De onveilige onderwereld is een parallelle wereld die je waarschijnlijk alleen kent als je aan bepaalde voorwaarden voldoet. Zo heb je een grotere kans om er af en toe te verblijven als vrouw, zeker wanneer je een vrouw van kleur bent. Deze kans is ook aanzienlijk verhoogd wanneer je je niet identificeert als cisgender, heteroseksueel, seculier, of wanneer je een bijzonder lichaam of een bijzondere geest hebt die mensen wellicht zouden omschrijven als een beperking.
Zelf verblijf ik regelmatig in deze onderwereld, waar ritselende bomen ongemerkt veranderen in sluipende voeten, half verlichtte straten veranderen in een strijdveld en een wellicht goedbedoelde glimlach verandert in een blik van toe-eigening. Gewapend met mijn huissleutels tussen mijn vingers en freestylend met de woorden van mijn geveinsde telefoongesprek versnelt mijn pas naar vermeende veiligheid.
Het heeft me lang gekost voordat ik erachter kwam dat er mensen zijn die de onveilige onderwereld niet kennen. Ik realiseerde het me pas toen ik er met mijn mannelijke familieleden over sprak, die vertelden over rustgevende avondwandelingen en het heerlijke verdwalen in nieuwe steden. Ze kenden de angst niet. Sterker nog, ze begrepen de angst niet. “Gewoon terugfluiten joh!” “Geef hem een knietje dan!” Uit alles bleek dat ze de verlammende angst van een verblijf in de onveilige onderwereld nooit hadden ervaren.
Het heeft me nog langer gekost voordat ik erachter kwam dat de onveilige onderwereld niet echt is. Begrijp me niet verkeerd, ik weet als geen ander dat de angst die deze parallelle wereld creëert geworteld is in een realiteit van onveiligheid. Maar de onveilige onderwereld verdraait en vervormt totdat die onveiligheid alles is wat overblijft. Het moment dat ik erachter kwam dat de onveilige onderwereld niet echt is, was het moment waarop ik als zo vaak mijn sleutels tussen mijn vingers klemde toen ik na zonsondergang op weg was naar huis en in de verte een verdachte man zag naderen. Pas toen deze verdachte man niet meer dan een meter bij mij vandaan was brak de vloek van de onderwereld: ik zag een jongen van nog geen 14 jaar die veel te druk bezig was met zijn games op zijn telefoon om me überhaupt op te merken. Ik was zo druk bezig geweest met de vermeende blik van de ander, dat ik vergeten was dat ik zelf ook een blik heb om op de wereld te werpen.
In de onveilige onderwereld wordt onze blik gevormd door angst. We zien een overheersende kwade kracht die ons achtervolgt en aanvalt. Deze kracht lijkt zo groot dat we onszelf klein en machteloos voelen in zijn aangezicht. We maken de daders tot grote, krachtige wezens, en zien de slachtoffers als klein en kwetsbaar. Maar dat is niet de realiteit. Hoe anders ziet de wereld eruit wanneer onze blik gevormd is door rechtvaardigheid. De kracht van het recht ligt bij het slachtoffer. Gekeken door de lens van rechtvaardigheid zijn de daders zwak en zielig. De overheersende kracht ligt bij degenen die onrecht is aangedaan. Zeker wanneer je, zoals ik, gelooft dat het recht zal zegevieren, in deze wereld of het hiernamaals.
Sinds dat moment voel ik geen intimiderende blikken meer, maar zie ik machtsvertoon en onzekerheid. Ik hoor geen vernederend gefluit meer, maar zie vernederende flierefluiters. Ik hoor geen ‘maar waarom heb je het dan niet gemeld’ meer, maar zie een onvermogen om schuld te dragen. De blik van John de Mol was als die van zo velen van ons gefocust op het slachtoffer, en niet op de dader. Ik wil mijzelf niet langer vanuit het perspectief van de dader zien, maar wil zelf de dader aankijken; niet langer bepaald door de blik van de ander maar sprekend door mijn eigen blik. Vanaf nu kijk ik. Of ten minste, dat hoop ik. Want het is een worsteling, elke dag weer. En gedeeltelijk hoop ik door deze woorden te schrijven er een grotere waarheid in te doen ontstaan. Maar het is en blijft een worsteling. En voor mijn medeworstelaars: ik zie je.
Ik weet, jouw blik bepaalt mij niet
Wat ik ben toch niet wat jij ziet
Jij ziet alleen een lege huls
Jij voelt alleen je eigen puls
De spanning en het machtsgevoel
Zijn enkel en alleen jouw doel
Om eventjes toch sterk te zijn
Heel eventjes toch even fijn
Te kunnen overwinnen
Jouw zin te kunnen zinnen
Maar nee, jouw blik bepaalt mij niet
Want kijk, ik ben degeen die ziet
Zie wanhoop en onzekerheid
Die zo hoopt dat hij zeker lijkt
Maar hopeloos onzeker blijkt
Te zoeken naar wat zekerheid
Het is een feit dat jij bekijkt
Maar vriend, je ziet me niet
Je weet niet wat hierbinnen leeft
Je kent niet mijn verdriet
Je weet niet hoe ik heb gebeefd
Hoe angst zich aan mij heeft gekleefd
Hoe ik heb kunnen breken
Met die eindeloze steken
Met die blikken die maar keken
Laat mijn eigen ogen spreken
En zeg nee
Jouw blik bepaalt mij niet
Dus kijk maar goed wie er nu ziet
Prachtig geschreven.