Afgelopen maandag roerde Cigdem al de trom in het openingsverhaal van NRC Next. Ze gaf een ontluisterend inkijkje in de wereld achter de drugsnijverheid in Tilburg: de Turkse gemeenschap aldaar blijkt over wel heel bijzondere groene vingers te beschikken. Op grote schaal wordt door hen op zolder hennep geteeld. Terwijl hun ouders in fabrieken sappelden voor het schaarse geld en nu veelal een karige uitkering ontvangen, gaan zij voor het grote geld. Cigdem zegt dat de economische crisis behulpzaam is geweest bij de hennepvlucht in Tilburg. Menige Turkse-Nederlander kwam zonder werk te zitten of zag dat de kansen voor allochtonen op de arbeidsmarkt afnamen. Wat is er dan aanlokkelijker dan de lege zolder om te bouwen tot een hennepplantage? Op kosten bovendien van een Turks-Nederlandse zetbaas vaak afkomstig uit de kennissenkring. De redenering is dat de Nederlandse overheid zelf schuldig is aan deze ontwikkeling: het brengt geld in de staatskas, anders was het immers al lang verboden. Voor wie onverhoopt toch tegen de lamp loopt, volgt in het ergste geval een taakstraf of een boete, die de zetbaas met liefde betaalt. De gedoogcultuur in Nederland wordt zo als schaamlap gebruikt om de hebzucht in de eigen Turks-Nederlandse kring te rechtvaardigen.
In haar boek De val van Mehmet vertelt Cigdem het gefictionaliseerde verhaal van één van die Turks-Nederlandse families in Tilburg. Dat van Mehmet Cantürk, zijn vrouw Hatice en hun twee zonen en dochter. De oudste, Muhammed, die aanvankelijk politieagent is, trekt de hele familie uiteindelijk de wiethandel in en veroorzaakt zo niet alleen het morele verval van zijn vader, maar is ook verantwoordelijk voor zijn vroegtijdige dood. Mehmet is een vrome moslim, afkomstig uit Centraal-Turkije, die iedereen de les leest, en van zijn schoondochters verlangt dat ze een hoofddoek omdoen en zich ingetogen gedragen. Ik zal niet verklappen waarom uiteindelijk ook de zolder van zijn krappe woning in een Tilburgse wijk wordt ingericht als hennepplantage. Dat is waar het boek met een keur aan hinten en cliffhangers naartoe werkt. Ik zeg alleen: Cigdem maakt zo akelig inzichtelijk dat vrijwel niemand in de Turks-Nederlandse gemeenschap aan het hennepvirus lijkt te kunnen ontsnappen. Ook zij flirtte zelf even met het idee.
De val van Mehmet is niet alleen een razend actueel boek, het is eveneens een moedige roman. Cigdem hangt – ook al is het in de vorm van fictie – de vuile was buiten van een – in het huidige politieke krachtenveld – kwetsbare minderheidsgroepering waartoe ze ook zelf behoort. Ze laat zien wie de hennepteelt in Tilburg in handen heeft, maar ze steekt vooral de draak met mensen die hun moslim zijn driftig uitventen, maar in de kern geluk en succes aan geld koppelen. Het is met name die schijnheiligheid in de Turks-Nederlandse gemeenschap waartegen Cigdem protesteert. Of het de gewoonste zak van de wereld is dat je je corrumpeert en tegelijkertijd de vrome moslim uithangt. Dat je je eigen geweten sust met de drogreden dat Allah groot en vergevingsgezind is. Voor elke overtreding word je tenslotte apart berecht. Kortom: zelfs met wiet op zolder hoef je je plichten als moslim niet te verzaken. De dagelijkse vijf gebeden geven je immers ook de mogelijkheid om vergiffenis te vragen.
Het is die vileine maar tegelijk subtiel verwoorde ondertoon die me voor De val van Mehmet innam. Cigden kan bovendien schrijven, ook al vliegt ze even zo vaak uit de bocht. Maar wat ze in haar nieuwste boek tevens demonstreert is dat maatvoering niet haar sterkste kant is. Tijdens een ontmoeting enkele weken geleden vertelde ze dat ze aan haar vierde redacteur toe is bij uitgeverij De Arbeiderspers. En elk van hen opteerde voor een iets andere aanpak. Cigdem heeft dat ‘veelkoppige monster’ wellicht getrotseerd door uiteindelijk haar eigen weg te gaan. Dat heeft ertoe geleid dat we veel te lang blijven hangen in het leven van Hatice, de vrouw van Mehmet. en te diep in het dorp worden getrokken in Centraal-Turkije waar deze twee migranten van de eerste generatie opgroeiden en besloten elkaar het ja-woord te geven. Het zijn bij vlagen mooie passages, maar de kracht van het verhaal zit in het hier en nu: hoe de Turks-Nederlandse gemeenschap in Tilburg zich meer en meer corrumpeert en tegelijkertijd doet alsof het die goddeloze Nederlanders zijn die zoiets als waarden en normen bij het grofvuil hebben gezet.
Voor boekgegevens: klik hier.