Een vrouw, een lijdende moeder, loopt achter het kruis, dat wordt gedragen door haar zoon. Zij loopt zijn lot tegemoet en weet dat niemand hen helpen kan. Ze zal voor altijd de Pieta zijn, eindeloos vermenigvuldigd in verf, in klank en marmer, met haar dode zoon op schoot. Het is de lijdensweek, voor de christenen een tijd van stilstaan bij het lijden van Jezus. Maar wie troost eigenlijk deze moeder, én de vele andere moeders?

Is het niet voor veel mensen een lijdenstijd op allerlei plaatsen in de wereld? Want als we goed kijken loopt achter Maria een eindeloze rij van vrouwen, moeders, zussen en broers, vaders en oude grootvaders: achter hun eigen kruis, al eeuwenlang en nu ook weer. Wie troost eigenlijk die achtergebleven moeders, de vaders en de vele verweesde  kinderen: in Soedan, in de Oekraïne en in Rusland, in Israël en de Palestijnse gebieden? Toch valt de wereld telkens uiteen in voor of tegen, alsof er een hiërarchie in lijden en verdriet is. Kan het ene lijden het andere overtreffen of uitwissen?

In haar zojuist verschenen essay Brief in de nacht schrijft de 82-jarige Chaja Polak over de levensles die haar altijd is voorgehouden: ‘Dit werd ons ingeprent: je laat een ander mens niet lijden omdat hij of zij tot een ander volk behoort, of tot een ander ras, of een ander geloof belijdt. Een waarheid die ons kinderen op het hart werd gedrukt. Een waarheid als een rots.’ Heel genuanceerd zoekt zij aan de hand van artikelen maar ook via correspondentie met haar familie in Israël hoe ze de actualiteit van de oorlog daar moet begrijpen zonder ontrouw te worden aan de haar ingeprente levensles. En ze ziet als enige oplossing dat de wederzijdse cyclus van slachtofferschap en geweld ooit doorbroken wordt.

Toren van moeders_Kollwitz
Käthe Kollwitz, Oorlog (1923)

Een bijzondere Pieta werd gemaakt door beeldhouwer en graficus Käthe Kollwitz (1867-1945). Het beeld is gegoten in brons maar lijkt een rotsblok van rouw. Zij maakte twee wereldoorlogen mee en verloor haar zoon Peter in 1914. Al snel daarna, in 1915 begon ze te werken aan de beelden van het rouwend ouderpaar die nu op een oorlogsbegraafplaats in Vladslo staan, gericht naar de ruim 25.000 graven. De twee beelden staan voor het verdriet van alle ouders van de gesneuvelden. Via haar grafiek protesteerde ze tegen oorlog, waardoor haar werk al snel als Entartet verklaard werd. Haar Pieta maakte ze in 1938/1939 onder de dreiging van de tweede wereldoorlog. In 1942 zou haar kleinzoon, die ook Peter heette, sneuvelen aan de grens met Rusland. Wie troost de grootmoeders, de grootvaders, de achtergeblevenen?

Het is lijdenstijd, maar wanneer wordt het Pasen in de wereld? Misschien als we uit onze woede, angst en onverschilligheid durven opstaan. Als we dwars tegen alles in, over ons verdriet heen, elkaar als kwetsbare mensen durven zien, die beseffen dat geen enkel lijden het wint van een ander lijden. We hebben geen recht op haat of geweld, alleen een uitnodiging of misschien wel een plicht tot liefde. Tussen alle protesten door klonk onlangs: ‘Vrede van de rivier tot de zee’, dus vanaf elke rivier tot elke zee, waar ook ter wereld…’

Felicia Dekkers

Felicia Dekkers

Redacteur

Felicia Dekkers is Neerlandica en studeerde later theologie. Zij werkte in het onderwijs (MO en HBO) en daarna als (beeld)redacteur bij …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.