Dat het aantal zinzoekers groot blijft merken we gelukkig ook in het Dominicanenklooster Huissen, waar ik nu 4 jaar directeur ben. Het aantal gasten stijgt. Steeds meer mensen zoeken naar verstilling, verdieping en bezieling, zowel in werk als privé. Zin in je werk is ook steeds meer een thema. Het fundamentele verschil met een aantal jaren geleden is de wijze van instroom. Vroeger kwam een groot deel van onze gasten via kerken, parochies of christelijke clubs. Een steeds groter deel van onze gasten komt nu als ongebonden individu of via de organisatie waar ze werken of vrijwilliger zijn. Daar hebben we gelukkig goed op ingespeeld. Begrippen als marketing, PR en relatiemanagement zijn voor ons nu normale begrippen. Jezelf durven te presenteren en te profileren hoort er gewoon bij en waarom ook niet? Gasten komen niet meer vanzelf. Als je daar niet of te laat op inspeelt dan red je het naar mijn idee niet als klooster.
Essentieel daarbij is hoe je je presenteert; wat is je overtuiging, waar sta je voor en op wie richt je je? Wij presenteren ons als een open huis voor bezinning, bezieling en beweging. Iedereen is welkom, wie je ook bent en wat je ook gelooft. We willen een centrum zijn voor religieuze en spirituele beleving. Het gaat niet om regels en dogma’s of alleen om kennis en ook niet alleen om christelijke of religieuze onderwerpen. Het gaat ons om hoe je de prachtige universele boodschap uit oude tradities in het hier en nu kunt beleven en ervaren. Mensen willen ook meer bezig zijn met levensvragen. Daar moet het naar mijn idee over gaan in kloosters; over het leven, over jezelf zijn, over liefde en geluk en over een humane wereld.
Afgelopen zomer was er jongeren in het klooster die deelnamen aan een training ‘Wie ben ik?’, een training voor jongeren die in de knel zitten met hun omgeving en met zichzelf. Vooraf kregen ze van hun vrienden en soms van familie te horen wat ze toch in hemelsnaam in een klooster gingen doen. Wat heb je dan met de kerk, moet je daar de hele dag bidden? Ze hebben een fantastische week gehad. Ze leerden die week veel over zichzelf, werden zich van veel dingen bewust. Ze waren tegen veel dingen aangelopen in hun leven. In de loop van de week snapten ze meer waarom ze tegen dingen aanliepen. De strijd, de woede en de angst raakten op de achtergrond. Ze ontwikkelden liefde en vrede in zichzelf en keken met respect en met nieuwe ogen naar zichzelf.
Vorige week waren ze met hun ouders in het klooster voor een terugkombijeenkomst. Wat waren sommige jongeren veranderd en wat hadden ze een vrede in hun omgeving gebracht. Wonderlijk gewoon. Een van de deelnemers zei tegen me: “Ik voelde me hier welkom, zonder voorwaarden. Dat deed me ongelooflijk goed”. Dan krijg ik tranen in mijn ogen en dan denk ik: “Yes, dat is waarom ik in dit klooster werk”. Prachtig hoe we met de jongeren die dagen amper het woord God gebruiken, maar het gaat er tegelijkertijd voortdurend over. Dat zeggen ze zelf achteraf. Ze ervaren het, in het huis, in de andere jongeren en in zichzelf. Onvoorwaardelijk.
Kloosters kunnen volgens mij, net als andere religieuze en spirituele plekken, als de beste inspelen op een belangrijke maatschappelijke behoefte naar bezinning, bezieling en beweging, zowel in werk als privé. In Huissen blijven we er met hart en ziel mee bezig.
Mooie tekst, toch vraag ik me af waarom het woord God toch een beetje aan de kant wordt geschoven. Mag het niet meer over God gaan in een klooster?
Dat is niet wat Bakker bedoelt theo. Wellicht bedoelt hij te zeggen dat het niet per se altijd over God hoeft te gaan.
Theo en Ans: Het gaat altijd over God, zodra mensen geraakt worden, als je begrijpt wat ik bedoel. ‘Everything is spiritual’
@fred, ja, maar waarvoor heb je dan nog kloosters nodig? Kun je toch ook in de kroeg gaan zitten?
Ben 2 jaar geleden in klooster huissen geweest. Was een onvergetelijke ervaring. Heb daar God ervaren.
“Begrippen als marketing, PR en relatiemanagement zijn voor ons nu normale begrippen”… Valt God in deze begrippen te vangen?
Wat mij betreft gaat het in kloosters zeker over God, maar meer in de zin van beleven en ervaren. “Die die ik ontmoet in wat me ontroert”. PR etc hoort daar zeker bij. Waarom niet de markt op en je centrum en je activiteiten vermarkten? Kloosters zijn naar mijn idee vaak te terughoudend.
Ik vind het heel terecht te beweren, dat je God kunt ontmoeten binnen en buiten kerkelijk verband en binnen en buiten gelovig spreken! Of je dat woord “God”uitspreekt of niet.Dat maakt het werken in Huissen zinvol. Maar er speelt een andere vraag:
Ik heb de indruk, , dat het type kloosterleven, dat deze kloosterwerken ondersteunt, niet meer aangepast is aan onze tijd. Er komen DUS geen nieuwe kloosterlingen en de ouderen sterven uit. Beteknt dat het spoedige einde van dit Huissense verhaal: hoe mooi en zinvol ook?
Leo Raph. A. de Jong o.p.