelse versie is zijn meest geciteerde gedicht geworden. Vaak werd het in India aangehaald. Toen in 1975 Indira Gandhi, de premier van India, de noodtoestand afkondigde werd Tagore’s gedicht in een krant op de voorpagina afgedrukt. Mrs. Gandhi was ‘not amused’ en maakte bezwaar tegen het citeren van dit gedicht, juist omdat het gebruikt werd tegen haar ‘Emergency’. De beruchte ‘Emergency’ ging gepaard met perscensuur, het opsluiten van politieke tegenstanders en regeren per decreet.

Het collectieve en individuele vrijheidsstreven in Tagore’s gedichten is tijdlozer en actueler dan Brits kolonialisme, de autocratie van Mrs. Gandhi en hedendaags hindoe chauvinisme – iets waar Tagore in zijn tijd al een gruwelijke hekel aan had. De wereld neigt telkens weer naar autoritarisme en gewelddadige politiek. We zouden Tagore’s gedichten nog eens goed ter harte kunnen nemen.

Where the mind is without fear and the head is held high;
Where knowledge is free;
Where the world has not been broken up into fragments by narrow domestic walls;
Where words come out from the depth of truth;
Where tireless striving stretches its arms towards perfection;
Where the clear stream of reason has not lost its way into the dreary desert sand of dead habit;
Where the mind is led forward by thee into ever-widening thought and action –
Into that heaven of freedom, my Father, let my country awake.

1517558618905

Victor van Bijlert

Victor van Bijlert was van 2007 tot 2021 verbonden aan de faculteit Religie en Theologie van de Vrije Universiteit Amsterdam als …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.